39. In mijn dakgoot

66 10 4
                                    

Sorry dat het me zolang heeft gekost te updaten. Ik had geen inspiratie, maar heb nu weer nieuwe ideeën en bovendien de motivatie voor dit verhaal nu gelukkig weer terug gevonden.
Vandaar nu meteen 3 hoofdstukken in 1x!

* * *

Ned had Tony langer alleen moeten laten dan hij had gehoopt. Toen hij terugkeerde naar zijn kamer trof hij deze leeg aan. Zijn hart sprong naar zijn keel. Paniek sloeg toe. Zijn ogen vlogen door de kamer, bleven steken op het openstaande raam.

De puber had geen seconde te verliezen. Toen Tony Stark nog geen half uur geleden huilend ineen was gestort in zijn kamer, wist hij meteen dat er iets niet klopte. Hij begreep al vlug dat de jonge billionaire in een soort mind-set was geraakt die hem zijn gewoonten uit zijn jeugd terug gaf, maar tegelijk net genoeg van het geheugen van de man in tact liet om hem te laten begrijpen wie vriend was en wie vijand.

'Tony?' Hij durfde de naam haast niet uit te spreken terwijl hij het raam naderde, bang dat hij de jongen daar niet zou vinden, maar in plaats daarvan op de stoep voor het huis. 'Tones?'

Een zachte snik. Ned sprong naar het raam toe, boog hijgend naar buiten. Hij kon zichzelf amper kalm houden bij wat hij aantrof; Tony Stark zat ineengedoken in zijn dakgoot, een luttele meter bij het raam vandaan geschoven.

'T-Tony?'

De jongen keek op. Zijn gezicht was betraand en uit zijn donkere ogen sprak zoveel wanhoop en pijn, pijn uit een verleden waarvan Ned niet eens kon dromen dat hij ooit de meest simpele details ervan zou begrijpen.

'Tones, hé.' Koosde hij. Zijn stem beefde. Niet eerder in zijn leven had Ned zich zo hopeloos gevoeld, zo bang ook. Zelfs als hij op het nieuws zag hoe Spidey – hoe zijn vriend – werd neergeschoten door een superschurk, ervoer hij niet de angst die nu door zijn lichaam gierde. Hij vreesde voor Tony, voor zijn leven, voor zijn welzijn.

Tot zijn grote schrik wond Tony na enige stilte zijn blik af en richtte deze op de stoep twee etages lager. 'N-Ned.' Stark keek niet op. Hij leunde lichtjes naar voren. 'Ned, help m-me.' Hij bleef naar beneden staren, leek te worden aangetrokken tot de diepte.

'O-Oké.' De puber leunde verder uit het raam. Hij staarde strak naar de jongen in zijn dakgoot.

Hij kon het niet laten. Hier was hij niet voor gekwalificeerd. 'H-Hoe?'

De ogen waren weer op hem gericht, en Ned schrok van wat hij erin aantrof. 'D-Dit is niet je eerste keer, hè?' Het was geen vraag, ook al werd de zin wel zo gepresenteerd. Het was een vermoeden, een vermoeden dat al voordat het was uitgesproken was bevestigd door de ogen van de knul op zijn dak.

'I-Ik wil niet dood.' Tony kromp verder in elkaar. Een traan vormde een vlekje op zijn opgetrokken knie. Het glom in het licht dat door het open raam naar buiten viel.

'M-Misschien. . . Vertel me wat je daar doet?'

Stark keek weer naar beneden. Ned wilde niet dat hij dat deed. Het maakte hem bang. 'I-Ik heb al tien verschillende manieren bedacht voor hoe het zou kunnen aflopen als ik sprong.' Tony's stem was klein. 'Zo hoog is het niet. Ik denk dat ik het wel zou overle-'

'Nee!' Ned schrok zelf terug van de vastberadenheid die uit zijn stem klonk. 'Je gaat niet springen. Wat er ook gaande is in dat hoofd van je; je gaat niet springen!' Opeens was hij bang dat hij de aandacht van iemand in het huis had getrokken. Hij hoopte van harte dat zijn ouders geen polshoogte zouden komen nemen, of erger nog; zijn zusje. Ze was een goed mens, maar iets zei Ned dat met haar komst Tony sowieso op de stoep zou belanden.

'Oké.' Stark richtte zijn bruine ogen op de puber in het raam. Dit keer keek hij niet meer weg om naar beneden te turen. Hij bleef de jongen strak aanstaren, nieuwsgierig, hoopvol – Ned kon de blik niet goed plaatsen.

'Kom je hierheen?' Ned durfde niet te knipperen, bang als hij was dat het Tony over die mentale streep in zijn hoofd zou duwen en hem een zekere dood tegemoet zou sturen.

De jonge playboy schudde zijn hoofd, bleef zitten. 'Ned?' Vroeg hij na enige tijd. 'Ik ben...' Wat het ook was dat hij wilde zeggen, het leek hem vele moeite te kosten het over zijn lippen te krijgen. 'b-bang.' Stilte. 'Ik wil niet bang zijn.'

'Tones, het is echt niet erg om zo nu en dan bang te zijn van iets.'

'Stop met liegen.' De blik van de jongen in de dakgoot was leeg. 'Je liegt! Ik wil niet dat je liegt! Iedereen liegt!' Zijn stem brak, en zijn hele lichaam schokte van het verdriet dat hij ervoer, twee etages boven de aanlokkelijke stoep met de zwarte Mercedes.

Ned schrok terug van de uitbarsting. Dacht de jongen echt dat het erg was bang te zijn? 'K-Kan je hierheen komen? Ik kan warme chocolademelk maken en we kunnen een film kijken. Wat het ook is dat je kan opvrolijken.'

Tony keek weer naar de stoep. 'Niks kan mij nog opvrolijken, Ned.'

De puber was er voor even van overtuigd dat de billionaire zich van de dakgoot zou laten vallen, maar dat gebeurde nooit. Tony raakte afgeleid van Neds vader die over de stoep kwam aanlopen, terug van werk. De man keek op, waarschijnlijk om de heldere nacht te bewonderen, en zag daarbij Tony zitten. 'Ned!?' Was het eerste wat hij uitte, en toen Ned naar hem zwaaide vanuit het raam: 'Wat... O mijn God! Maya!' Hij stormde klaarblijkelijk het huis binnen. De voordeur ging luidruchtig open, werd dichtgesmeten. Ned hoorde zijn moeder bezorgd wat naar zijn vader roepen, maar Harold luisterde klaarblijkelijk niet. Voetstappen stormden de trap op. 'Maya!' Harolds stem kwam dichterbij. Ned hield Tony scherp in de gaten, alsof het was zou uitmaken als de jonge playboy nu besloot om te springen; Ned was te ver weg om iets uit te kunnen richten. 'Er zit een jongen in onze dakgoot!'

De deur van Neds kamer vloog open. Voordat Ned zich had kunnen omdraaien, was hij weggetrokken bij het raam en had Harold zijn plek ingenomen. Ned hoorde zijn vader tegen Tony Stark praten. De stemmen klonken alsof ze uit een andere dimensie kwamen, probeerden door te filteren naar de zijne. Dit kon niet echt zijn, dacht hij, verdoofd. Het kon gewoon niet zo zijn dat hij net tegen een jongen had gepraat die op het punt stond suïcide te begaan.

Hij had geen idee hoe het ertoe leidde, maar hij vond zichzelf in de woonkamer, ingewikkeld in dekens, met naast hem op de bank Tony Stark, ademend, warm en in leven. Harold en Maya spraken tegen de jongen, zachtjes, om de nieuwsgierige oren van Neds zusje buiten het gesprek te kunnen houden. Tony keek de volwassenen de hele conversatie lang niet aan. Hij weigerde het eten dat ze hem aanboden, zelfs de thee om hem te helpen kalmeren.

'Het is niks.' Wimpelde hij alle bezorgdheid steeds af, zonder ook maar één keer vermoeid te klinken hoe uitgeput hij er ook uitzag. 'Ik ben oké. Niks aan de hand, echt niet.'

Echt niet. De woorden van de billionaire dwarrelden de volgende dag nog door zijn hoofd toen de stoel naast Peter leeg bleef. Hij probeerde het te ontkennen; dat hij bezorgd was. Maar Tony's stem die de woorden van gisteravond fluisterde: Het is niks. Ik ben oké. Niks aan de hand, echt niet. bleef de hele dag bij hem als de lyrics van een nummer dat je het liefst zou vergeten, maar desondanks de hele dag bleef horen.

Avengers: Age of Tony | ON HOLDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu