The struggle is real.

73 6 3
                                    

"Lukt het?". Zei de stem naast mij. Ik keek opzij en knikte. "Je doet het echt goed Walid". Zei ik. En dat meende ik oprecht. Sterker nog, Walid was meer bezig met werken dan ik. Hij zorgde ervoor dat ik bijna niets hoefde te doen. "Beloof me één ding". Zei hij. Ik knikte. "Wat?". "Hierna gaan we samen een bakkie doen. Ik ken een leuke koffietent hier precies om de hoek." Zei hij. Ik glimlachte automatisch en schudde mijn hoofd. "Nee, dat lukt me niet. Ik eh verzuip in het werk en ik moet straks gelijk naar huis." Loog ik. Ik moet namelijk helemaal niks, maar ik had een reden om gepaste afstand te bewaren. Walid wierp net als zovele mensen een blik op mijn ring. "Ah, ja zo.. sorry. Ik wist het niet". Zei hij. Gek was dat, alsof hij mijn gedachten kon lezen.

"Hij is er niet meer". Zei ik plotseling. Ik snapte niet zozeer waarom ik dit erbij moest vermelden. Walid keek echter op en werd een beetje rood zelfs. "Dati is.. heftig.. Allah y rahmoe". Zei hij. Ik knikte en zei ameen. Walid zei niks meer. Ergens voelde het wel fijn om dit met hem te delen. Zelfs toen ik het tegen Karim zei was het een ware opluchting. Het feit dat mensen je niet honderd keer hoeven te vragen hoe het met je liefdesleven staat was een last van je schouders.

"Gaat alles goed hier". Zei een stem die het kantoor binnen wandelde. We keken beide naar de man des bedrijf. Karim haalde een hand door zijn gitzwarte haren en maakte zijn stropdas helemaal los. Ik moest ineens denken aan vanochtend. De achternaam scenario. Natuurlijk had ik de achternaam van mijn vader. Soufian en ik zouden op onze bruiloft ook wettelijk trouwen. Dat waren de afspraken die gemaakt werden. Hij in zijn mooie pak, ik in mijn bruidsjurk. Ivoorwit met een kante bovenlijfje en bewerkt met parels en steentjes. Ik was in één keer opslag verliefd op die jurk! Soufian wilde me er zo graag in zien. Het brengt ongeluk! Zei ik altijd. Ongeluk. En wat voor één...

Karim leek me tijdens het gesprek met Walid steeds aan te kijken. Ik werd een beetje ongemakkelijk van en stond op om koffie te halen. Pricilla zag me bij de automaat staan en kwam meteen naar me toe lopen. "Ik heb denk ik iets doms gedaan Assia, je gaat me haten". Zei ze. Ik keek haar aan en wist niet wat ze bedoelde. "Karim..." Zei ze. "Wat is daarmee?". Vroeg ik. "Ik zag je vanochtend uit zijn kantoor lopen, je was overstuur dus ik ging verhaal halen. Hij had het over je achternaam weet ik veel, dat je daarover loog en hij wilde duidelijkheid anders kon hij niet zo verder werken met een collega die nu al liegt over haar achternaam. Karim kan echt vreselijk zijn Assia.." Zei ze. "Ik heb m toen.. verteld hoe het zit." Zei ze. "Sorry, het is niet aan mij Assia, maar ik vond het niet leuk hoe hij zo over je sprak. Je hebt mij in vertrouwen genomen en dat heb ik nu geschaadt echt sorry daarvoor!". Zei ze. Haar blik keek ernstig en ik schudde mijn hoofd. "Priscilla, maak je geen zorgen. Het is goed". Zei ik. "Echt?". Vroeg ze. "Ja echt,..". Ze gaf me gauw een knuffel en liep snel terug naar een binnenkomend telefoontje.

Dat karim erg kon zijn had ik wel in de gaten. Maar ontslag omdat het verhaal van mijn achternaam niet aansprak! Ik werd er zelfs boos van. Ik had amper in de gaten dat ik het bekertje koffie te lang vasthield en hierdoor bijna mijn hand verbrandde. Het maakte me niks uit! Wilde hij het hele verhaal dan kon hij dat van mij krijgen! Ik gooide het bekertje weg en liep boos richting het kantoor van Marcel op. Ik wilde hem in zijn eigen kantoor spreken, maar voordat ik mijn mond open kon doen zag ik de blik van Walid. Zijn glimlach van oor tot oor en hij kwam op mij af. "Assia! Ik mag hier komen werken!!". Zei hij.

De blijdschap in zijn ogen was niet te beschrijven. Het deed me denken aan mezelf toen ik aangenomen werd. Ik kreeg er zelfs een glimlach van op mijn gezicht. "Ik dacht, we kunnen wel een goeie gebruiken". Zei karim die zich erbij voegde. Dus.. zo vreselijk is Karim niet. Om iemand zo gelukkig te maken heb je een goede hart nodig. En ergens had Karim dat onder die grote harde harnas van hem. Ik glimlachte en feliciteerde Walid. "Weet je, na werk gaan we dat bakkie koffie doen om het te vieren". Zei ik. Walid glimlachte nog breder. "Welke koffie, en welke bak?". Zei karim. "Dat tentje om de hoek". Zei Walid. "Oh fijn, dan ga ik mee. Daar hebben ze lekkere koffie en we zetten het op de zaak". Zei hij terwijl hij het kantoor uitliep. Walid en ik keken elkaar aan en moesten glimlachen.

Zonder Jou.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu