Ik vroeg mij af hoelang ik daar gelegen had, hoelang het had geduurd voordat ze me er uiteindelijk weggesleept hadden en hoelang ik bewusteloos was geweest.
Was de droom echt geweest? Had ik Rafe echt gesproken of waren het mijn onderbewustzijn die de momenten had gevormd tot wat ze waren? Er was niemand om mijn vragen te beantwoorden. Toen ik mijn ogen opende bleek ik alleen te zijn. Ik lag in een oude tent op een veldbedje dat bij iedere beweging kraakte, mijn dekens waren klam van het zweet en aan mijn arm was een infuus bevestigd. Ik wilde overeind komen maar werd onmiddellijk tegengehouden door de pijn. Fijn, die was er dus ook nog...Mijn schouder en been waren behandeld en aan het gedraai te voelen was ik voor een deel verdoofd door medicijnen. 'Je bent dus wakker.'
Generaal Taylor duwde het tentdoek aan de kant en liep naar binnen. 'Dit had nooit mogen gebeuren.' Hij zuchtte en ging op de stoel naast mijn bed zitten. Hij leek vermoeider dan normaal en had donkere kringen onder zijn ogen. Ik wilde bijna vragen of het wel goed met hem ging, toen het tot me doordrong dat ik me ook deels door hem in deze situatie bevond. Mijn bezorgdheid sloeg om naar woede en ik kon niet anders dan hem wantrouwig aankijken. 'James – de soldaat die je dit heeft aangedaan – is berecht. Hij heeft de doodstraf gekregen', vertelde de Generaal me.
Ik probeerde mijn armen over elkaar te slaan, maar kromp ineen toen ik een steek van pijn te verduren kreeg. 'Dat de wereld zo geworden is.'
Ik keek hem niet aan, in plaats daarvan staarde ik door een spleet in het zeil naar buiten. Ik gokte dat het rond de middag was, gezien de drukte in het kamp. Eén en al levendigheid die ik straks moest missen. Geen klusjes meer, niet meer eten bereidden in de keuken samen met Cecyla of van hot naar her rennen om berichten door te geven.
Dit was jarenlang mijn thuis geweest, maar zo voelde het nu niet meer. Ik was neergeschoten door één van mijn eigen mensen, door een soldaat die hier was om ons te beschermen.
Ik kon het nog steeds niet geloven. In wat voor opzicht was hij beter dan de demonen als hij mij van het leven wilde beroven? Wat had ik misdaan? 'De Raad heeft besloten je straf te verminderen door de omstandigheden. Je wordt niet verbannen Amoris.' Hij had mijn aandacht getrokken. Ik staarde hem recht aan, durfde amper met mijn ogen te knipperen. Had ik dat goed gehoord? 'Wat is mijn straf dan wel?' vroeg ik nauwelijks hoorbaar. Ik kon het bijna wel raden, maar wachtte toch af tot hij het zou zeggen. Tot hij mijn lot zou bezegelen.
'Levenslange buitensluiting. Niemand zal nog met je praten of je überhaupt aankijken. Het zal ingaan nadat het vonnis officieel is uitgesproken.'
Ik haalde heel langzaam adem, klemde mijn kaken op elkaar en probeerde zo rustig mogelijk te blijven. Levenslange buitensluiting...
Dat konden ze toch niet serieus menen?
Aan de ene kant wilde ik keihard gaan lachen om de onzinnigheid van de straf, aan de andere kant wilde ik huilen tot er geen tranen meer waren. Dat was toch geen leven? Hier zijn maar geen deel meer van het geheel uitmaken. Ik zou een geest zijn, onzichtbaar gemaakt door de samenleving. 'Zeg eens iets, wat dan ook.'
Hij leek zo gepijnigd, alsof hij en niet ik degene was die deze straf opgelegd kreeg.
Ik schudde mijn hoofd, 'ik doe het niet.'
'Je doet het niet?' herhaalde hij niet begrijpend.
'Ik weiger de straf, ik word nog liever verbannen of tot dood veroordeeld dan zo te worden vernederd. Ik ga me hier niet laten buitensluiten, ik heb niets misdaan!' Ik begon nu te schreeuwen, 'ik ben niet degene die ervoor koos gered te worden, ik heb nergens om gevraagd! Maar het gebeurde en ik kan het niet terugdraaien, moet ik daarvoor gestraft worden? Prima!' Met vuur brandend in mijn ogen, richtte ik mijn blik op hem. 'Ik hoef je niet meer te zien, nooit meer.'
Hij deinsde lichtelijk achteruit door mijn uitbarsting, zag eruit alsof hij elk moment in elkaar kon storten. Maar ik negeerde het, negeerde het allemaal. Hij kon oprotten, samen met alle anderen. Als zij me wilden zien als een verrader, dan zou ik hun verrader zijn. Er was hier toch niets meer voor mij, ik had genoeg gezien. Zij hadden de mensheid in de steek gelaten, niet ik. Zij waren degenen die fout zaten door zich zo onmenselijk te gedragen. Ik zou ze laten zien dat ik sterker was, ik zou met mijn kin in de lucht mijn verbanning aanvaarden en de wereld intrekken. De verwoeste, gevaarlijke wereld vol dood, verderf en demonen.
En terwijl ik dat besloot, leek er een last van mijn schouders te vallen. Het was heerlijk om eens op deze manier tegen de dingen aan te kijken, onbezorgd en alsof het me allemaal niets kon schelen. Het maakte de dingen in ieder geval heel wat makkelijker. Ik staarde Generaal Taylor na terwijl hij mijn tent verliet en leunde toen achterover in het dikke kussen. Ik sloot mijn ogen en zuchtte diep, probeerde me te ontspannen.
Ik had het gezegd.
Nu kon ik niet meer terug, als ik hersteld was zouden ze me eruit gooien. Ik zou een rugzak meekrijgen met daarin proviand voor drie dagen, een fles water en een slaapzak. En vervolgens zou ik mezelf moeten zien te redden.
Ik zou overgeleverd zijn aan de grillen van de grote boze wereld. En gek genoeg wilde ik niets liever dan het gewoon achter de rug hebben.
JE LEEST
When Angels Fall (16+) HERSCHREVEN
Science FictionHij drukte zijn lichaam tegen het mijne, zette me klem tegen de muur. Zijn handen op mijn heupen, zijn hete adem voelbaar in mijn nek. 'Ik zal me niet kunnen inhouden mijn liefste...' 'Dat wil ik ook niet', kreunde ik toen hij zijn lippen op mijn h...