42. Nieuwe kansen, nieuwe fouten

1.6K 87 5
                                    

Ik probeer het tegen te gaan. Ook al weet ik dat het zinloos is. Ik moet het blijven proberen. Ik moet er tegen vechten. Adem diep in Sophie. Ja goed zo. En nu weer uit. Oké. Hou je ogen open. Kijk naar de weg. Doe alles behalve het sluiten van je ogen. Hoor je me?

Het stemmetje in mijn hoofd is nutteloos. Hoe diep ik ook ademhaal, hoe ver ik mijn ogen ook open: het blijft genadeloos door mijn hoofd dreunen. Elk woord baant zich een weg tot de centrale plek in mijn geheugen. Als prikkende naalden dringen ze binnen. Pijnlijk en scherp. Ongevraagd. Elke letter. Elk woord. Luid en nagalmend. 

Ik weet je te vinden Sophie Lente ... Ik weet je te vinden ... Charissa's ongeluk was nou eenmaal noodzakelijk ... noodzakelijk ... Laten we hopen dat het zich niet hoeft te herhalen ... herhalen ... herhalen ... Hoe ver ben je bereid te gaan om je baby te beschermen ... je baby ... je baby ... beschermen ... beschermen ... Ze heeft haar moeders ogen ... prachtig groen ... groen ... groen ...

Met het gevoel opgejaagd te worden door de zware, galmende stem in mijn hoofd versnel ik het fietstempo. Vanaf het ziekenhuis ben ik mijn fiets opgesprongen en zonder normaal gedag te zeggen tegen Emily, ging ik ervandoor. Er was en is teveel verwarring om me normaal te gedragen. Ik kan alleen maar fietsen. Als een bezetene, alsof mijn leven ervan afhangt. Steeds sneller gaan de trappers. De hartslag gaat in een klap omhoog. De adrenaline stroomt door mijn aderen.

Bezweet van het snelle fietsen trap ik net op tijd op de rem. Vlak voor de deur stap ik in een vlugge beweging af. Binnen enkele secondes is de fiets op slot. Naast me staat de auto geparkeerd, wat betekent dat de andere al in de woonkamer zitten. 

Buiten adem blijf ik staan. Door het raam kan ik het zien. Charissa staat middenin de kamer met haar beste vriendinnen om haar heen. Ze lachen, maken drukke handgebaren en geven elkaar een groepsknuffel. Aan de muur hangt een groot wit doek. De tekst "welkom thuis!" is er met pikzwarte verf op geschilderd.

Het ziet er gezellig uit. Een leuke meidenavond, zoals van te voren is afgesproken als verrassing voor Charissa. Lekker kletsen, pizza maken, films kijken en popcorn eten; het hoort er allemaal bij. Ik weet dat Charissa gaat vragen of ik er bij wil zitten, vanaf het moment dat ik de deurdrempel over ben. Het thuis zijn heeft haar te enthousiast gemaakt, waardoor ze niet zal zien wat er aan de hand is.

Ze zal niet doorhebben dat ik langzamerhand kapot word gemaakt. Ze zal niet merken dat het duizelt in mijn hoofd, dat ademen moeilijk gaat, mijn hart onrustig klopt en mijn borst een beklemmend gevoel heeft. Het zijn allemaal kenmerken van mijn lichaam. Mijn lichaam die aangeeft hoe ik me voel: bang. Charissa, mam, pap of wie dan ook: ze zullen het niet zien. En dat geeft niet. Dat is oké. Het laatste wat ik wil is een van hen erbij betrekken. Het is al erg genoeg zo.

Het rekensommetje is gemaakt: ik moet hier weg. Het gaat me sowieso niet lukken enthousiast over te komen en te lachen. Al mijn aandacht gaat naar het ellendige in mijn leven. Het heeft volledige controle. Ik wil er niet aan denken, ik wil het me niet laten beïnvloeden en toch kan ik het niet stoppen. De stalker is ongevraagd mijn leven in gekomen en aan de briefjes die ik blijf vinden is het duidelijk dat het monster niet vanzelf gaat verdwijnen. 

Ik heb mijn beslissing gemaakt. Voor ik de kans krijg gezien te worden draai ik me om, klik ik het slot weer met een handdraai van mijn fiets en trap vervolgens tegen een flinke ijzige wind de straat uit. Voor de zoveelste keer inhaleer ik diep in. De frisse lucht ruikt naar regen. Het weer is koud. De lucht wordt al schemerig. 

Zonder eindbestemming fiets ik door. Willekeurige straten komen en gaan. In het begin tel ik ze, probeer ik bij te houden welke richting ik op ga en waar ik vandaan kwam. Na enige tijd laat ik ook dat laatste beetje verstand los. Als een roekeloos persoon laat ik het gebeuren. Het tijdsbesef verdwijnt ook. Of ik nu vijf minuten, twintig minuten of een uur rondzwerf weet ik niet meer. Maar dat maakt niet uit. Zolang ik maar weg blijf van huis. Weg van mensen om wie ik geef. 

Het is mijn kindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu