~ 93 ~

513 38 5
                                    

Met opgetrokken wenkbrauw keek ze hem aan. 'Kijk niet zo.' Schudde hij zijn hoofd.
'Jij wéét helemaal niet dat jouw donaties goed terecht komen.' Schudde ze afkeurend haar hoofd.
'Dat weet ik wel.' knikte hij vastberaden.
'Nee, dat wéét jij helemaal niet zeker.' Hield zij vol en er viel een stilte. Een stilte waarin ze beide lichtelijk geïrriteerd waren.
'Waar hebben we het nou over?' Zuchtte hij om de stilte te doorbreken. 'Het is mijn geld toch? Ik mag dat doneren aan wie of wat ik wil.'
'Dat absoluut.' Knikte ze resoluut. 'Ik vind het gewoon behoorlijk stom, als je niet zeker weet waar jouw zuur verdiende centen terecht komen.' Ze had een duidelijke mening en die schoof ze nou eenmaal niet onder stoelen of banken.
'Jij vind het stom dat ik geld doneer aan een arm land terwijl er hier ook armoede is.' dat was namelijk waar zij zich mee bezig hield.
'Niet stom..' twijfelend keek ze hem aan. 'Maar ik vind wel dat je eerst bij jezelf moet beginnen. Bij je eigen land.'
'Oké, maar als iedereen nou álleen zijn eigen land helpt, dan gebeurd er op de rest van de wereld waar ze dat níet kunnen toch nog niets?' Dacht hij hardop na. 'Nu wordt er overal geholpen, zoveel we kunnen.' Ze haalde haar schouders op.
'Laten we er maar over op houden.' vond ze.
'Als we elkaars doel gewoon kunnen respecteren?' Vroeg hij en ze knikte.
'Ik hou al op.' Glimlachte ze en hij gaf haar een knipoog.
Doelloos roerde ze met het lepeltje in haar halflege kopje thee en onderzoekend keek hij haar aan. 'Eef?' Vragend keek ze op. 'H-hoe was het vroeger eigenlijk.. bij jou thuis? Ik weet.. met je vader en zo.. Maar..' hakkelde hij en ze glimlachte flauw.
'Ik had een dak boven m'n hoofd.' zei ze schouderophalend. 'Maar daar is alles ook wel mee gezegd.' spijtig knikte hij. Zijn jeugd was zo'n totale tegenstellig geweest tegenover die van haar. 'Er was niks, Wolfs.. Hij maakte alles kapot.' vertelde ze.
'Het spijt me.' Zei hij zachtjes en verbaast schudde ze haar hoofd.
'Waarom? Daar kan jij toch niets aan doen.' Ze legde haar hand op die van hem.
'Ik zou willen dát ik er iets aan kon doen..' zuchtte hij en ze glimlachte dankbaar. 'Misschien dat ik inderdaad..'
'Nee.' Onderbrak ze hem. 'Je moet het niet voor mij te doen. Jij moet doneren en helpen waar jij vindt dat het nodig is. Waar jij je goed bij voelt.' Hij glimlachte en knikte net zoals zij deed.
'Oké.' Hij bracht haar hand naar zijn mond en drukte er een zachte kus op. 'Heb je trek?' Vroeg hij en met een glimlach stond hij op. Ze knikte terwijl hij het avondeten uit de oven haalde en voor hen beide opschepte.
'Smakelijk.' Wenste ze hem en ze gaf hem een kus. Vroeger had ze dan misschien niets gehad maar daarom had ze juist nu het gevoel dat ze alles had. Dankzij hem.

DromenvangerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu