Justice.

120 5 10
                                    

De volgende morgen stond ik wederom vroeg op en pakte mijn outfit. Ik keek ernaar en weer naar buiten. Het regende keihard en ik voelde al een loopneus aankomen. Ik moet kou hebben gevat gisteren. Helaas was ik niet zo slim geweest een vestje mee te nemen en had ik enkel maar een lichte blousje aan. Ik zuchte en pakte mijn truitje uit de kast die wat dikker was. Mijn hoofd tolde nogal en moest de hele tijd denken aan mama. Die blauwe oog, haar woorden. Ze zat gevangen in een nare huwelijk die zo te merken alleen van kwaad naar erger kon. Niemand wilde mama ook helpen want iedereen wist niet hoe hij haar moest helpen. Plus mensen waren nog steeds furieus dat ze hem, het monster een kans gaf. De zoveelste. Ten koste van ons. Haar kinderen, de familie van haar man, onze vader. En al wist ik nu het hele verhaal. Ik zou nog meer boos op mama moeten zijn. Hoe kon ze papa zo verraden? Het doet zo'n pijn om iemand te willen helpen, maar je weet dat diegene niet geholpen wil worden. Ma deed zichzelf niet alleen verdriet aan maar haar hele omgeving..

Met deze gedachten stapte ik de douche in en liet het warme water over me heen stromen. Ik droogde me daarna af, mijn haren föhnde ik droog en deed daarna wat lichte make up op. Mijn gezicht was niet zo bijzonder, al vond ik dat zelf. Soufian was gek op mijn lichte sproetjes en grote ogen. Mijn lippen waren niet smal maar ook niet vol. Ik deed wat mascara op en deed as usual mijn haren in een staart. Daarna deed ik mijn kleren aan, zette een kopje koffie en smeerde een boterham en ben meteen vetrokken naar werk.

Onderweg in de auto dacht ik prompt aan Karim. Waarom googelde ik hem? Waarom leek ik ineens geïnteresseerd in de man die me amper daar wil zien werken op werk? Misschien kwam het door gisteren, toen ik hem zo zag wiebelen op de bureaustoel. Het deed me denken aan Soufian. Karim had zelf ook kuiltjes. Ik sloot mijn ogen en probeerde er niet te veel aan te denken. Vandaag moest ik weer fris en fruitig aan de zaak werken en met zulke gedachten zou ik niet ver komen. Ik beloofde mezelf mijn totale focus op mijn werk te storten. Ik had een gouden kans gekregen. Morgen zou ik met Fahima en mijn tantes mijn nieuwe baan vieren. Dat hadden we nog niet gedaan. Ik keek er echt naar uit, maar nu moest ik me concentreren.

Dus zodra ik aangekomen was, was Marcel aan druk aan de telefoon en zette ik gauw twee kopjes koffie. "Maak er maar drie van". Hoorde ik vanachter. Ik draaide me om en zag Karim staan. Zijn handen in zijn broekzakken, maar met een strak gezicht. Safi, ben ik nu ook de koffie dame geworden? Ik zei het maar niet hardop en beet op mijn tong en glimlachte. "Zwart, geen suiker geen melk". Zei hij terwijl hij zich omdraaide en ineens werd gebeld. Ik draaide me om en schudde lichtjes mijn hoofd. Een stem in mij zei me op te passen. Karim was druk in gesprek en ik pakte zijn beker en wilde het aangeven. Hij knikte met zijn hoofd naar zijn kantoor. Ook dat nog, de Majesteit wilde zijn koffie op kantoor hebben en was te laks om het aan te nemen. Ik liep daarom maar naar zijn kantoor en legde zijn beker koffie op zijn bureau. Mijn nieuwsgierigheid overwon het weer en ik liep naar een kast waar wat fotolijsten stonden. Hij stond samen met een vrouw op de foto. Ze omhelsde elkaar. Ze hebben iets van elkaar maar ik kon er mijn vinger niet op leggen. Op een andere foto staat hij met twee kleine meisjes op de foto. Beiden hieldt hij ze vast en je zag dat de meisjes zo gelukkig en blij waren. Karim had een grote lach op zijn gezicht. Dat mag hij hier vaker ook doen. Een andere foto triggerde mijn nieuwsgierigheid ook en net dat ik ernaartoe wilde lopen hoorde ik zijn stem. "Marcel heeft je denk ik harder nodig dan ik hier". Zei hij. Ik schrok een beetje en knikte. "Je koffie staat..". Ik keek naar de plek waar ik het bekertje had gezet en weer naar Karim. "Op". Zei hij. Ik keek hem aan. Hoe lang stond hij al naar me te kijken? Die koffie was superheet! Ik werd een beetje rood en ik liep zijn kantoor uit. "Vlot het nog met die moordzaak?". Zei hij ineens. Ik keek hem aan en knikte voorzichtig. Hij trok zijn wenkbrauwen en gooide Het bekertje in de prullenbak. Ik draaide me weer gauw om en liep naar het kantoor van Marcel. Ik voelde zijn ogen branden in mijn rug en ik zag dat mijn handen ietwat trilden.

Zonder Jou.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu