Mijn gevoelens voor Rafe waren altijd al ingewikkeld geweest, gecompliceerd en tegenstrijdig. En ik verwachtte ook niet dat iemand het ooit zou begrijpen, ik begreep zelf al amper wat ik precies voelde voor hem. De haat was overduidelijk, daar kon ik niet omheen. Want hem haten deed ik, ieder moment, iedere seconde van de dag. Ik kon niet anders na alles wat hij had gedaan. Maar ik kon ook niet stoppen met van hem houden en dat maakte alles zo lastig.
Waarom ging mijn hart nog altijd sneller kloppen als hij me aankeek, als zijn duistere - met lust gevulde ogen - me bestudeerden. Waarom tintelde mijn huid wanneer hij me aanraakte, wanneer zijn vingers me zachtjes streelden? En waarom kon ik niet stoppen met daaraan denken, ondanks alle verschrikkelijke, afschuwelijke dingen die hij had gedaan?
Als ik beschikte over een onsterfelijke, oneindige kracht zoals hij had, zou ik hem wurgen, zou ik hem in mootjes hakken en zijn lichaam laten branden in hetzelfde hellevuur waar die honderden mensen levend in verbrand waren. Ik zou hem de pijn laten voelen van alle verloren zielen die nu nooit meer deze wereld zouden bewandelen. Ik zou het allemaal doen en er van kunnen genieten, omdat het rechtvaardigheid was, gerechtigheid.
En ondertussen brak die gedachte mijn hart...
'Wanneer komt er een einde Rafe?' Durfde ik te fluisteren toen de vlammen langzaam doofden en er niets meer dan as over was gebleven van de mensen die hij had vermoord, maar waar ik schuldig aan was. 'Wanneer stopt deze waanzin?' Want dat was wat het was: pure waanzin.
Hij keek op me neer met de blik van een koning, een tiran. 'Zulke vragen kan ik jou ook stellen, want wanneer stop jij met vluchten voor je lotsbestemming. Wanneer besluit je te accepteren dat dit nu de realiteit is?' Zijn woorden lieten het bloed in me koken van woede, begreep hij er dan echt niets van? Ik stond op zodat ik hem recht aan kon kijken, zodat ik zijn strenge en harde blik kon beantwoorden. 'Dat heb ik gedaan', siste ik.
Ik omarmde mijn lot het moment dat mijn ziel zich verstrengelde met die van jou!
Ik sprak zonder woorden te gebruiken, maar ik wist dat hij het zou horen. Het was nog altijd even onwerkelijk, even magisch en bijzonder als de eerste keer dat ik zijn ziel aansprak en een antwoord terugkreeg. Het voelde vreemd en tegelijkertijd zo natuurlijk om mijn hart en geest op deze manier voor hem te openen. Ik liet hem toe, liet hem alles zien en voelen, alle gedachten die door me heen gingen, de emoties die door me heen raasden als een oncontroleerbare storm.
Hij strompelde naar achteren door de impact ervan. Precies wat hij verdiende. Laat hem de haat, de pijn en het verdriet maar voelen, dacht ik grimmig. Laat hem maar zien hoe hij mijn licht vermorzelde en er duisternis voor op de plaats bracht. Want op zoveel manieren had hij me wel verwoest en gebroken. Hij had mijn hoop verbrijzeld, maar nu was het teruggekeerd en sterker dan ooit. En die hoop zou onze redding zijn, daar geloofde ik heilig in.
'Voel het, zie het, ervaar het!' gilde ik naar hem terwijl ik hem een duw gaf zodat hij wankelde, 'jij wilt de waarheid en hier heb je het!' Ik wist dat tranen blonken in mijn ogen, zoals ze nu ook schitterden in de zijne. Stop hiermee! Maar dat gunde ik hem niet, ik wilde dat hij dit zou voelen, dat hij zich precies zo ellendig zou gaan voelen als ik. Dus vuurde ik nog veel meer op hem af, nachtmerries die me in de nacht kwelden, herinneringen aan mijn ouders en het moment dat ze voor mijn ogen vermoord werden. Hij was misschien niet in staat zulke dingen te voelen door zijn versteende hart, maar ik kon dat nog wel en dankzij onze verstrengelde zielen zou hij het nu ook kunnen ervaren. Die "menselijke pijn" van mij.
Het leek alsof hij door de emoties zijn zelfbeheersing begon te verliezen, alsof het iets in hem losmaakte dat het monster in hem liet ontwaken. Zijn ogen gloeiden, zijn tanden werden scherper en al zijn lichaam trilde als een bezetene, de duisternis die van hem af golfde zinderde in de lucht. 'Dit is hoe ik mij iedere dag heb gevoeld sinds die verrekte dag, hoe ieder mens zich heeft gevoeld. Onderdrukt, woedend, vol haat, pijn en verdriet door de onmacht die ons vanbinnen verteert. Dit is wat jij me hebt aangedaan, wat je de mensheid hebt aangedaan!'
Als ik door zou gaan zou ik zijn geest kunnen verbrijzelen.
'Je denkt dat je de enige bent die weet wat lijden is, maar dat heb je verkeerd.' Ik bracht zijn gezicht dichter naar het zijne, voor één keer kon hij nu geen kant meer op. 'Wanneer zie je in dat je dit geen "liefhebben" kan noemen. Je zegt dat je van me houdt, dat je niet zonder me kunt en toch doe je me dit aan.'
Toen hij beschaamd wegkeek wilde ik glimlachen. Ik wilde dat hij zich zou schamen, dat hij zich schuldig zou voelen en spijt zou hebben. Al die tijd dat ik in zijn paleis had doorgebracht, had ik me hiervoor afgesloten, had ik mezelf deels onbewust tegen hem beschermd. Gek dat het antwoord, de oplossing, zoveel dichterbij lag dan ik dacht.
Als ik mijn hart eerder voor hem had geopend... Ik durfde niet te denken aan de dingen die ik daardoor had kunnen voorkomen, de levens die dan gespaard waren gebleven. Hij was een demon, zijn hart zat vol woede en haat, hij was niet langer in staat iets anders te voelen omdat zijn menselijkheid was verdwenen. Maar nu ik hem had toegelaten, nu hij alles kon zien en voelen, kon ik dat beetje menselijkheid worden dat hij nodig had.
'Je begrijpt het niet...' Zijn stem was niet meer dan een zachte gekwelde fluistering. Ik wilde verontwaardig snuiven, wilde met mijn ogen rollen of iets gemeens naar hem snauwen. Maar dat kon ik niet door de manier waarop hij naar me keek.
En er verstreken één, twee, drie seconden waarin de wereld stopte met draaien, waarin de tijd stopte met tikken en alles bevroor. Het was als een stilte voor de storm, een ogenblik van rust, puur en sereen voordat de hel losbarstte.
Voordat hij de rollen omdraaide en zijn gevoelens bij me insloegen als een bom.
JE LEEST
When Angels Fall (16+) HERSCHREVEN
Ciencia FicciónHij drukte zijn lichaam tegen het mijne, zette me klem tegen de muur. Zijn handen op mijn heupen, zijn hete adem voelbaar in mijn nek. 'Ik zal me niet kunnen inhouden mijn liefste...' 'Dat wil ik ook niet', kreunde ik toen hij zijn lippen op mijn h...