~ 27 ~

611 36 8
                                    

Ze was helemaal op van de afgelopen helse uren. Vanaf het moment dat ze terug waren gekomen uit het ziekenhuis was alles mis gegaan. Ook al leek het eerst heel goed te gaan, ook al leek het eerst alsof alles beter was geworden.
De pijn stak nog in haar buik. De pijn die uren geleden bij thuiskomst was begonnen en die niet meer weg was gegaan. Zelfs nu alles voorbij was. Nu haar kindje weg was. Juist die pijn deed het meeste pijn.
Hij had haar opnieuw naar het ziekenhuis gebracht maar daar hadden ze niets meer voor haar kunnen doen. Het was al te laat, het was al voorbij.
Met tranen in haar ogen had ze een sopje gemaakt en met geweld schuurde ze het aanrecht schoon. Niet dat het vies was, integendeel zelfs. Maar ze kon niet slapen, ze moest iets te doen hebben. Iets nuttigs. In bed gaan liggen huilen kon ze op dit moment absoluut niet hebben.
Het grote licht in de keuken ging ineens aan maar ze keek niet op. Stug ging ze door waarmee ze bezig was. 'Hé, Eef.' Klonk zijn stem zacht maar ook hier reageerde ze niet op. Ze kon het niet, ze wist dat ze zou breken als ze hem aan zou kijken. 'Wat doe je hier? Kan je niet beter naar bed gaan?' Vroeg hij bezorgd. 'Het is vier uur 's nachts..'
'Het aanrecht was vies.' Loog ze met een schorre stem. Hij wist dat ze loog maar zei er niets van.
'Kan je niet beter uitrusten?'
'En dan?' Vroeg ze zacht.
'Proberen goed te slapen.. Wat aansterken.' Probeerde hij opnieuw.
'En dan?' Herhaalde ze, dit keer harder. 'Dan gebeurt er helemaal niets Wolfs.' Met een ruk had ze zich naar hem omgedraaid en hulpeloos keek ze hem aan. De tranen rolde langzaam over haar wangen terwijl ze zich nog steeds groot probeerde te houden. 'Slapen veranderd helemaal niets. Uitrusten veranderd niéts. Daar komt de baby niet meer terug!' Ze ging steeds harder praten. Haar woorden galmde door de lege keuken. Niet-wetend wat hij precies moest zeggen om haar te troosten bleef hij in stilte tegenover haar staan.
'Eef..' begon hij zachtjes maar voordat hij verder kon praten had zijn huisgenoot zich huilend langs de keukenkastjes op de grond laten zakken. Hij knielde bij haar neer en nam haar in zijn armen. 'Ik.. Ik weet niet wat ik kan zeggen om je te troosten.' Zei hij eerlijk. Hij kuste haar voorhoofd en streelde troostend over haar rug en armen. 'Ik wou dat ik je kon helpen.' Fluisterde hij. 'Dat ik iets kon doen om de baby te redden..' zuchtte hij verdrietig. Hij was er misschien wel net zo kapot van als zij dat was. 'Het komt wel goed..' Ze klemde zich stevig aan hem vast en liet haar hoofd tegen zijn schouder aan rusten. Langzaam schudde ze haar hoofd. 'Ik blijf bij je.' Beloofde hij. Haar gesnik veranderde in lange halen en voor het eerst huilde ze hardop. Voor het eerst toonde ze haar verdriet. Hij probeerde haar te sussen en te troosten terwijl hij haar dicht tegen zich aan hield. Tot zijn spijt was dat op dit moment het enige wat hij voor haar kon doen.

DromenvangerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu