Sky

1K 80 10
                                    


Ik werd wakker nog voor de zon op kwam en sloop zo stil mogelijk het spookhuis uit

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Ik werd wakker nog voor de zon op kwam en sloop zo stil mogelijk het spookhuis uit. Iedere krakende vloerplank die we gisteren in de gang tegen waren gekomen, meed ik nu zorgvuldig. Een rat schoot vlak langs mijn voeten voorbij en ik moest mijn hand voor mijn mond slaan om een geschrokken kreetje te smoren. Net als in mijn droom lichtte de nachtelijke hemel op en werd langzaam gehuld in kleur. Ik stapte over de drempel en keek achterom. Was dit wel verstandig? Waarschijnlijk niet, maar alsnog was het veiliger voor de anderen als ik weg zou gaan.

Ik leverde alleen maar ellende en problemen op die ik niet eens fatsoenlijk uit kon leggen. Bovendien had ik Zane beloofd om Saéya op te zoeken, wat me direct een nieuw doel bood. Gisteren had Ghost me uitgelegd waar de dichtstbijzijnde nederzettingen waren, die ze zelfs voor me aangekruist had op de kaart die Nova in mijn tas had gestopt. Allemaal onder het mom van "voor het geval dat". Ik viste de dolk tevoorschijn en stopte hem in mijn rechter rijglaars, die ik extra strak dichtsnoerde. Mijn cape had ik om mijn schouders geslagen tegen de koude nevel die rondspookte over het verlaten kermisterrein. Het gigantische reuzenrad kraakte in de wind en een seconde lang overwoog ik om weer naar binnen te gaan. Kom op Amoris, moedigde ik mezelf aan. Dit was de meest verstandige keuze. 'Waar ga je naartoe?' Met een ruk draaide ik me om naar Zero, die me met over elkaar geslagen armen gadesloeg. 'Ik...' begon ik, maar vrijwel direct kapte hij me af. 'Geen smoesjes meer tunnelmeisje, nu wil ik antwoorden.' Hij stapte de veranda van het spookhuis op waar ik ook stond en kwam tegenover me staan. 'Begin maar met je naam.'

'Of verzin een nieuwe.' Ik wist niet waar ze vandaan was gekomen, maar plotseling stond Ghost tegen de muur geleund alsof ze daar al de hele tijd had gestaan. Ze liet een scherpe dolk op het puntje van haar wijsvinger balanceren en keek er geconcentreerd naar, ze kwam verveeld over.

Mijn hopeloze poging om te ontsnappen was mislukt en daarmee de kans om lastige vragen te kunnen vermijden. Nu ik betrapt was moest ik wel iets zeggen, wat dan ook. Maar wat kon ik ze vertellen? Ik voelde dat ze ongeduldig werden, maar ik keek rustig voor me uit, staarde naar de lucht. Wat zou het worden? Wat voor naam gaf ik mezelf? Ik glimlachte, omdat ik het eigenlijk altijd al had geweten. 'Sky', fluisterde ik toen een eenzame vogel voorbij vloog, zoekend zonder echt iets te vinden, met krachtige vleugels die hem de vrijheid tegemoet brachten. Daar wilde ik me ook begeven, in diezelfde oneindige lucht.
Dus dat zou mijn naam worden. Sky.
'Sky?' herhaalde Zero plotseling lachend. Ik keek hem aan en knikte grijnzend, 'jep.' Hij wist dat het niet de naam was die me door mijn ouders was gegeven, maar dat deze naam bij een nieuw begin hoorde. Het was een belofte aan mezelf, die ik hoopte te kunnen nakomen. 'Waarom probeerde je er zo stiekem vandoor te gaan?' Hij zag er gekwetst uit, waardoor ik me onmiddellijk schuldig voelde. Een gevoel dat nu bijna ieder moment van de dag aanwezig was, alsof het langzaam een onderdeel van mezelf werd. Ik schraapte mijn keel en keek van hem naar Ghost, ze had me nog altijd niet aangekeken. Ik vroeg me af wat er door haar hoofd ging, wat ze wist.
'Ik weet dat jullie vragen hebben, maar ik ben bang dat ik ze niet kan beantwoorden.' Ik smeekte hem in stilte het erbij te laten, hier te blijven en nooit meer aan me te denken. Maar dat zou te makkelijk zijn en het leven was niet zo simpel. Totaal onverwacht schoot Ghost op me af en drukte haar dolk tegen mijn keel. Ik voelde het koude metaal tegen mijn huid drukken en slikte moeizaam. In haar ogen zag ik dat ze me in gedachten al aan stukken sneed, het zou me niets verbazen als ze dat ook echt zou doen. Zero was net zo geschrokken en probeerde haar bij me weg te trekken, maar ze verroerde zich niet en leek net een onbeweeglijk standbeeld te zijn geworden dat met geen mogelijk verplaatst kon worden. 'Ghost!' Hij probeerde haar aandacht te trekken, ik kon niet anders dan haar strak aankijken en hopen dat ze haar dolk van mijn keel zou halen.
'Vertel me wat je verzwijgt', siste ze tegen me.
Het maakte niet uit of ik iets zei of niet, in haar ogen was ik de vijand en ik vroeg me af of ik dat al die tijd al geweest was of niet. 'Godver Ghost, laat haar los!' Met een snelle beweging, sloeg hij haar arm weg en greep haar vervolgens stevig vast, ze worstelde in zijn armen en snauwde afgrijselijke dingen naar me die ik zelfs in gedachten niet durfde te herhalen. 'Ze is de hoer van de koning Zero', spuugde ze uit, 'ik twijfelde eerst, maar toen hoorde ik haar mompelen in haar slaap...' Ze grijnsde duivels naar me toen hij haar uit pure shock losliet. Langzaam kwam ze dichter op me af, al een jager die wist dat hij zijn prooi in het nauw had gedreven en genoot van de jacht. Ze wilde met me spelen zoals een kat deed met een muis. Ze zou me telkens weer een klap geven, totdat ik er dood bij neer zou vallen. 'Jij hebt James Gilles vermoord!' Ze greep me bij mijn keel zoals ze tijdens onze eerste ontmoeting ook gedaan had. 'Moordenaar', fluisterde ze in mijn oor terwijl ze mijn luchtwegen langzaam dichtkneep. 'D-dat kan niet', bracht Zero hoofdschuddend, hij probeerde me aan te kijken, maar ik durfde zijn blik niet te beantwoorden. Ik wist dat hij er de waarheid zou vinden. Hoe wist ze wat er gebeurd was in de gangen? Voor zover ik wist was iedere verzetssoldaat afgeslacht. Tenzij...
Mijn ogen werden groot en Ghost grinnikte, 'ja, dat klopt. Ik was erbij prinses.' Ze kneep nog wat harder, waardoor ik amper nog lucht kreeg en duizelig begon te worden. 'Helaas kreeg ik niet de kans om je gezicht te zien, maar ik bezwoer dat ik wraak zou nemen en erachter zou komen welke bloedhoer zijn leven had genomen.' Ze spuwde in mijn gezicht en liet me toen los.
Ik viel als een hoopje ellende aan haar voeten, wat zij als haar kans zag om me een trap in mijn maag te geven. 'Dit is je verdiende loon!' krijste ze terwijl ze me de ene na de andere trap verkocht. 'Haal een touw', commandeerde ze Zero, die aarzelend toekeek en niet wist wat voor houding hij zichzelf moest geven in deze situatie.
'Nu', herhaalde ze op een toon die geen tegenspraak duldde. Hij ging het spookhuis weer in en ik werd alleen gelaten met de krankzinnige generaal die niets liever wilde dan mijn bloed zien gutsen op de planken van de verrotte veranda waar ik op lag. 'Ik zal je laten boeten voor wat je gedaan hebt.' Ze was bij me neergeknield en kwam zo dichtbij met haar gezicht dat ik de kleine bruine vlekjes in haar ogen kon tellen.
'Ik zal ervan genieten wanneer de monsters van de nacht uit de schaduwen komen kruipen om van je verse vlees te proeven.' Ze liet haar vinger over mijn arm glijden en zette haar nagels er vervolgens zo hard in dat het bloed over mijn huid sijpelde. Ik gilde niet, durfde niet eens ineen te krimpen, zo bang was ik dat ze iets zou doen wat vele malen erger was. 'En kijk niet zo hoopvol', vervolgde ze met een mierzoete glimlach, 'ik heb het niet over je demonenvriendjes...'



When Angels Fall (16+) HERSCHREVENWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu