Liefde... Wat was dat precies? Hoe definieerden wij de liefde, wat voor betekenis gaven we eraan en wanneer was iets liefde? Was dat wanneer je alles voor elkaar over had, elkaar respecteerde en soms de ruimte gunde? Was liefde het staren naar de sterren, naast elkaar wakker worden en pure adoratie voelen wanneer je de ander aankeek? Of kon liefde ook iets anders zijn?
Wat ik me afvroeg was of wat Rafe voelde liefde was.
'Beloof me dat dit voor altijd is...'
'Dat beloof ik', antwoordde hij.
Zijn lippen raakten de mijne, namen me mee naar een andere tijd, een ander hier en nu. Waar we wel samen konden en een eeuwigheid ook echt voor eeuwig duurde. Zoute tranen vermengden zich met onze kussen, herinnerden me eraan hoe hopeloos de situatie was.
'Een leven zonder jou is geen leven te noemen Rafe', fluisterde ik terwijl ik me stevig aan hem vastklemde, wensend dat ik hem nooit zou hoeven laten gaan.
'Hoe kan ik doorgaan zonder jou?' Mijn ogen vulden zich met nog meer tranen, 'niks heeft dan nog zin.' Hij nam mijn gezicht tussen zijn handen en streelde met zijn duimen mijn wangen, veegde de tranen en regendruppels weg. 'Zeg dat niet...' fluisterde hij zacht, 'ik zal nooit echt weg zijn. Je zal altijd een deel van mij met je meedragen, hier.'
Hij legde zijn hand op mijn hart, 'en ooit zullen we elkaar weer vinden. Onze liefde vergaat niet zomaar Amoris, het is net zo oneindig als de sterren.' Hij kuste me weer, hield me vast in dit laatste moment dat we hadden.
'Er was eens het stralendste licht', mompelde hij, 'zo mooi en schitterend, zo liefdevol en puur, dat ik niet anders kon dan voor haar vallen.'
'Er was eens een duisternis nog donkerder dan de nacht', bracht ik moeizaam uit, 'en zijn mysteries en verborgen schoonheden waren zo prachtig, dat ik niet anders kon dan voor hem vallen.'
'En dat is ons sprookje Amoris, een verhaal dat voor altijd zal blijven bestaan en herleefd zal worden. Waar dan ook.' Ik glimlachte treurig, 'voor eeuwig en altijd.'
Hij drukte een kus op mijn voorhoofd, 'beloofd.'
En hij viel uiteen in duizenden kleine stukjes, loste op in de nacht, veranderde weer in de Duisternis, het grote alles en niets. Oneindig en onaantastbaar...
En ik schreeuwde en huilde, tot er geen geluid meer kwam. Tot ik geen tranen meer overhad. Tot de nacht overging in de dag en dat zich bleef herhalen.Voor eeuwig en altijd...
Wat hij me liet zien, de herinnering die hij met me deelde, het werd me teveel. Nog meer tranen gleden over mijn wangen door de gemengde emoties die ik voelde. Dit was niet alleen zijn herinnering, maar ook mijn herinnering. Niet één van dit leven of deze tijd, dit had zich afgespeeld in een ander hier en nu. Maar het was een moment van ons geweest, waarin we zielsveel van elkaar hadden gehouden.
'Het voelde zo echt, het was...' Hij stak zijn hand naar me uit, streelde voorzichtig mijn wang, 'het was een herinnering die ik je liet zien, uit een andere tijd, in een ver verleden', legde hij zacht uit terwijl hij me bleef aankijken. 'Ik wilde je laten zien dat onze liefde meer is dan wat we nu ervaren, we zijn echt zielsverwanten Amoris. In welk leven dan ook, we weten elkaar iedere keer weer te vinden. En soms gaat het goed en soms loopt het wat tragischer af... Maar we houden van elkaar, iedere keer weer. Het is meer dan jij en ik, onze liefde is oneindig, wat er ook gebeurd.'
Ik trilde over mijn hele lichaam, probeerde te verwerken wat ik zojuist had meegemaakt en wat hij had gezegd. 'Je stierf', fluisterde ik onbegrijpelijk. Maar hij schudde zijn hoofd toen ik hem aankeek, 'ik stierf niet, ik leefde daar niet echt Amoris. Mijn lichaam - dit lichaam - zat nog gevangen in de hel. Maar mijn liefde voor jou was zo sterk dat mijn ziel, mijn geest, zo nu en dan wist te ontsnappen om voor korte tijd deze wereld te bewandelen. En ik beloofde je, keer op keer weer dat ik terug zou komen, dat het ooit voor eeuwig zou zijn.'
Hij wilde me dichter naar zich toe trekken, maar durfde het niet, bang voor mij reactie. 'En ik ben teruggekomen Amoris, voor jou. Ik zou de wereld platbranden en iedereen ombrengen, zolang ik maar bij jou kon zijn. Ik heb de hel persoonlijk vernietigd en verwoest en dat kon ik omdat onze liefde krachtiger was dan de ketens die me daar vasthielden.'
Ik begon weer te huilen, met lange hevige snikken en een hartverscheurend verdriet. Want aan de ene kant voelde ik nog altijd de woede en haat, ik kon niet zomaar de mensen vergeten die een paar uur geleden waren gestorven, gewoon uit wraak omdat ik was gevlucht voor hem, voor de gevoelens die ik niet kon begrijpen of kon verklaren. Dit kon dat niet zomaar veranderen, hoeveel pijn me dat ook deed. Deze emoties die me nu overweldigden waren zo sterk, zo krachtig en intens.
'Jij wordt ieder leven herboren, zonder zondes en zonder herinneringen. Maar ik leef al een eeuwigheid met deze pijn en angst om je te verliezen. Het spijt me Amoris, dat ik je dit heb aangedaan, het spijt me dat ik een egoïstische klootzak ben. Maar het spijt me niet dat ik je bij me wil houden, dat ik je niet los kan laten.'
Hij kuste me op mijn voorhoofd, waardoor ik nog erger moest huilen door de gelijkenis met de herinnering. 'Vergeef me alsjeblieft Amoris', smeekte hij me.
En ik bleef stil.
Omdat ik niet wist wat ik moest doen, omdat ik niet langer wist wat waar was en wat niet. Mijn gevoelens waren een storm, een allesverwoestende wervelwind, één grote chaos. En voordat ik een antwoord kon geven moest ik mijn emoties onder controle krijgen en mijn gedachten op een rijtje zetten. Misschien zou ik hem vergeven.
Ooit...
...maar dan moest ik daar eerst klaar voor zijn.En dan moest hij eerst bewijzen dat hij mijn vergiffenis waard was.
JE LEEST
When Angels Fall (16+) HERSCHREVEN
Bilim KurguHij drukte zijn lichaam tegen het mijne, zette me klem tegen de muur. Zijn handen op mijn heupen, zijn hete adem voelbaar in mijn nek. 'Ik zal me niet kunnen inhouden mijn liefste...' 'Dat wil ik ook niet', kreunde ik toen hij zijn lippen op mijn h...