Zijn teamgenoten hapten naar adem, iets dat Tony ontiegelijk nerveus maakte. Waar was alle onrust voor nodig? Hij was helemaal in orde! Hij had geen koppijn, geen pijnlijke ribben, geen last van zijn Arc Reacto-
Bruce knielde voor hem neer, kneep hem zachtjes in de schouder. 'Tony.'
Stark keek de wetenschapper met hernieuwde interesse aan. Banner was erg fascinerend nu hij er langer over nadacht. Een stuk groter dan hij altijd had gedacht. Een stuk groter als in; twee keer hem.
'Hey, kiddo.' Zijn Science Bro wreef hem liefkozend door zijn haren. 'Weet je nog wie ik ben?'
'Ja.' De jonge billionaire was – om het licht uit te drukken – ietwat in de war. 'Je bent Bruce Banner, de Hulk.' Hij wees naar de man terwijl hij sprak. 'En dat daar is Capsicle, Birdbrain, Rhodey, Catsuit.' Hij fronste toen hij bij een paar nieuwe gezichten zag. Wat overdonderd – en bang voor de gozer met de glanzende arm – drukte hij zich tegen Bruce aan en bestudeerde de vreemdelingen over de schouder van zijn vriend. 'W-Wie zijn de moordrobot en de grijnzende dude?' Vroeg hij zachtjes, ook al hoorde nog steeds iedereen wat hij zei.
'Weet je dat niet meer?' Banner tilde hem op, wat Tony niet erg fijn vond. De grond was verder weg dan hij het wilde. Hij stond liever zelf, dan dat hij werd rondgedragen als een gewond dier. 'Dat daar is Bucky Barnes.'
De moordrobot deed iets wat op glimlachen leek terwijl hij naar de verwarde Stark wuifde. Het kind keek snel weg, bang voor de strenge blik in de ogen van de man. Het deed hem te veel aan Howard denken.
'En de "grijnzende dude" is Sam Wilson.' Bruce bracht hem dichterbij zodat hij handen kon schudden, had Tony daarop zitten wachten. In plaats van zijn vriend toe te staan hem dichter bij de twee vreemden te brengen, worstelde hij net zo lang totdat hij onder een protest van bezorgde kreetjes op de grond werd gezet.
'Tony, gaat het wel?' Reusachtige, imposante Steve zette een stap in zijn richting. 'Je bent in New York, son. Weet je dat nog? Kan je je dat nog herin-'
NEW YORK!? Hij begon rond te rennen als een kip zonder kop. New York. New York. Hij was in New York! Hij realiseerde zich nu pas dat hij zich in de wereldstad bevond. Hoe kon het ook anders? Hij was in Avengers Tower, zijn team was hier. Van een beetje stom gezigzag tussen de benen van de reuzen die zijn vrienden waren, ging hij over tot totale paniek. Hij zocht voor een uitgang, vond een deur die hem hopelijk de goede kant op zou leiden, en zette het op een lopen.
Het dreigende gerommel achter hem vertelde hem dat de reuzen de achtervolging hadden ingezet.
Hij beukte de woonruimte uit de gang op. Hij was bang, doodsbang. Jammerend dook hij weg voor een Chitauri die naar hem uithaalde.
In werkelijkheid was hij helemaal alleen. De muren storten niet rond hem in, krijgsmachten met afgrijselijke gezichten probeerden hem niet van het leven te beroven. Hij was veilig, in Avengers Tower, bij zijn vrienden.
En toch zag hij de vijand naderen.
Hij schoot de eerste kamer in die hij zag, en belandde in een bar. Hij zag flessen liggen in een hoog rek. zo snel als zijn korte beentjes hem konden dragen, rende hij eropaf. Hij trok een fles open en begon gulzig te drinken. Hij was zo verschrikkelijk bang. Hij dronk zo veel als hij op kon. Alcohol gleed langs zijn hals naar beneden. De drank zou de angst weg nemen. Hij hoestte en zette een nieuwe fles aan zijn lippen. Ze zaten hem op de hielen.
Maar het was niet de Chitauri die door de deur naar binnen beukte; het waren zijn teamgenoten, de twee vreemden en de clown. En Barton was degene die hem met een hoge kreet weggriste bij de geopende flessen op de vloer, en hem tegen zich aangedrukt hield alsof hij hem ging beschermen tegen het leger, tegen de overmacht, tegen Loki.
Tony huilde en durfde eindelijk wat van de angst los te laten. De eerste alcohol verdoofde hem een beetje, en hij wist dat het later beter zou worden, dat alle pijn zou verdwijnen en met de pijn zijn zorgen, en met zijn zorgen... de jagende angst. Angst die hem weigerde met rust te laten, hoe hard hij ook smeekte en hoeveel hij ook bad. Hij ging dood, zou worden verzwolgen door de angst, en niemand zou hem kunnen wegtrekken bij zijn demonen.
Hij beefde aangedaan in de sterke armen van de boogschutter, klampte zich vast aan de kleren van de man. M-Misschien ging hij vandaag niet alleen dood. H-Heel misschien wist iemand hem af te schermen van de angst.
Hij realiseerde zich niet dat hij al ruim twee minuten niet had gedacht en de alcohol als verdovend medicijn eerder zijn intrede deed, dan hij gewend was.
W-Wat was er toch met hem aan de hand? E-En wie was Peter Parker?
JE LEEST
Avengers: Age of Tony | ON HOLD
Hayran KurguHet was vast geen onnatuurlijke reactie; één van totale paniek toen hij zichzelf die morgen in de spiegel zag. Hij was al achterdochtig toen hij zich zijn bed uit had laten glijden. Het matras was breder dan hij zich kon herinneren, hij moest zijn p...