Ik wist hoe Rafe zijn onderdanen strafte, hoe hij ze publiekelijk martelde en vernederde, ik had het met eigen ogen gezien. Ik wist hoe genadeloos hij kon zijn, hoe wreed, en de rest wist dat ook. Ik zag het in hun ogen, zag die oncontroleerbare angst.
Dinesha was de enige die zijn blik durfde te trotseren, haar kin trots geheven. Ik besefte me dat ze hem uitdaagde, dat ze hem testte. 'Weet je wel welke fout je bent begaan!' snauwde hij naar haar. Zijn vuisten waren gebald, zijn spieren aangespannen. En voordat ze kon reageren, haalde hij met geweld naar haar uit.
Hij sloeg haar, vol in haar gezicht.
Ze kromp niet ineen, kreunde niet van de pijn. Als een stenen standbeeld bleef ze tegenover hem staan, haar blik nog altijd op hem gericht. En hij sloeg haar nogmaals, en nogmaals, net zo lang tot haar gezicht besmeurd was met haar eigen bloed. Ik kon niet anders dan een klein beetje respect voelen voor deze jonge demonenvrouw, om de reden dat ze zo dapper achter haar eigen daden durfde te staan. 'Ik heb uw dierbare prinsesje beledigd, mijn Koning.' Ze spuugde bloed op de grond en ik zag dat ze een tand verloren was.
Hij gromde bij het horen van haar minachtende toon en greep haar bij haar keel, tilde haar van de grond waardoor ze hulpeloos begon te spartelen. 'V-vergeef m-me', wist ze hijgend uit te brengen. Maar hij luisterde niet naar haar, zijn ogen glinsterden kwaadaardig, 'ik zou je moeten vermoorden!'
Dit was het moment waarop ik tussenbeide zou moeten komen. Ik zou hem moeten tegenhouden, moeten zeggen dat hij dat niet kon doen. Maar het erge was, dat ik twijfelde. En dat alleen al - die ene seconde waarop ik aarzelde - had haar dood kunnen betekenen.
'Rafe.' Ik raakte hem voorzichtig aan, legde mijn hand op zijn arm. Ik hoorde iemand geschokt naar adem happen en zelfs Dinesha keek me vanuit haar benarde situatie met grote ogen aan. Ik slikte moeizaam toen hij zijn blik langzaam van haar naar mij verplaatste.
De sfeer was geladen, niemand wist wat hij zou doen of hoe hij zou reageren, zelfs ik niet.
Zijn ogen stonden nog altijd vol razernij, ik zag de schaduwen chaotisch rond kolken in die oneindige diepte van duisternis, bijna alsof ze net zo onbeheersbaar als hem waren. 'Kom mee', fluisterde ik bijna onhoorbaar, 'alsjeblieft...' Hij was zo dichtbij, er waren slechts een paar centimeters tussen ons verwijderd.
Seconden verstreken trager dan ooit en in die tijd vreesde ik dat ik degene was die een grote fout was begaan. Maar zijn blik verzachte en hij ontspande zich, liet Dinesha los en verstrengelde zijn vingers met de mijne. 'Dat was gedurfd Amoris.' Hij grijnsde even jongensachtig naar me voordat hij de jonge demonenvrouw weer aankeek, 'jou zal ik niet zo gemakkelijk vergeven.' De stille waarschuwing was misschien nog wel gevaarlijker dan de agressieve toon waarop hij haar eerder had toegesnauwd.
'Ik wil dat je je excuses aanbiedt!' eiste hij, 'nu!'
Dit keer keek ze naar de grond en ik kon zien dat ze licht trilde onder zijn intimiderende blik. 'Het...s-spijt me...' Ze kreeg de woorden met moeite over haar lippen, wat misschien te maken had met het feit dat demonen normaal gesproken nooit hun excuses aanboden. Want waarom zou je ook als je nooit spijt voelde?
'Niet tegen mij', gromde hij zowat, met ogen die nu wel heel duister stonden. 'Ik wil dat je je excuses aanbiedt aan Amoris.' Ik verstijfde toen ik mijn naam hoorde vallen, en het liefst was ik weggevlucht naar een donkere uithoek van de enorme bibliotheek. Tehran en Nova wisselden een verbaasde blik en de rest staarde me aan. Of nee, niet staren, ze gaapten me aan met een mengeling van schok en verbijstering op hun gezicht.
'Aan haar?' bracht Dinesha vol walging uit, 'aan een nietig mens!' Ze gruwelde er nog net niet zichtbaar van. 'Genoeg!' Rafe's stem bulderde door de ruimte en liet het kasteel op zijn grondvesten trillen. Ik had hem eerder zo gezien, dit was de grens van zijn zelfbeheersing. Zijn tanden waren al langer geworden, scherper en veel gevaarlijker. Het zou niet lang meer duren voordat zijn gigantische vleugels zich zouden ontvouwen.
'Ik wil dat je haar meeneemt', zei tussen opeengeklemde kaken door tegen Tehran, die zich al naar me toe haastte. 'Ze hoeft dit niet te zien.' Zijn ogen boorden zich in de mijne en ik zag daar de onuitgesproken woorden. In stilte smeekte hij me om vergiffenis voor wat hij van plan was te gaan doen.
Het begon nu ook tot Dinesha door te dringen dat haar lot was bezegeld. 'Nee alstublieft!' smeekte ze hem en vervolgens keek ze mij aan, 'het spijt me, echt het spijt me!' Het liefst wilde ik mijn ogen stijf dichtknijpen en dit laatste wanhopige beeld van haar van mijn netvlies branden, maar ik wist dat het niet zo werkte.
Toch negeerde ik haar woorden en keerde ik haar de rug toe terwijl ik me door Tehran weg liet loodsen. Alweer - voor de zoveelste keer - zou ik wegkijken terwijl Rafe iets verschrikkelijks deed. Alweer liet ik het toe dat een leven genomen werd.
Ik vroeg me af wie er eigenlijk het grootste monster was: Rafe of ik?
JE LEEST
When Angels Fall (16+) HERSCHREVEN
Science FictionHij drukte zijn lichaam tegen het mijne, zette me klem tegen de muur. Zijn handen op mijn heupen, zijn hete adem voelbaar in mijn nek. 'Ik zal me niet kunnen inhouden mijn liefste...' 'Dat wil ik ook niet', kreunde ik toen hij zijn lippen op mijn h...