Hoofdstuk 20: Vers vlees

504 39 89
                                    

Feline

Het was lang geleden dat ik zo goed had geslapen. Het eenpersoonsbed gaf ons een goede reden om dicht tegen elkaar aan te kruipen tijdens de koude nacht, terwijl we ons afzonderden van de chaos die in de dimensie heerste. We wisten allebei dat die chaos niet lang op zich zou laten wachten als de zon weer op zou komen, dus koesterden we ieder kostbaar moment dat we met z'n tweeën hadden. Iedere duistere seconde die de nacht rijk was. 

Ondanks dat ik de helft van de nacht bezig was met het luisteren naar Jurian sterke hartslag en zijn regelmatige ademhaling, al was het maar om mijzelf ervan te overtuigen dat hij écht hier was, voelde ik mij goed uitgerust toen ik de volgende ochtend wakker werd door een lome streling door mijn haar. 

Toen ik mijn ogen opende keek ik recht in Jurians zachte gezicht. Hij zag er nog slaperig uit, alsof hij ook pas net wakker was. Ik boog me naar hem toe om hem te kussen. Al snel kuste hij mij loom terug en verplaatste hij zijn lippen weer naar mijn hals, om zonder haast de huid te verkennen die hij vannacht al grondig onderzocht had. Ik kroop zo mogelijk nog dichter tegen hem aan en krulde mij op. Langzaam bracht ik mijn hand naar zijn ontblootte borstkas, waar ik zijn hartslag tegen mijn vingertoppen voelde kloppen. 

Jurian staakte zijn liefkozende kussen en bleef met zijn gezicht in mijn hals. Ik hoorde en voelde hem diep inademen, enkele keren achter elkaar. Alsof hij, net zoals ik al meerdere malen had gedaan, met al zijn zintuigen moest bevestigen dat ik er was. Zien, horen, voelen, ruiken. Ik betrapte mezelf erop dat ik glimlachte, niet wetende waarom ik dat precies deed. 

'Kunnen we de hele dag in bed blijven liggen?' mompelde ik. Mijn stem was een beetje hees en rauw.

Hij grinnikte, zijn lach drong door tot in mijn botten en veroorzaakte om meerdere redenen een rilling die over mijn ruggengraat trok. 'Nee, dat kunnen we niet.' Hij tilde zijn hoofd uit mijn nek. 'Maar we kunnen wel weer op tijd naar bed gaan.' Ik zag een dierlijke fonkeling in zijn ogen. 

Ik giechelde, ja, werkelijk waar, ik gíéchelde. Dat ontlokte een brede grijns bij mijn wederhelft. Er was geen vezel in mijn lichaam wat zich schaamde. 

Jurian tikte mij op mijn neus. 'Ik denk dat het tijd is om op te staan.' 

Ik sloot mijn ogen en kreunde, maar voordat ik verder kon protesteren, klom Jurian het bed uit. Hoewel zijn aderen gevuld waren met zijn ijs, had zijn lichaamswarmte mij tot in mijn tenen verwarmd. Toen hij het bed verliet, nam hij al die heerlijk warmte met zich mee en durfde ik er om te wedden dat hij de lucht nog wat killer maakte. 

De dunne deken van het bed verwarmde mij amper toen ik hem wat vaster om mij heen trok en toekeek terwijl Jurian zich aankleedde. Hij had in ieder geval zijn spieren goed onderhouden. Zijn lichaam werd amper ontsierd door littekens. 

'Ben je niet bang,' vroeg ik zachtjes en ik wachtte tot hij mij aankeek, 'ben je niet bang dat we alles kwijtraken als we weer ten strijde trekken?' 

Zijn gezicht betrok. 'Hebben we een andere keuze?' 

Ik zuchtte en stond ook op. 'Nee,' antwoordde ik toen. 'Dat hebben we niet.' 

Jurian keek naar mij terwijl ik mijn kleren bij elkaar zocht en mezelf aankleedde, maar zijn blik was enigszins afwezig. Alsof hij in zijn gedachten iets herleefde. Voor het eerst sinds tijden tastte ik weer langs onze wederhelftband. Het was bekend terrein. Ik voelde de ragfijne, onzichtbare draden die onze zielen met elkaar verbonden. En toen ik naar zijn ziel tastte, naar die bekende muur die hij daar omheen gebouwd had, keek hij op.

Jurian lachte en liep naar mij toe. 'Ja, ik ben bang,' zei hij uiteindelijk. 'Bang om jou weer kwijt te raken. Om iedereen kwijt te raken.' 

Ik trok mijn tuniek over mijn hoofd en fatsoeneerde mijn haar zodat ik iets minder op een wild beest leek. 

The Chosen Ones [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu