Hoofdstuk 24: Herinneringen

416 32 86
                                    

Feline

Mijn dromen vulden zich met bloed. Alles wat begon als een vredig scenario, liep vlekkeloos over in een teisterende nachtmerrie. Mijn bloed vermengde zich met dat van anderen. Vrienden, familie, mijn nachtmerries maakten geen uitzonderingen. Maar ik stond er niet meer van te kijken. Sinds mijn aanvaring met Scarlett en Clay, en bovenal met Evan, waren de rustige dromen op één hand te tellen geweest. Ik prees de nachten die ik dromeloos doorbracht; vervloekte de nachtmerries die terugkeerden. 

Ik wist dat ze niet echt waren, maar toch kon ik een zekere paniek nooit onderdrukken. Een brandend gevoel dat me dwong om te vluchten, om te reageren. En keer op keer deed ik dat. Maar de maanden verstreken en ik werd steeds minder vaak badend in het zweet wakker. Natuurlijk had ik mijn groepsleden vaak genoeg wakker gemaakt, maar de effecten die de nare dromen te weeg brachten damden in. 

Op één uitzondering na. Er was één iemand die mij altijd kon laten beven van angst. Katherine. Aides was niets vergeleken met haar. Ik snapte niet waarom ze met hem samen wilde werken. Ze kon hem in principe aan de kant schuiven. Misschien had ze dat ook wel gedaan nu ze een nieuwe schaduwpoort hadden geopend.

Dat was waar ik mij nu bevond. Recht voor de nieuwe poort. Het was anders dan het portaal waar Katherine mij doorheen had gesleurd toen ze mij naar de schaduwdimensie had gestuurd. Maar het was ook anders dan de hemelpoort van de achtste dimensie. Deze poort... was kwaad. Opengebarsten door woeste klauwen en razende duisternis. Ongrijpbaar. Onaantastbaar. Oeroud. 

Ik voelde een vederlichte aanraking op mijn voorhoofd. Heel kort, alsof hij bijna niet bestaan had, maar ik voelde hem nabranden. 

'Dus nu kom je opdagen?' snauwde ik naar de lucht, maar er kwam verder geen reactie.

De godin had zich al maanden niet meer laten zien. Ze had geen enkele poging gedaan om mij te helpen; om een boodschap naar het thuisfront over te brengen. Ik was gezegend en vervloekt met haar aanraking. Ik zou de poort naar de schaduwdimensie sluiten en daarna zou ik mezelf van haar afzonderen. Of ja... poort...

Poorten.

Twee poorten. 

En uit die poort voor mij doemde een gedaante op. Haar blonde haar was als een kroon op haar hoofd. Haar jurk absorbeerde al het licht wat om haar heen hing. Het absorbeerde mijn licht en liet mij met een verdord gevoel van binnen achter. Ze grijnsde haar tanden bloot en...

Er trok een kalmerende koelte door mij heen. Het leidde mij af, trok mij terug naar de realiteit. Naar de echte wereld.

Toen ik mijn ogen opende, viel er een kalmte over mijn heen. Eentje die uitstraalde vanuit mijn hand, welke vast werd gehouden door Jurian. 

'Heb ik je wakker gemaakt?' fluisterde ik. 

Jurian, die totaal niet slaperig uit zijn ogen keek, veegde mijn haren uit mijn gezicht. 'Dat maakt niet uit.'

Ik zuchtte en kroop dichter naar hem toe. We deelden een ademhaling terwijl we elkaar zwijgend aankeken. Jurians duim streek over de rug van mijn hand terwijl ik de contouren van zijn gezicht in mij opnam. Hoeveel maanden waren het geweest? Zeven? Acht? 

'Wil je het laten zien?' vroeg hij zachtjes.

Ik knikte bijna onopmerkzaam. Hij mocht alles zien. Dus stelde ik mijn geest voor hem open en liet ik zijn vertrouwde mengeling van duisternis, licht en ijs erin toe. Zelfs na zo'n lange tijd voelde het niet onwennig of vreemd. Het was alsof hij nooit weg was geweest.

Toen ik beweerde dat hij alles mocht zien, bedoelde ik ook echt alles. Niet alleen mijn nachtmerries, maar alles van de afgelopen paar maanden. De duistere, zware momenten. Momenten van gemis en verlangen. De mooie momenten. Momenten van gelach en plezier. De trainingen. De vriendschappen. Mijn tijd in de eerste dimensie, maar ook in de zevende dimensie. Ik opende het duistere gat wat mijn tijd in de zevende dimensie was. 

The Chosen Ones [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu