'Amoris, wacht!' riep Rafe me na terwijl hij me de hal in volgde. Ik was weggeglipt toen Cam in gesprek was met een serveerster en Tehran nergens meer te bekennen was, waarschijnlijk omdat hij een stiekeme afspraak met Nova had. Misschien was het niet verstandig om alleen door het kasteel te dwalen, maar na Rafe's woorden had ik geen zin meer in het feestje. 'Laat me alsjeblieft met rust.' Ik draaide me niet naar hem om en liep koppig door, hij volgde me en haalde me al snel in. 'Ga nou niet op deze manier weg.'
Alsof dat hem echt iets kon schelen, hij verdween ook wanneer hij daar zin in had, dus waarom kon ik dat dan niet? 'Amoris!' Hij pakte mijn arm vast, maar ik trok mezelf onmiddellijk los. 'Kun je me niet één keer de vrijheid gunnen om gewoon alleen te zijn, of is dat teveel gevraagd?' Ik sloeg mijn armen over elkaar en keek hem strak aan, 'en kun je voor één keer eens inzien hoe dit voor mij moet zijn, voor alle mensen op deze wereld. Om altijd maar op deze manier behandeld te worden, om nooit de vrijheid te hebben iets op te bouwen tijdens je leven of gewoon dingen te doen omdat ze leuk zijn. Dit feest was mijn eerste feest in jaren Rafe, omdat we in de Gemeenschap te bang waren om ook maar te denken aan een feestje. Dat was mijn leven, ik kan dat niet zomaar vergeten door één leuke avond.' Hij zei niets, want hij wist dat de dingen er inderdaad zo voor stonden. Dat mensen geen normaal leven konden leiden onder zijn heerschappij. Wij waren vergeleken met demonen net nutteloze mieren, een massa bevolking dat rond krioelde op deze wereld, klaar om uitgeroeid en vervangen te worden door een superieure soort zoals die van hun. 'Heb jij je nooit afgevraagd waarom we het gedaan hebben?' Was zijn antwoord, 'hoe het voor ons moest zijn om een eeuwigheid opgesloten te zitten in de Hel, om iedere seconde gemarteld te worden door een onzichtbare kracht die jullie "hellevuur" noemen. Een ellendige, nooit aflatende pijn te moeten verdragen.' Toen ik zweeg, was dat zijn antwoord. Want ik zou me daar nooit een voorstelling van kunnen maken of het ook maar met iets kunnen vergelijken. Want de Hel was voor mij net zo'n vaag en mysterieus begrip als magie dat was. 'Precies, dat dacht ik al', zei hij.
'Maar waarom deden jullie het dan?'
Ergens vroeg ik me af of ik het antwoord op die vraag wel wilde weten. 'Als wraak.' Wraak? Waar had hij het over? Wat had de mensheid de demonen ooit aangedaan? 'Begrijp je het dan niet? Er is geen Duivel, er is geen God. Geen echte Hemel of Hel. Er is slechts het Licht en het Duister. Jullie mensen dragen beide in jullie hart en ziel, zijn zowel goed als slecht. Om dat evenwicht te bewaren zijn er de "engelen" en de "demonen", namen die jullie ons gegeven hebben. We hadden net zo goed een compleet andere benaming kunnen krijgen. Wij boeten voor jullie daden, wij voelen jullie slechtheid, jullie duisternis. Wij offerden ons eeuwen, maar dan ook echt eeuwen op, voor jullie! En bedankten jullie ons daarvoor? Nee hoor, er kon nog geen "dankje" vanaf. Maar de engelen, die aanbeden jullie als een soort goden. Zij zijn goed en wij zijn kwaad, lekker makkelijk zo zwart en wit, vind je ook niet? Hebben wij ooit iets slechts gedaan om dat te verdienen? Nee. Toch moesten wij die marteling ondergaan zodat jullie die afschuwelijke pijn nooit zouden hoeven ondergaan.' Het was de eerste keer dat ik zo'n heftige emotie op Rafe's gezicht zag. Er zinderde een kracht in zijn woorden, een onbegrensde woede, opgebouwd door eeuwen van lijden, die me kippenvel bezorgde en de rillingen over mijn rug liet lopen. 'Wat als de rollen waren omgedraaid Amoris, had jij dan ook echt niets gedaan? Was jij dan ook niet boos geweest? En denk niet dat jullie mensen zo heilig zijn, ik heb de duisternis zelf in je mogen aanschouwen toen je dat mes in James Gilles zijn keel stak. En wat denk je dat er gebeurde tijdens de wereldoorlogen? Nooit eerder in de geschiedenis hebben wij zoveel pijn moeten doorstaan, allemaal door jullie daden en beslissingen. Het uitroeien van je eigen soort...dat is pas duivels en kwaadaardig.' Wat als wat Rafe zei de waarheid was, maakte dat het dan minder erg? Maakte dat de Grote Slachting rechtvaardig? Ergens wilde ik keihard; "nee!" schreeuwen, maar dat kon ik niet. Omdat ik zag dat hij oprecht was, omdat ik nu een kijkje kreeg in zijn hart en ziel. Omdat ik nu inzag wat een demon werkelijk was en wat het inhield er één te zijn. Een wezen dat bestond uit duisternis, uit het kwaad, omdat het alle slechtheid die er te bedenken viel, had moeten ondergaan. En dat een eeuwigheid lang. 'Hoe ben je dan ooit een demon geworden?' Die vraag kreeg ik terug, 'hoe ben jij ooit een mens geworden?' En daar had hij een punt. Je kreeg niet van tevoren de vraag: 'en, wat wil je worden? Een engel, mens of demon?' Dat besloot het lot voor je. 'Ooit was er slechts het Licht en het Duister, totdat ze de liefde vonden. Als je liefde kon uitbannen, dan zouden er geen oorlogen zijn geweest, geen massa moorden, dan bestonden wij allen niet. Geen engelen, geen mensen en geen demonen. Want dan zouden wij nooit veranderd zijn in bloedzuigende monsters. Dus geef mij niet de schuld, geef ons niet de schuld. Want wij kunnen er net zo goed als jullie niets aan doen.'
JE LEEST
When Angels Fall (16+) HERSCHREVEN
Science FictionHij drukte zijn lichaam tegen het mijne, zette me klem tegen de muur. Zijn handen op mijn heupen, zijn hete adem voelbaar in mijn nek. 'Ik zal me niet kunnen inhouden mijn liefste...' 'Dat wil ik ook niet', kreunde ik toen hij zijn lippen op mijn h...