Hoofdstuk 45

3.3K 101 14
                                        

POV Grace
We verdelen alle spullen en ik check nog één keer of we alles hebben. "Dus het plan is duidelijk?" Vraag ik iedereen. De vage knikjes zijn voor mij een teken dat het slim is om nog één keer over het plan heen te gaan. "Oké, dus even voor de herhaling: ik ga dalijk boven eerst de sleutels van de celdeur van Aiden pakken. Hij heeft die sleutels altijd bij zich, heb ik gemerkt. Als de celdeur open is dan ga ik 'flauwvallen' bij Jack. Als jullie mij dan horen schreeuwen dan kunnen jullie komen. Ik zal er voor zorgen dat de deur open is. Bella en Lily, jullie zorgen ervoor dat de voor- en achterdeur open zijn en jullie zijn eigenlijk 'de kaart' als we eenmaal buiten zijn, omdat jullie een goed richtingsgevoel hebben. Chloë, jij bent onze verdediger. Wat jij moet doen is ervoor zorgen dat we niet gevolg worden en eventueel met ze het gevecht aan gaan. We hebben jou deze taak gegeven door je geschiedenis van vechtsport. Jij hebt dus de meeste wapens. Vergeet niet: verleiding is één van de beste dingen die we kunnen doen als we ze willen verwarren, gebruik het. Charlotte, jij bent ons brein. Jij zorgt ervoor dat we altijd de slimste weg nemen. Ook zorg jij ervoor dat alles volgens plan verloopt. Jessica, jij bent de ogen en oren. Jij weet wie hulp nodig heeft en je bent onze uitkijk. Je bent ons geheime wapen. Iemand nog vragen?" Vraag ik ze.

"Wat doen we als we buiten zijn?" Vraagt Lily. "Rennen," zeg ik kort en vastberaden, "zo snel als je benen je kunnen dragen." "En wat als ze één van ons te pakken krijgen?" Vraagt Chloë. "Vechten: zij zijn sterk, maar wij zijn in de meerderheid. We moeten op elkaar kunnen rekenen en we zijn een team," zeg ik hoofd knikkend naar iedereen.

"Oké, let's go!" Zegt Chloe enthousiast. Als ik zo naar de meiden kijk, ben ik tevreden met wat ik zie. Ik zie niet meer die onzekere, bange meiden, maar vechters die deze jongens niet zo makkelijk gaan laten winnen. Ik knik en we staan allemaal op. Ik wil net weglopen als ik Jessica's stem hoor. "Kom op Grace, je kunt dit," zegt ze aanmoedigend. Ik geef haar een zwak lachje. "Bedankt," zeg ik, proberend zo kalm mogelijk te klinken. Ik sluit mijn ogen en neem een diepe adem voordat ik de deur uitloop.

Eenmaal boven hoor ik de tv aanstaan dus weet ik dat er iemand in de woonkamer is. "Aiden, over net ik-," mijn stem komt tot halt als ik iemand anders op de bank zie zitten. Ik probeer mijn geschokte uitdrukking te verbergen. "Wat doe jij hier?" Vraag ik, mijn stem vol afschuw.

"Nou nou, Grace, dat is geen manier om je oudere broer te groeten," zegt hij grijnzend terwijl hij zijn hoofd tuttend heen en weer schud. "Welke oudere broer?" Zeg ik emotieloos, de angst compleet onderdrukt hebbend. "Au, Grace, die deed pijn," zegt hij nep-gekwetst. "Ik moet gaan," mompel ik, duidelijk ongeïnteresseerd in dit gesprek. ""Niet zo snel, zusje," de manier waarop hij 'zusje' zegt, stuurt rillingen door me heen. "Ik ben jouw zusje niet," zeg ik kil en verafschuwd. "Zeg dat nou niet, Gracie," zegt hij nep pruilend. Ik voel een steek door mijn hart gaan bij het geluid van mijn oude bijnaam. "Rot op," krijg ik er nog net uit. Hij staat op van de bank en komt dichterbij. "Blijf van me weg," vertel ik hem, een klein beetje angst door mijn emotieloze uitstraling brekend.

Hij zet grijnzend nog een paar stappen dichterbij. Ik stap naar achter tot ik tegen de keukentafel aanbots. "G-ga weg," roep ik naar hem, nog steeds proberend mezelf groot te houden. "G-ga weg," doet hij me na, "weet je wel niet hoe zielig je klinkt?" Flikker op," schreeuw ik naar hem, eindelijk wat kracht  terug in mijn stem te hebben gevonden. Hij schud lachend zijn hoofd en blijft naar me toe stappen. "Je bent altijd al zo zwak geweest," fluistert hij bespottend in mijn oor als hij recht voor me staat. "Mason en ik hadden je echt wat harder aan moeten pakken," zegt hij grijnzend. Hij probeert me tegen Mason op te zetten! "Mason is niet zo'n gekke psychopaat als jij, Matthew, accepteer dat," fluister ik vastbesloten.

Ineens pakt hij me bij de zijkant van mijn armen vast. Hij zet zijn nagels in mijn vel en kijkt me doordringend aan. Ik knijp mijn lippen samen en probeer niet te laten zien dat hij me pijn doet. Niet alleen fysiek... Zijn ogen scannen mijn gezicht en een grijns verschijnt op zijn gezicht. "Doe ik je pijn, lief zusje?" Vraagt hij grijnzend terwijl zijn nagels nog steeds in mijn vel staan. Ik antwoord niet uit koppigheid en blijf stil staan. In één snelle beweging trekt hij me ruw naar voren, dichter naar hem toe. "Ik vroeg je iets," snauwt hij in mijn gezicht. Een eenzame traan verlaat mijn oog. "Patético,"  fluistert hij als hij de traan volgt met zijn ogen. 'Patético' is Spaans voor 'zwak'. Spaans is een taal die mijn oma vaak sprak, omdat het haar favoriete taal was. Mijn 'broer' weet hoeveel ik van haar hield voordat ze dood ging, dus dat hij nou mij beledigt in die taal is hartverscheurend voor me en hij weet dat.

Ik sluit mijn ogen zodat ik hem niet aan hoef te kijken. Als ik mijn ogen weer open, is hij al weg. Gehaast veeg ik de traan, die een nat spoor op mijn wang achtergelaten had, weg voordat er meer komen. Ik heb geen tijd hiervoor. Ik haast me naar boven. Na een paar random kamers binnen te hebben gelopen kom ik uiteindelijk bij Aiden's kamer. "Hey Aiden, het spijt me echt dat van net," zeg ik als ik binnen kom lopen. Ik merk dat hij hier ook niet zit als ik de lege kamer aantref en zucht.

Ik loop naar Jack's kamer en klop op de deur. Na een lange stilte zucht ik en draai ik me om om weg te lopen als ik een zware stem hoor. "Wat?" Vraagt hij vanuit zijn kamer. Ik open de deur en zie Jack op zijn bed zitten. "Waar is Aiden?" Vraag ik hem. "Weet ik veel," zegt hij geïrriteerd. Ik hou een oogrol tegen en zet een nep glimlach op. "Weet je of hij weg is gegaan?" Vraag ik hem met knarsende tanden. "Ja," zegt hij grijnzend. "Waarheen dan?" Zeg ik nu erg geïrriteerd. "Waarom wil je het weten?" Vraagt hij geamuseerd. Nu hou ik de oogrol niet tegen. "Zeg het gewoon, Jack, ik heb hier geen zin in" zeg ik zuchtend. "Nee," zegt hij na een kort stilte, terwijl een geniepig lachje zijn weg op zijn gezicht vindt. Ik kijk hem boos aan en knal de deur dicht nadat ik eruit gelopen ben. Waarom is iedereen zo irritant? Zoveel vraag ik niet eens!

Ik wil net boos de trap afstormen als ik tegen iemand opbots. "Kijk eens uit waar je-," zeg ik geïrriteerd terwijl ik overeind kom. "Aiden, eindelijk hier ben je," onderbreek ik mezelf als ik merk dat het Aiden was die niet kan uitkijken. "Zocht je me?" Zegt hij knipogend. "Toevallig wel ja, maar niet op zo'n manier," zeg ik, dat laatste walgend. "Wat kan ik voor je doen schoonheid?" Vraagt hij me. Shit, ik heb niet eens nagedacht hoe ik de sleutel van hem zou krijgen. Dit plan gaat tot nu toe niet zo geweldig...

"Ik..umm...Wat doet die ene gast hier?" Vraag ik hem na een korte tijd van nadenken. Ik probeer mijn stem zo normaal mogelijk te laten klinken als ik 'die gast' zeg en naar mijn broer verwijs. "Bedoel je Matt?" Vraagt hij. "Ja, die ene," probeer ik nonchalant te klinken. "Hij is bevriend met Nick en toevallig was hij dichtbij deze plek," zegt Aiden na even na te hebben gedacht. Dat is raar, want ik zag hem laatst nog in Nederland. "Oké," zeg ik onverschillig. "Maar ik moet weer gaan," zegt Aiden. "N-nee," schreeuw ik bijna. "Wat? Waarom niet?" Vraagt hij ietwat geschrokken van mijn plotse reactie. "Ik -umm," zeg ik, mijn brein zijn best doen om iets te bedenken.

Ik begin een beetje stom te wankelen en ik hou mijn hoofd vast alsof hij elk moment uit elkaar kan barsten. "Grace? Gaat het wel?" Vraagt hij. "Nee, Aiden ik voel me niet zo goed," zeg ik nep-zielig. Ik laat me ineens tegen Aiden aanvallen en voel zijn lichaam aanspannen door de plotselinge beweging van mij. "Ik ben zo duizelig, Aiden," fluister ik dramatisch tegen hem.

Hij zet één arm in mijn knieholte en met de andere ondersteunt hij mijn rug. Hij draagt me op die manier de trap af naar de bank. Hij legt me zachtjes neer en ijsbeert even door de kamer heen, omdat hij niet weet wat hij moet doen. "Blijf hier liggen, ik ga Jake bellen," zegt hij na even nagedacht te hebben. "N-nee," zeg ik net iets te snel. "Zo erg is het niet, dan wordt hij alleen maar bezorgt," lul ik snel bij elkaar. "Ohh," zegt hij wat verrast over mijn plotseling verandering van humeur, "wil je iets anders?" "Kan je een glas water voor me pakken?" Vraag ik hem 'vermoeid'. "Is goed," zegt hij voordat hij naar de keuken loopt.

Hoe ga ik die sleutel van hem pakken? Ik kan hem er zeker niet om vragen! Wacht... "Hier, een glas water voor madame," zegt hij terwijl hij grappend buigt alsof hij een ober is. "Dank je," zeg ik met een glimlach. "Jij hebt toch de sleutels van alles?" Vraag ik nonchalant. "Ja, hoezo?" Vraagt hij een beetje argwanend. "Ik heb zo'n kastje in mijn kamer gezien en daarvoor is een sleutel nodig. Volgens zit die aan die sleutelbos," leg ik hem uit. "Ohh oké, weet je welke sleutel het is?" Vraagt hij terwijl hij de sleutelbos uit zijn zak haalt.

"Ik pak wel gewoon de hele bos en dan geef ik die daarna wel weer terug," zeg ik, proberend te klinken als het niet echt iets groots is. "Is goed," zegt hij met twijfeling in zijn stem. Ik pak de bos uit zijn handen en spring enthousiast omhoog. Dan herinner ik me dat ik deed alsof ik duizelig was en loop al meteen wat langzamer en krampachtiger. Nu begint het plan pas echt...

Heyy, nieuw hoofdstukje😏
Nieuwsgierig naar de rest van het plan? Dan zal ik maar snel doorschrijven😉
Vote🙈
Comment😊
Ly all💕
Xx K

Kidnapped By HimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu