56. Het hoeft allemaal niet meer

54 10 2
                                    

Happy Hogan was Tony's minst favorite persoon - na Mr. Ik-ben-Captain-America-maar-niet-heus - om door naar school te worden gebracht. Begreep hem niet verkeerd; de chauffeur deed alles zoals het hoorde, maar een kleine glimlach was al genoeg geweest om de autoritten aangenaam te maken.

'We zijn er.' Happy draaide zich om in zijn stoel en bekeek de jonge Stark terwijl deze met absolute tegenzin in zijn ogen naar de school staarde. De puber had nog niet eens gepoogd de deur te openen.

Vreemd, vond de bodyguard. Meestal stond hij tegen deze tijd wel op de stoep met die onzekere glimlach van hem.

'Is er iets, kid?' Hogan volgde de blik van de jongen en ook hij staarde op naar Midtown High.

Stark schrok op uit zijn gedachten. Hij greep zijn schooltas terwijl hij binnensmonds wat mompelde. Langzaam - te langzaam in de bodyguard zijn ogen - opende de verjongde playboy zijn portier. Hij bleef even zitten, benen al half uit de auto. Zijn ogen dwaalden over de scholieren voor de school. Zijn blik bleef even liggen op iemand aan de rechterkant van de poort en daarna op een groepje jongens bovenaan de trappen voor het schoolgebouw.

'Fijne dag verder.' Haastte de puber zich te zeggen, en weg was hij. Hogan zag Tony als een jonge antilope tussen de kinderen door zigzaggen en de trap op sprinten met twee treden tegelijk. Hij rende met een grote boog om het groepje jongens heen waarvan Happy vermoedde dat hij ernaar had gestaard en wurmde zich aan de andere uiterste kant van de ingang het gebouw binnen. Zijn rugzak - waarvoor hij in zijn hele vlucht nooit de tijd had genomen om hem op zijn rug te nemen - bleef klemmen tussen een meisje en de deurpost. Hogan zag hoe Tony er haast wanhopig aan trok om los te komen, en verdween toen volledig uit het zicht.

Verbouwereerd - want dit was hij niet gewend van zijn baas, wie altijd een bedankje liet horen omdat hij hem had gebracht en nooit een kans voorbij liet schieten om een voorzichtig gesprek met hem te beginnen - startte de bodyguard de auto. Hij keek nog een laatste keer naar Midtown High, het gebouw dat zijn baas had opgeslokt als een kwaadaardig monster, en gaf toen gas.

* * *

Tony haatte school. Hij haatte school, hij haatte Flash en hij haatte vooral Jack. Jackass was een veel betere naam voor die vuile rat. Waar Stark ging, was die stomkop ook. En hoewel Tony hem haatte vanuit de grond van zijn hart en niets liever zou doen dan hem opzadelen met een peperdure doktersrekening, hield hij zich in. Wat kon hij ook tegen die sukkel beginnen? Hij was zwaar in de minderheid. Jack had deze hele vriendengroep die hem continu vergezelde. Tony had Pet, MJ en Peter; drie handlangers die misschien wel een hoop schade konden aanrichten onder zijn leiding, maar wie hij nooit in zijn vuurlinie zou durven plaatsen.

Het enige logische dat hij nog kon bedenken om zichzelf te beschermen tegen de fratsen van Flash, Jack en al deze tientallen leraren die in de loop van de tijd de pik op hem hadden gekregen - kon hij er veel aan doen dat ze leugens onderwezen - was spijbelen. En dat deed hij dus ook.

Wanneer een Avenger hem naar school bracht, of Happy als dat de helden beter uit kwam, liep hij heus het gebouw binnen - alles om ze in de waan te laten dat hij kwam opdagen in de lessen - maar hij liep net zo makkelijk aan de achterkant weer naar buiten.

Hij ontweek Ted, MJ en Parker en Flash en Jack en al die leraren die hem niet mochten als hij zich voor die paar luttele minuten in de school bevond.

Jack stuurde een berg appjes als reactie op zijn afwezigheid, vroeg in de helft daarvan of hij misschien ziek was.

Tony blokkeerde zijn nummer.

Avengers: Age of Tony | ON HOLDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu