Hoofdstuk 43: Terugkeer

444 29 92
                                    

Feline

De volgende dag voelde het zwaar om daadwerkelijk de paar spullen in te pakken die ik mee zou nemen. Het was niet veel, maar het waren wel herinneringen van de afgelopen paar maanden. Mijn hand bleef op mijn dolk rusten, mijn vinger gleed over het lemmet. Een diepe zucht rolde over mijn lippen. Ik was hier zonder spullen gekomen. Katherine had mij door het portaal naar deze dimensie gesleurd. Toch voelde het alsof ik geen van deze spullen kon achterlaten, en dan had ik het nog niet eens over de spullen die nog in het appartement lagen. 

Spullen waren vervangbaar, mensen niet. Die gedachte had de afgelopen nacht door mijn hoofd gespookt. Ik had mezelf voorgenomen om tijdens het afscheid de gezichten van mijn vrienden goed in te prenten. Het afscheid zou niet voorgoed zijn. Ik zou vast nog wel een keer terugkomen. Ooit. 

Ik ritste de tas die ik uit een kast had getrokken dicht en verliet de kamer. We zouden helemaal terug reizen naar de eerste dimensie. Een reis die meerdere weken in beslag zou nemen. Ik zag gigantisch op tegen het reizen door de portalen, keer op keer, tot we eindelijk ruim zeshonderd dimensies waren overgestoken en bij de eerste dimensie zouden eindigen. We zouden de achtste dimensie voorbij gaan zonder te stoppen. Dat was misschien ook wel beter. Ik denk niet dat iemand mij nog kon motiveren om verder te reizen als ik mijn thuisdimensie weer zou zien. 

Thuis. We gingen bijna naar huis. Dat zou een opluchting moeten zijn, maar de gedachte aan de reis die we gingen maken, aan wat er in de eerste dimensie op ons wachtte, was vreselijk demotiverend.

Ik moest mijn ogen wat toeknijpen toen ik op de binnenplaats van het kasteel kwam. De zon straalde ons tegemoet. Vrolijke geluiden kwamen mij tegemoet: gepraat en gelach vulden de lucht. Bijna iedereen had zich al verzameld op de binnenplaats. Dat was ook niet zo heel gek, aangezien ik de enige was die echt spullen moest inpakken. 

Jurian kwam naar mij toe en kuste mij op mijn wang. 'Klaar om te gaan?'

'Nee,' mompelde ik zachtjes, 'maar langer wachten maakt het niet beter.'

Met een kleine glimlach streek hij een pluk van mijn haar achter mijn oor. 'Het zal nooit makkelijk zijn.'

Ik knikte langzaam, terwijl ik mijn blik langzaam af liet dwalen naar de bekende gezichten in de menigte die ik na vandaag heel lang niet meer zou zien. Geen van hen zou meegaan. Dat wist ik, ik had ook niet anders verwacht. Als ik zo hard gevochten had voor mijn dimensie, zou ik ook niet gaan. 

'Ik ga waar jij ga,' glimlachte ik uiteindelijk naar Jurian. 'Dat maakt het misschien niet makkelijker, maar wel beter.'

Zijn ogen glinsterden en hij kuste mijn dit keer vlug op mijn mond. Een stille belofte voor wat ons te wachten stond wanneer we weer alleen waren. 

Het afscheid was kort en informeel. Tijd voor lange boodschappen was er niet, want Delcan, die verantwoordelijk was voor onze portalen, had er genoeg van gehad. Hij opende een groot portaal en gaf een korte zwaai naar de rest. Daarna liet hij de eerste mensen het portaal doorgaan. Ik keek toe hoe eerst Elin en daarna Calum en Kantana als eersten het portaal betraden. 

Ik zag hoe Ashlynn een omhelzing deelde met Kieran. Ze lachten hartelijk naar elkaar, maar daarna draaide Ashlynn zich om en liep ze resoluut door het portaal. Ze liet haar wederhelft staan. En hoewel er iets sombers in Kieran's ogen stond, leek hij niet de neiging te hebben om achter haar aan het gaan. 

Jurian, Declan en ik waren de laatsten en ik wist dat de broers op mij wachtten. Er leken zoveel ogen in mijn rug te branden toen ik mijn loodzware benen dwong om naar het portaal te lopen. 

Ik zag Kieran, die inmiddels trots zijn armen over elkaar had geslagen en mij een tevreden knik toezond. Een mentor die zijn leerling losliet.

Ik zag Falcon, die met zijn handen in zijn zakken tegen een muur leunde. Ik wist dat mijn eigen verdriet in zijn ogen weerspiegeld werd. Hij was een klootzak geweest, maar had de laatste tijd meerdere malen laten zien wat er onder dat masker schuilde. 

Ik zag Castiel, die mij een dankbare blik toewierp. Althans, ik dacht dat het dank was. Hoewel ik misschien niet altijd met hem door één deur kon, hadden we, bewust en onbewust, veel persoonlijke momenten gedeeld. 

Ik zag Adrian, die mij alleen maar vriendelijk kon aankijken. Hij hield zich groot. Dat moest ook wel voor het kleinere, koppige meisje waar hij zijn arm stevig omheen had geslagen.

Nessa. Zij was de enige die van mijn vrienden die haar tranen niet kon bedwingen, net zoals ik daar zelf ook veel moeite mee had. Haar schouders schokten af en toe. Ik zou vandaag niet alleen afscheid nemen van een goede vriendin, maar ook van een soort zus die ik nooit had gehad. Nessa zou voor eeuwig een speciaal plekje in mijn hart hebben.

Ik zag nog zoveel andere gezichten. Ik hield mij aan mijn eigen belofte en keek iedereen nog een laatste keer vlug aan, in de hoop dat hun gelaatstrekken mij altijd bij zouden blijven. Natuurlijk zouden we met elkaar kunnen communiceren door het communicatiestation, maar dat was toch... anders. 

Met tegenzin slikte ik de brok in mijn keel weg en zei ik: 'We zien elkaar vast snel weer. Bedankt. Bedankt voor alles.' 

Daarna draaide ik mij zonder op een reactie te wachten naar het portaal. Ik stapte er doorheen voordat mijn tranen begonnen te rollen.


De weken die volgden voelde ik mij vreselijk. Door het reizen door de portalen werd mijn maag keer op keer omgedraaid. Wanneer we de tijd kregen om bij te komen, sliep ik veelal om mijn maag en mijn tollende hoofd tot bedaren te brengen. Nooit eerder had ik mij zo beroerd gevoeld en ik had Jurian al duizend keer bedankt dat hij dat alles doorstaan had om mij terug te halen. 

Iedere keer dat ik mij belabberd terugtrok, dankte ik de godin dat ik zoveel maanden geleden in de achtste dimensie was beland. Dat ik vrienden, familie, had gevonden die dimensies voor mij hadden doorkruist. 

De godin was angstvallig stil geworden na de strijd met Katherine. Als ik terugdacht aan de tijd dat ik haar diep in mij had gevoeld, voelde het nu alsof ze compleet verdwenen was. Ik had geen idee of ze nog bestond, of dat de strijd alles van haar en Elora geëist had. Ik vroeg me af wie Elora's kroon nu in zijn of haar bezit had. De kroon was eerder al met de soldaten van de vijfde dimensie mee terug naar hun eigen dimensie gegaan. Ik deed een belofte, voor wat het waard was. Ik deed een belofte om naar de vijfde dimensie te gaan om te kijken wie de kroon van Elora nu zou erven.

We waren aan het aftellen. De hoeveelheid dimensies die we al hadden doorkruist werd groter dan het aantal wat we nog te gaan hadden. We kwamen steeds iets dichterbij totdat...

Er tjirpten vogels. Een zacht lentebriesje woelde door mijn haren. Het gras voelde als zijde onder mijn handen. Een aangename zon brak door het dunne bladerdak boven mij en toen ik mij opende wist ik waar ik was. Ik voelde het in mijn botten.

Ik duwde mijzelf overeind en knipperde een keer. De eerste dimensie was nog steeds hetzelfde. Het punt waarop het portaal ons had gedropt was nog steeds hetzelfde. Katana's misselijkheid was nog steeds hetzelfde. En toch voelde ik mij heel anders. 

Er was een enthousiaste, ondeugende tinteling die onder mijn huid waakte. Het was een gevoel wat met mijn vuur speelde, wat om en in mijn hart danste. Het was nieuw, bijzonder en onwennig. Eén blik op Jurian vertelde mij dat hij precies hetzelfde ervoer. 

Jij voelt het ook, constateerde ik over de mentale band.

Jurian knikte langzaam. Het lijkt alsof de dimensie ons erkent als haar koning en koningin. 

Ik knipperde nog eens en stond op. Deze dimensie is zo vreemd. 

Rond mijn hand glinsterde kleine vlammetjes die ik onbewust had opgeroepen. Het voelde alsof er een last op mijn schouders was gelegd en met die last, kwam extra kracht. Mijn vuur glansde net iets feller. Mijn licht leek af en toe en onnatuurlijke gloed op mijn lichaam te leggen. Het koste mij de nodige moeite om het allemaal te bedwingen.

Deze dimensie is nu van ons, Feline, zei Jurian en het leek net alsof hij de woorden fluisterde. 

Meteen daalde er een zekere nervositeit over mij heen en ik schraapte mijn keel. 'Laten we maar eens kijken wat de stand van zaken is in het kasteel.'

The Chosen Ones [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu