Hoofdstuk 9: De oproep

388 36 27
                                    

Jurian

Voor de verandering was ik een keer helemaal alleen terwijl ik de afgevaardigde van de negende dimensie opwachtte. De rest was allemaal bezig met het optrommelen van een leger. Ondertussen stond ik hier, op het lage bordes voor de hoofdingang van het landhuis. Er was geen vuiltje aan de lucht, voor het eerst in jaren klonk vogelgezang weer in dit gedeelte van de dimensie. 

De afgevaardigde liet niet lang op zich wachten. Het mocht dan wel twee weken geduurd hebben voordat ze eindelijk langs konden komen, maar ze kwamen tenminste. Je kon veel zeggen van de negende dimensie, maar ze waren wel punctueel. En arrogante, omhooggevallen heren die vriendjespolitiek meer dan normaal vonden. Het was een vreemde soort dictatuur die ze daar hanteerden, maar waar niemand moeite mee leek te hebben. 

De witte vleugels van het tweetal dat op de oprit van het landhuis neerdaalde, glansden in de zon. Ze zagen er smetteloos uit. Ze droegen allebei de kleur van hun dimensie. De man had zichzelf in een groenblauw pak gehesen, de vrouw droeg een een strakke, groenblauwe jurk met daaroverheen, niet heel verwonderlijk, een groenblauwe mantel. De kleding van de vrouw leek een rustig, kabbelend beekje te representeren toen ze gedwee achter de man aan liep. 

'Wat een groots ontvangst,' zei de man spottend. Hij deed moeite om een lachje te laten zien, maar ik kon aan hem aflezen dat hij wat meer entourage had verwacht. 

'Vergeef me dat mijn adviseurs met belangrijkere dingen bezig zijn,' antwoordde ik stellig, mijn handen op mijn rug ineengevouwen. 'Iets wat ik jullie ook aanraad om te doen als jullie terugkeren naar jullie dimensie.' 

De man snoof. 'Als dit de toon is die je aan wilt slaan tijdens ons overleg, stap ik dat huis van je niet in.'

Ik glimlachte en opende de deur achter mij. 'Het is altijd een genoegen om mijn vrienden uit de negende dimensie in mijn dimensie te mogen verwelkomen. Je naam is mij even ontschoten.'

Hij rechtte zijn rug. 'Admiraal Gérard.' Hij draaide zich naar de vrouw achter hem. 'En dit is mijn vrouw, Alida.' 

Alida glimlachte, maar sprak niet.

Ik begeleidde het tweetal naar binnen, naar mijn vergaderruimte. Ik opende de deur van de ruimte en liet Gérard als eerste naar binnen gaan. Alida bleef bij de deurpost staan. 

'Na u,' knikte ik.

'Oh, nee,' zei ze hoofdschuddend met een mierzoete stem. 'Dat is absoluut niet gebruikelijk.'

'In mijn dimensie wel,' antwoordde ik vriendelijk.

Opnieuw schudde ze haar hoofd. 'Ik wacht hier wel.' Ze vouwde standvastig haar handen voor haar ineen. 

De negende dimensie was een vreemde dimensie op vele vlakken. Zo waren vrouwen in een raadszaal verboden, bekleedden zij geen leidende posities en dienden zij niet in het leger. Het was alsof ze waren blijven hangen in de tijd. Het vreemdste was nog dat de vrouwen daar niet tegen protesteerden. Iedereen leek vrede te hebben met de levenswijze in de negende dimensie.

Behalve ik. Dat had ik ze de vorige keer haarfijn duidelijk gemaakt en dat was mij absoluut niet in dank afgenomen. De laatste keer dat ik de volledige raad van de negende dimensie in mijn vergaderzaal had zitten, was in de tijd dat de hemel en de hel van de achtste dimensie nog in een verwilderde strijd verwikkeld waren. Het stond mij nog helder op mijn netvlies. Ik had de negende dimensie willen vragen om mijn bewind en daarmee mijn leger te steunen. We hadden bijna een akkoord, tot Katana binnen kwam lopen en rapport uitbracht. Een vrouwelijke generaal. De gezichten van de raad waren vertrokken met afgunst. Het was de dag geweest dat Katana een aanvaarding had gehad met Feline. De volgende dag was de raad verdwenen, vastbesloten om geen dimensie te steunen waar een vrouwelijke generaal normaal was, en stond er een druipende, norse, afstandelijke Feline op de drempel van het landhuis. 

The Chosen Ones [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu