You stole my heart

261 8 8
                                    


De vorige keer in When Angels Fall:

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

De vorige keer in When Angels Fall:

'Wat als ik dat risico niet kan nemen?' Hij kwam dichterbij, 'wat als ik niet langer kan wachten, wat als ik niet geduldig ben? Want dat ben ik niet Amoris, nooit geweest. Ik ben een monster, ben kwaadaardig, ik neem wat ik wil, ik vraag er niet om en ik geef iemand al helemaal geen keuze. Dat is gewoon niet wie ik ben.'

'Nee, daar heb je ongelijk in Rafe. Want dat is wie jij kunt zijn, je kiest er gewoon bewust voor om dat niet te doen. Misschien ben je een monster, misschien ben je kwaadaardig, maar zelfs jij kunt de keuze maken om daar vandaag verandering in te brengen. In dat opzicht heb je namelijk wel gelijk, ik heb inderdaad de hoop dat je kunt veranderen. Ik ben er zelfs met heel mijn hart van overtuigd. Want ik ken je Rafe, ik weet wie je bent en ik weet ook dat er iets goeds in je zit.'

Voorzichtig raakte ik hem aan. 'Je bent geen monster Rafe.'

Zijn ogen veranderden, al het licht verdween. 'Het spijt me Amoris.' Zijn tanden kwamen tevoorschijn en hij greep me vast, trok me dichter naar zich toe, 'maar dat ben ik wel...' 

Ik kon zijn lippen op mijn huid voelen branden. Kon voelen hoe hij de controle verloor, hoe de duisternis langzaam de overhand nam. Zo was het altijd tussen ons geweest, een constante strijd tussen goed en kwaad. 

Wat als hij deze keer echt zijn zelfbeheersing zou verliezen?
En wat als ik me er niet tegen zou verzetten...

Alles wat we hadden meegemaakt samen, alle momenten die we hadden gedeeld. Het werd altijd overschaduwd door onze angst. Zijn angst om me te verliezen als hij de waarheid met me zou delen, als hij me zijn ware gezicht zou tonen. Mijn angst voor wat mijn liefde voor hem eigenlijk betekende, wat dat zij over mij. Angst voor de duistere kant die ik in me had. 

Maar wat als we die angst geen kans meer gaven? 

'Ik vertrouw je Rafe', fluisterde ik terwijl ik me langzaam ontspande in zijn ijzeren greep. Hij bevroor, alsof hij deze reactie niet had verwacht. Alsof hij ergens had gehoopt dat ik me zou verzetten, dat ik weerstand zou bieden tegen wat hij van plan was te doen. Langzaam maakte hij zich van me los. 'Maar ik vertrouw mezelf niet en dat zou jij ook niet moeten doen. Hoe kun je mij in godsnaam vertrouwen? Ik kan mezelf niet eens beheersen, kijk naar me Amoris!' Zijn ogen gloeiden fel op en zijn tanden verscherpten, 'zie wat ik werkelijk ben, een monster. Een walgelijk wezen!' 

Ik schudde mijn hoofd. Hij kon het nog zo vaak zeggen, maar ik zou hem nog vaker vertellen dat het tegendeel waar was. Dat hij diep vanbinnen geen monster was, dat hij een keuze had. Hij was geen walgelijk wezen, niet in mijn ogen. 

'Ik weet wat je wilt zeggen. Dat een monster geen kleine meisjes redt, dat ik dat nooit gedaan had als ik werkelijk zo 'slecht' was. Maar wat als ik je vertel dat het allemaal uit eigen belang was, dat het puur egoïsme was en dat nu nog steeds is.'

Ik knipperde met mijn ogen en keek hem aan, overrompeld door zijn reactie. Waar had hij het over? Ik wist dat dit leugens waren, hij had me de waarheid al getoond, had zijn ware gevoelens al met me gedeeld. Maar waarom zei hij dit dan opeens?

'H-hoe bedoel je?' stamelde ik. Wilde ik dit wel horen, wetende dat het vast niet zo'n mooi verhaal zou zijn en dat het mijn beeld van hem volledig kon aantasten? Zelfs als het leugens waren, zouden ze bij me binnen komen, zouden ze me aan het denken zetten. 

'Zoals je weet, wacht ik al een oneindigheid op je Amoris.' Hij raakte me zacht aan, liet zijn vingers over mijn blote schouder glijden, steeds verder naar beneden tot hij bij mijn hand was. Ik verstrengelde mijn vingers met de zijne, bleef hem al die tijd aankijken. 

'Jij bent mijn licht en ik je duisternis...' Zijn blik gleed naar het schilderij aan de wand, het schilderij waar hij op afgebeeld stond als een engel die mij met zijn grote vleugels beschermde tegen de duistere schaduwen. 'Maar dat is niet altijd zo geweest', verzuchtte hij zacht, 'wij zijn onderdeel van een groter geheel, mijn liefste, van een liefdesverhaal dat zo oud is als de tijd zelf.' 

In stilte wachtte ik af tot hij verder zou gaan. Ik hield mijn adem in, bang dat zelfs mijn ademhaling hem zou afleiden en doen stoppen met zijn verhaal over ons verleden. 

'Het gaat over een jonge prins, een engel, die er alles voor over had om bij zijn geliefde te zijn.' Toen hij me weer aankeek, zag ik een groot verdriet in zijn ogen. 'Zelfs als dat betekende dat hij zou moeten 'vallen' om bij haar te zijn en zijn licht voorgoed moest opgeven om haar te beschermen tegen de duisternis.' 

'Wat bedoel je?' Ik begreep zijn cryptische sprookje niet, begreep niet waar hij naartoe wilde. 

'Herinner je het verhaal nog dat ik je eerder vertelde? Over hoe het Licht en Duister verliefd op elkaar werden? Hoe allesverwoestend die liefde was? Hoe het zorgde voor het ontstaan van alles en hoe het leidde tot wat de mensheid 'engelen' en 'demonen' noemt? Zij die verdoemd werden tot de Hel om tot in de eeuwigheid te boeten voor de zonden van de wereld en zij die verkozen werden om voor altijd aanbeden te worden?' 

Ik knikte, dat verhaal had hij me ooit verteld toen ik nog een klein meisje was. Toen ik nog in de Gemeenschap woonde. Maar ik begreep niet waarom hij er nu weer over begon of wat het te maken had met het schilderij aan de muur en het verhaal dat hij nu vertelde. 

'Ik werd niet verdoemd tot de duisternis mijn liefste. Ik ben niet altijd dit monsterlijke wezen geweest...'

Ik wist waar dit verhaal naartoe ging. Begreep eindelijk wat hij me al die tijd duidelijk probeerde te maken. Maar ik wilde hem niet geloven. Kon hem niet geloven. 

Ik zette een stap achteruit, maakte me van hem los en schudde mijn hoofd. Keek van hem naar het schilderij. Naar de schitterende, stralende engel die precies leek op de demonen Koning die nu voor me stond. Het schilderij dat ik eerder ooit zo "egocentrisch" had gevonden, maar wat nu symbool stond voor een hele pijnlijke waarheid. Onze waarheid

'Als jij niet verdoemd was tot de duisternis, als jij jezelf opofferde om je geliefde te beschermen, om mij te beschermen...' Tranen vonden hun weg over mijn wangen en lieten daarbij een spoor achter van verdriet, van schuldgevoel. 

'Jij hebt mijn hart gestolen mijn liefste.' Hij pakte mijn hand weer vast, drukte er een zachte, liefdevolle kus op terwijl ik de betekenis van zijn woorden tot me door liet dringen. 'En ik zou het zo weer aan je geven...' 

Wow! Wat is het alweer onwijs lang geleden dat ik een update heb geplaatst van dit verhaal (of van mijn andere verhalen). En wat is er in de tussentijd veel gebeurd in mijn leven. Ik ben verliefd geworden, gaan samenwonen, heel erg ziek geweest, ben vervolgens geopereerd in het buitenland en ben daarna zwanger geraakt van een prachtige dochter "Julia". Maar al die tijd bleef dit verhaal in mijn achterhoofd rondspoken... En gisteren voelde ik plotseling een onwijs sterk verlangen om verder te schrijven. Want het verhaal van Rafe en Amoris was gewoon NOG LANG NIET voorbij! Ik hoop dan ook dat jullie hebben genoten van dit hoofdstuk. En ik denk dat jullie in de tussentijd wel beseffen waar Rafe naar zat te 'hinten' en wat de ware betekenis is van het schilderij aan de muur. Laat me weten wat jullie van het hoofdstuk vonden! Ik ben heel erg benieuwd. 

Liefs,

Anna


When Angels Fall (16+) HERSCHREVENWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu