Lief dagboek,
Zou er ooit een dag komen waarop ik hem zou kunnen vergeven? Zou ik ooit weer van hem kunnen houden? Want op dit moment lijkt dat als iets onmogelijks... Ik zie steeds de duisternis en vraag me dan af of het al zijn licht heeft uitgedoofd. Met alle kracht die ik in me heb klamp ik vast aan het laatste beetje hoop dat ik in mijn hart heb, maar is het genoeg? Voor hem, voor mij, voor deze vervloekte wereld? Mensen worden nog altijd gebruikt als slaaf, worden onderdrukt, verkracht en op brute wijze vermoord. Kan ik hem ooit vergeven voor al zijn gruweldaden? Kan ik ooit meer zien dan het monster, dan de duivel? Ik weet het niet, ik weet het echt niet...
Ik had ervaren hoe het kon zijn, die liefde tussen ons die mijn hart had verbrijzeld toen het plotseling uit mijn leven werd gerukt. Weliswaar in een ander hier en nu, met een andere "ik" en een andere "hij", maar net zo heftig en levendig. En in mijn eigen leven had ik het verlangen gevoeld, iets onbeschrijfelijks, dat zo krachtig was dat het me de adem kon benemen. Zelfs nu, onderdrukt door de woede en haat, kon ik het nog altijd door me heen voelen stromen.
Hij was een deel van mij dat ik nooit los zou kunnen laten, al zou ik het willen. Het was onze lotsbestemming om samen te zijn, het stond geschreven in de sterren, vastgelegd in de oneindigheid van het bestaan.
Je bent mijn laatste redding, mijn verlossing... Ik heb je nodig, kan niet zonder je... Zijn woorden lieten me niet meer los, hielden me klaarwakker. Want wat bedoelde hij ermee, hoezo was ik zijn laatste redding? Wat voor duister geheim hield hij verborgen en op wat voor manier had ik ermee te maken?
Alle twijfel, alle vragen die door me heen gingen, zou ik zo gemakkelijk af kunnen zweren als ik dat wilde. Nu ik gevoeld had wat ervoor nodig was, nu ik wist hoe ik die knop om moest zetten, was het des te verleidelijker. Binnen een seconde zou ik er vanaf zijn, zou ik niets meer voelen. Geen pijn, geen verdriet, geen angst, woede of haat meer. Maar de prijs die ik ervoor moest betalen was hoog, was het enige wat me ervan weerhield.
Want ik zou me moeten keren tot de duisternis. Alweer. En ik wist niet of ik dat wel kon.
Vol frustratie gooide ik de dekens van me af en zo zacht mogelijk sloop ik door de kamer. Voorzichtig - om zo min mogelijk geluid te maken - draaide ik de deurknop om en drukte de deur met ingehouden adem een klein beetje open. Er kwamen geen geluiden uit Rafe's kamer en de gang lag er verlaten bij.
Snel, en ondertussen lopend op mijn tenen, schoot ik mijn kamer uit. De zijden kimono sloeg ik nog wat steviger om mijn lichaam, terwijl ik zenuwachtig om me heen keek. Het paleis leek volkomen uitgestorven, maar schijn kon bedriegen, dus bleef ik op mijn hoede. Her en der waren lichten uitgedaan, waardoor de gangen waar ik doorheen dwaalde, nu deels gehuld werden in duisternis. Ondanks dat wist ik met gemak mijn weg te vinden naar de enorme bibliotheek.
Blijkbaar was ik niet de enige die de slaap niet kon vatten, want toen ik de zware deuren had geopend, werd ik aangestaard door een klein gezelschap dat dicht bij elkaar op de grond zat. Hun gezichten werden verlicht door de kleine vlammen van de kaarsen op de grond en toen ik dichterbij kwam herkende ik Nova.
'Amoris!' Ik schrok toen ik Tehrans stem herkende, blijkbaar waren het niet allemaal mensen.
De uitdrukking op zijn gezicht verraadde zijn oprechte verbazing, 'wat doe je hier?' Hij was opgestaan en liep nu met kalme en zelfverzekerde tred op me af, toen hij buiten gehoorafstand van de rest was, boog hij zich dichter naar me toe. 'Het is niet verstandig nu door het paleis te dwalen...' fluisterde hij zacht.'Wat is-' Maar voor ik meer kon zeggen of vragen, onderbrak hij me al door me bij mijn arm vast te pakken. 'Het is niet veilig Amoris, begrijp je dat?' Door de manier waarop hij het zei, begreep ik dat ik hier niet gewenst was. Mijn nekhaartjes kwamen overeind en de rillingen liepen over mijn rug, wat ze hier ook deden, goed kon het nooit zijn.
'Kijk eens wie we hier hebben...' Een jonge vrouw stapte plotseling uit de schaduwen, met haar zwart als de nacht en een lichaam waar iedereen een moord voor zou doen. Een Aziatische schoonheid en zo mooi dat ze wel aan het hof moest horen. 'Onze prinses vereert ons met haar bezoek.' Haar stem was poeslief en zoet als honing, maar de giftige ondertoon was niet te missen.
'Dinesha!' Waarschuwde Tehran haar, maar ze negeerde hem en keek me fel aan. 'Hoe is het je gelukt om aanbeden te worden door de machtigste mannelijke demon op deze aarde? Dat moet vast goed voelen, of niet soms? Wat ik alleen niet begrijp - wat wij allemaal niet begrijpen - is waarom hij je leven gespaard heeft na die domme actie van je.' Ze lachte minachtend en op dat moment zag ik een zieke geobsedeerdheid in haar ogen glinsteren.
Vol ongeloof staarde ik de jonge vrouw aan, die zoveel pure haat voor me leek te voelen dat het van haar af golfde en me raakte als een klap in mijn gezicht. 'Ben je je tong verloren prinses?' kirde ze zoetjes, waardoor ik haar het liefst wilde wurgen.
'Zo is het wel genoeg.' Een onbekende demon legde zijn hand op haar arm, maar ze schudde hem van haar af. 'Laat me Ezaël, alsof jij dit niet net zo graag wilt weten.' Toen ik haar een blik zag wisselen met de demon, begreep ik pas dat Dinesha helemaal niet menselijk was.
Ze likte haar lippen af toen ze dichter naar me toe liep, 'is het soms om je bloed?' Ze cirkelde om me heen zoals alleen een roofdier dat kon. Ze bestudeerde me met haar priemende, opmerkzame blik en greep toen vanuit het niets mijn pols beet. 'Geen beetafdrukken, geen zichtbare littekens, blauwe plekken of tekenen van mishandeling. Helemaal niks.' Ze snoof, alsof ze het zelf amper kon geloven. 'Je wilt niet weten hoeveel geluk je hebt prinses, je zou onze Koning dankbaar moeten zijn voor de "speciale behandeling" die je blijkbaar krijgt. Ik begrijp niet hoe jij je kunt blijven gedragen als een ondankbaar wicht terwijl je beter behandeld wordt dan welke nutteloze mens dan ook op deze wereld.'
Blijkbaar deelde ze dezelfde haat voor de mensheid als ongeveer iedere andere demon. 'Ik weet niet of je het weet prinses, maar de wereld is veranderd. Het wordt tijd dat je je er naar gaat gedragen en je aanpast!' Iedereen staarde me aan, in afwachting van wat ik zou antwoorden.
Niemand nam het voor me op, zelfs Nova niet, die nog altijd stilzwijgend toekeek. 'Nou?' siste Dinesha, 'ga je nog iets zeggen?''Ze hoeft niets te zeggen', hoorde ik hem plotseling dreigend zeggen. Angst flitste over Dinesha's gezicht, over alle gezichten die verlicht werden door de kaarsen. 'Ze hoeft zich ook niet te verdedigen voor haar gedrag, want ze heeft niets verkeerds gedaan, in tegenstelling tot jullie...'
Rafe was hier.
En hij had alles gezien en gehoord...
JE LEEST
When Angels Fall (16+) HERSCHREVEN
Science FictionHij drukte zijn lichaam tegen het mijne, zette me klem tegen de muur. Zijn handen op mijn heupen, zijn hete adem voelbaar in mijn nek. 'Ik zal me niet kunnen inhouden mijn liefste...' 'Dat wil ik ook niet', kreunde ik toen hij zijn lippen op mijn h...