Hoofdstuk 55

2.7K 72 15
                                        

POV Grace
Ik probeer voor de vierhonderdste keer sinds ik hier ben mijn handen te bewegen, maar zoals de vorige 399 keren krijg ik mijn handen niet los. Het helpt ook niet dat ik niks kan zien in deze donkere ruimte. Ik voel dat ik op een bed lig, maar comfortabel is het niet. Het voelt vies en oud en alleen het aanraken geeft me al een kriegelig gevoel. De kamer heeft ook een raar geurtje dat haast niet te beschrijven valt. Het is muffig en stoffig, maar het lijkt alsof iemand de stank probeerde op te bergen met wat deodorant. Echt goed gelukt hoor.

"Ligt die lamzak nou nog steeds te slapen?" Hoor ik iemand grinnikend zeggen. Die 'lamzak' kan je gewoon horen, maar oké. "Weet ik veel," antwoord een andere stem ongeïnteresseerd. "Ga checken dan," zegt de eerste stem weer met een bevelende toon. "Of jij staat op en doet het lekker zelf," zegt de tweede persoon geïrriteerd. Ik hoor het geluid van een klap, gevolgd door gejammer en dan het geluid van de deur die opengaat. "Ben je onderhand wakker?" Vraagt iemand met een vrij zware stem. Ik twijfel of ik moet antwoorden of niet, maar mijn maag besluit het voor mij te doen en als een gekke te rommelen. De persoon grinnikt: "Ik neem aan dat dat een ja was."

Ik besluit nou wel te praten: "Kan er geen lamp aan ofzo?" "Maar natuurlijk, lieverd," zegt hij met een grijns die ik niet eens hoef te kunnen zien om te weten dat hij aanwezig is. Hij staat op en drukt de lamp knop aan en zoals ik al had voorspeld: een misselijkmakende grijns. Ik bekijk de jongen die voor me staat en ik niet herken... of vertrouw. Zijn arrogante gezichtsuitdrukking en zelfingenomen uitstraling maken me gelijk al duidelijk dat hij één van hen is: een van de monsters die er alles aan zullen doen om mijn leven een levende hel te maken.

"Aan het genieten van het verschrikkelijk mooie uitzicht, schatje?" Vraagt hij verwaand. Fijn, nog zo'n klootzak. "Het 'verschrikkelijk' deel klopte tenminste wel," mompel ik met een neppe glimlach. "Ouch, recht in mijn ego," zegt hij grappend terwijl hij zijn hart vastpakt. "Ja, ik dacht dat die ook wel wat kleiner kon. Je zou me dankbaar moeten zijn," zeg ik onschuldig. Ik zie dat hij nou een beetje geïrriteerd begint te worden en twijfel of ik hem nog bozer moet maken of nu moet stoppen. Ik ken hem net dus misschien is het beter als ik hem zo lang mogelijk bevriend hou.

Ik zucht en rol mentaal mijn ogen om mijn saaie keuze. Hij staart me nou al de hele tijd met een hongerige blik aan dus ik schraap mijn keel en kijk hem strak aan: "Waarom ben ik hier eigenlijk?" "Waarom? Vind je het hier niet leuk?" Vraagt hij mijn vraag ontwijkend. "Waar is die klootzak?" Vraag ik terwijl ik een walgende blik bij het woord 'klootzak' niet kan weerstaan. "Met klootzak gok ik dat je Liam bedoeld," zegt hij stom grijnzend. "Mooie observatie, Einstein," zeg ik sarcastisch, "nou, waar is hij?" "Moet ik hem voor je halen, schatje?" Vraagt hij mij nog altijd met lust aankijkend. "Of, je laat me gewoon vrij," zeg ik hoopvol. Hij lacht me zonder schaamte recht voor mijn gezicht uit. "Ja, want dat gaat gebeuren. Ik moet zeggen ik hou wel van een optimistische meid," zegt hij als hij eindelijk klaar is met mij uit te lachen. Ik voel dat ik een beetje moet blozen door de schaamte, maar negeer het.

"Krijg ik iets te eten of zijn jullie van plan om me niet alleen te ontvoeren terwijl ik al letterlijk ontvoerd was, maar me ook nog eens uit te hongeren?" Vraag ik hem geïrriteerd. "Hoe verleidelijk het ook klinkt," zegt Liam die ineens tevoorschijn komt van achter de deur, "is dat niet de planning." "Oh fijn, mijn favoriete klootzak is hier ook," zeg ik sarcastisch glimlachend. "Je favoriet? Grace, stop, dalijk ga ik nog blozen," zegt hij plagend. Ik rol mijn ogen door zijn opmerking, maar reageer er niet op. "Dus krijg ik nog wat te eten of...?" Vraag ik aan niemand specifiek, gewoon hopend dat één van de twee arrogante zakken voor me eten gaat halen. "Maar natuurlijk, lieverd," zegt de ene jongen waarvan ik de naam nog moet vragen waarna hij knipoogt.

Als hij weg is leg ik mijn aandacht weer bij Liam dus nu op het bed is gaan zitten. "Dus, Liam," zeg ik, zijn naam uitspugend als vergif op mijn tong, "waarom ben ik hier?" "Grace-je toch, het is toch gewoon harstikke gezellig om met je favoriete persoon op deze aarde te zijn," zegt hij met een overdrijvende nadruk op 'favoriete'. "Rot op met die onzin. Waarom ben ik hier?" Zeg ik nu serieuzer. "Omdat ik dat wil, schatje," zegt hij grijnzend. "Iets specifieker graag," zeg ik geërgerd om zijn antwoord waar ik niks aan heb. Ik voel mijn geduld langzaam opraken.

Kidnapped By HimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu