18. De onbreekbare band

3.2K 142 19
                                    

Dit is niet echt.

De angst. De pijn. Het verdriet.

Dit kan onmogelijk echt zijn. Ik begrijp het niet. Het is zo onwerkelijk. Zo onrealistisch. Hoe kan mij dit overkomen? Hoe kan het Charissa overkomen? Ik begrijp het niet. Ik begrijp het echt niet. Waar heeft ze dit aan verdiend? Waarom moet dit gebeuren? Het is zo oneerlijk. Het leven is zo ongelooflijk oneerlijk. Dit kan niet waar zijn. Dit mag niet gebeuren.

Nee.

Nee, dit gaat niet gebeuren. Het is absoluut geen optie om Charissa van mij weg te nemen. Van mij. Van mijn moeder. Van mijn vader. Absoluut niet. Ik accepteer het niet. Elke vezel in mij gaat hiervoor vechten. Deze tragedie gaat ons niet overkomen. Ik sta het niet toe. Als ik mijn zusje verlies is er geen reden om nog verder te gaan. Waarom zou ik? Wat is het nut? Hoe zou ik ooit de draad moeten oppakken als ik familie verlies? Hoe is het mogelijk om ooit nog positief naar de wereld te kijken als mijn leven is ingestort? Gebroken in duizend stukjes met geen mogelijkheid om de scherven te lijmen. Nu niet, nooit niet.

Er zal een open wond zijn. Een die niet eenvoudig is te helen en zelfs áls het transformeert tot een litteken zal er altijd een symbool achterblijven. Een symbool van duisternis. Een herinnering aan pijn.

Het gevoel van werkelijkheid is weg. Verdwenen. Spoorloos. Verloren. Vanaf het moment dat ik het nieuws krijg te horen heeft mijn lichaam de stop knop ingedrukt. Er is zoveel dat ik voel en zo weinig dat ik ermee kan doen. Alle functies zijn uitgeschakeld. Het nadenken. Het begrijpen. Bewegen. Praten. Zelfs ademen gaat moeilijk. Alle klanken van geluid gaat als een gedempte vloedgolf langs me heen. Ik maak het mee en toch ook weer niet. Het enige wat ik hoor is het luide gebonk van mijn hart. Het beklemde gevoel op mijn borst voelt zo hevig dat ik haast zou denken dat ik een hartaanval krijg. Het voelt zo naar. Zo benauwd.

De duizeligheid door mijn hoofd maakt het er niet beter op. Mijn hele lichaam en geest is de controle kwijtgeraakt. Ik heb me overgegeven aan verdriet en angst. Het heeft zoveel macht. Zoveel invloed. Het baant zich een weg door mijn lichaam. Het is een gevoel dat met de secondes mee blijft groeien tot ik het niet meer aankan. Het slaat om in paniek. Het is de vrees voor wat komen gaat. Voor wat er zou kunnen gebeuren.

"Je moet naar het ziekenhuis komen. Ze weten niet of Charissa het gaat redden."

De woorden blijven maar door mijn hoofd galmen. Keer op keer. De betekenis ervan drijft me tot waanzin. Ik wil er niet aandenken en toch is er niks anders dat me ervan weerhoudt erna te luisteren. Het is het enige waar mijn aandacht naartoe kan. Verder is er niets. Niets behalve de pijn dat nog erger is om op te concentreren. De inwendige pijn waarvan niemand zich kan voorstellen hoe vreselijk het is en de pijn van buitenaf. Het verdriet dat wordt geuit in gesnik, een trillende lip en een heleboel tranen. Alles samen is zo overweldigend dat het nauwelijks is te verdragen. Ik ben compleet gebroken.

Mike doet er alles aan om de situatie beter te maken. Naar mijn mening een hopeloze poging maar opgeven doet hij niet. Hij blijft maar zeggen dat hij zeker weet dat de dokters in het ziekenhuis Charissa gaan redden. Dat hoe duister het nu ook mag lijken: het gaat goedkomen en ik zal mijn zusje niet kwijtraken. Niet op dit moment. Niet vandaag en niet op deze manier. Ik wil hem geloven. Werkelijk waar. Ik wil geloven dat het allemaal niet zo erg is als het lijkt en ik binnen de kortste keren mijn zusje in mijn armen heb. Veilig en gezond. Maar wat als het niet zo is? Wat als het valse hoop is die de klap alleen maar harder laat aankomen?

Misschien ben ik te negatief. Misschien ben ik verstandig door me erop voor te bereiden. Ik weet het niet. Niets is me duidelijk. Ik kan alleen maar huilen en me door Mike laten leiden.

Het is mijn kindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu