Ik mis je zo.

107 4 10
                                    

Natuurlijk weigerde mama mee te gaan met mij of Zaki. Standvastig als ze altijd was bleef ze alleen achter in dat huis. Maar eerlijk? Iets in mij had ergens de hoop verloren wat mijn moeder betrof. Nu had ik iets anders gevonden waarover ik weer duizenden vragen had. De foto's van de auto waar papa in verongelukte leken op mijn netvlies te zijn gebrand. Waar ik ook keek, ik zag enkel die beelden voor me. Zelfs in de auto, nu onderweg naar huis kreeg ik de schrik als ik een zilvergrijze auto zag. En dan kwam het bedrag van twee miljoen gulden.. ik kon mijn ogen niet geloven. Sterker nog, ik wilde het amper geloven! Nu nog steeds hoopte ik en bad ik dat het een paar loze grappen waren. Maar kom op, alles was zo.. zo officieel. De stempels, de handtekeningen.

Thuis aangekomen nam ik een douche en verrichte ik mijn gebed. Na het gebed bleef ik even zitten en dacht alleen aan mama. Zou ze hem wéér een kans geven? Maar natuurlijk. Dat is ma. Ik zuchtte en vouwde mijn gebedskleed op. Nu had ik een andere missie, Karim confronteren. Hij wist meer of in ieder geval iets. Alsof ik niet wachten kon dook ik meteen mijn bed in en viel gek genoeg zonder te piekeren meteen in slaap..

De volgende dag liep ik linea recta naar zijn kantoor. Het zag er donker uit, maar ik was ook bewust een half uur eerder naar werk gekomen. Een kwartier en twee koffiebekers later liep hij naar binnen en keek vreemd op toen hij me zag wachten bij zijn deur. "Ik geloof dat je die kantoor moet hebben?". Knikte hij naar Marcels kantoor. "Ik wilde je even spreken". Zei ik. Nu leek zijn blik nog vager. Hij keek op zijn horloge en knikte. "Ik heb om 08:15 wel een gesprek met een cliënt." Zei hij. Ik knikte en hoopte dat het gesprek niet eens lang zou duren.

Hij ging me voor en achter mij sloot ik de deur. Hij merkte dit op en keek me aan. "Wat je ook wil zeggen moet wel heel belangrijk zijn. Brand maar los..". Zei hij terwijl hij zijn laptop open klapte en wat papieren uit zijn tas haalde. "Ja dat klopt." Zei ik. Ik keek naar de grote klok van massief ijzer die boven het bureau hing. Het leek net alsof ik de tijd in de gaten moest houden, wie weet had ik nog meer vragen en was ik door mijn tijd heen? Waarom trilde mijn handen weer? Waarom gierde de zenuwen door mijn lijf. Karim merkte dit op. "Ga even zitten". Zei hij. Ik knikte en nam plaats op een walnootkleurige chesterfield bank.

Mijn mond leek kurkdroog, maar ik moest het weten. Wat was de link tussen hem en het ongeluk? Zijn groene ogen leken feller in het zonlicht en als je langer naar zijn blik zou staren, zou je zelfs een gevoel van angst door je heen voelen. Het was een blik die je kon doden, maar tegelijkertijd een blik waar je alleen maar naar wilde kijken. Ik keek gauw weg en focuste me op de ring van Soufian die om mijn ringvinger bungelde. Ik was afgevallen. Teveel. Want zijn ring was te groot geworden. Ik kon m zo verliezen. Waarom liet ik hem niet kleiner maken? Waarom maakte ik daar geen tijd voor? "Eh.. je wilde me spreken?". Hoorde ik ineens. Ik keek op en kwam weer terug op aarde.

"Ja.. ja sorry..". Zei ik met een diepe zucht. "Je zei laatst dat je mijn achternaam herkende. Dat je het een keer gehoord had en het je bij gebleven is. Mag ik vragen waar je het gehoord hebt? Je zei ook iets over een ongeluk?". Vroeg ik. Karim knikte. "Dat klopt. Mijn vader". Zei hij. Ik keek op. "Jouw vader?". Zei ik met een nogal verbaaste blik. "Nou je vroeg waar ik je naam van kende, en dat was via mijn vader." Zei hij. "Maar.. hoe?". Zei ik. Karim stond op en leunde met zijn armen over elkaar op het bureau. "Ik snap iets niet. Waarom stel je mij deze vragen?". Zei hij. Ik ging een beetje verzitten en keek hem aan. "Je zei iets over een ongeluk in 1997. Die ongeluk.. dat was mijn vader." Zei ik. Karim keek ineens verbaast en leunde nu met zijn handen op het bureau. "Jij bent de dochter van.. van de beste vriend van mijn vader?". Zei hij. Ik schrok en stond half op. "Je vader kende mijn vader??". Zei ik. "Ja, ja.. mijn vader is ook advocaat. Hij was bedrijfsadvocaat van het bedrijf waar jouw vader gewerkt heeft. Zo hebben ze elkaar leren kennen.. wacht.. dit is.. bizar." Karim ging even zitten en wreef over zijn voorhoofd. "Ismael el Boudayr? Zo heette je vader?". Zei hij. Mijn ogen werden glazig. De laatste keer dat iemand zijn naam voluit sprak kon ik me amper heugen. "Wow.. de wereld is echt klein!". Zei Karim. "Mijn vader was er zo kapot van. Niet normaal. Ik denk dat we pa nog nooit zo depressief hadden gezien als in dat jaar. Ik was toen vijftien en wilde alles leren wat mijn vader had geleerd om advocaat te worden. Ik vergeet die dag nooit meer. Wekenlang heeft hij zijn beroep niet kunnen beoefenen. Hij was er kapot van..". Ik kreeg letterlijk tranen in mijn ogen van zijn woorden. Karim merkte dit op en pakte een tissue en liep naar me toe. "Je herinnert het je vast niet, maar een week na het overlijden van je vader zijn mijn ouders langs je moeder geweest om te condoleren." Zei hij. Ik pakte de tissue aan en depte mijn tranen weg. "Ik was tien." Zei ik. "Je was piepjong." Zei hij. "Zulke dingen kun je als kind ook niet begrijpen. Soms begrijpen we ze zelfs als volwassen niet." Zei hij. "Het is vreemd, want mijn vader sprak nooit over jouw vader, althans voor zover ik me herinneren kon". Zei ik. Karim knikte. "Misschien was het een stukje privacy die hij wilde. Pa is nu ook niet bepaald een persoon die random naar jullie huis zou komen. Hij is nogal erg op zichzelf. Ik weet tot de dag van vandaag niet wat pa triggerde om überhaupt zich open te stellen voor een vriendschap." Zei Karim.

Iemand klopte op de deur en Karim keek op. "Dat moet mijn cliënt zijn". Zei hij terwijl hij een blik op de grote klok wierp. Ik stond meteen op en probeerde mezelf bij elkaar te rapen. Ik was nog steeds zo verrast van het feit dat onze vaders elkaar kende. Wat Karim zei klopte als een bus. De wereld is echt klein! "Dank je wel." Zei ik. "Waarvoor?". Zei hij. Ik hief mijn schouders op. "Voor dit gesprek." Zei ik. Karim glimlachte lichtjes. "Kom op mevrouw de advocate, ga zaken winnen." Zei hij. Ik glimlachte en liep zijn kantoor uit.

En het leek gek, ik bedoel ik had nog zoveel vragen voor hem. Maar er leek een flinke puzzelstuk op zijn plek te vallen. Het feit dat de vader van Karim mijn vader kende. Hoe groot was die kans? Die dag leek ik weer een soort van te leven. Ik had iets opgelost weer en dit keer was dat iets een stukje van mij. Met een glimlach sloot ik alles af en wenste Marcel die alweer druk aan het bellen was een fijne avond. Onderweg naar de uitgang werd ik geroepen. Het was de bekende stem van Karim. "Heb je tijd en zin om ergens koffie te drinken? Ik ben zo getriggerd door het gesprek van vanochtend." Zei hij met een glimlach. Zijn glimlach deed me denken aan die van Soufian. Hij had precies dezelfde kuiltjes. Ik was er even stil van en ik zag dat Karim weer naar mijn hand keek. "Oh stom van mij, sorry! Je moet naar je gezin. Tot morgen dan". Zei hij. Ik keek hem aan en hij liep langs mij heen de deur uit.

Mijn gezin? Ik keek naar de ring die ik al sinds het overlijden van Soufian om me vinger had. Hoe aardig Karim ook was. Ik kon niet. Ik had mezelf een belofte gemaakt nooit en te nimmer een man in mijn leven toe te laten. Ik was van Soufian. Van niemand anders. En ik miste hem zo. Er ging geen dag voorbij of hij kwam opdoemen in mijn gedachten. In mijn dromen. Laat Karim maar denken dat ik een gezin heb. In mijn fantasie had ik al een man. En hoewel het een onschuldige aanbod was van Karim en ik hem dolgraag vragen wilde stellen over zijn vader, voor mij ging zelfs dat te ver..

Thuis belde ik meteen Fahima op die met klapperde oren mee luisterde. Zij kon haar ogen niet geloven? Bij mij vielen ze er bijna vanaf van hoe bizar deze dag verstreken is. Naar werk rijden zal nooit meer hetzelfde zijn. Na het gebed besloot ik mijn moeder te bellen. Door de telefoon deed ze nogal vaag en ik wist dat hij daar weer thuis zat. Ik wist wanneer mama vrijuit kon praten en wanneer niet. Na het gesprek viel mijn oog op de map die ik mee genomen had. Ik pakte het op en begon erin te bladeren. Alles was hetzelfde. Stempels en handtekeningen. De foto's die mijn ogen deden tranen. Ik sloot mijn ogen en zuchtte diep. Ik wilde alleen nog één ding weten. Het geld. Was Karim wel de geschikte persoon om dit te vragen? Ik moest het gewoon weten en nee niet onder het genot van een kopje koffie, maar op werk.

Dus de volgende dag liep ik in mijn pauze naar zijn kantoor. Hij was er niet. De hele dag was hij afwezig. Deze vraag die ik wilde stellen voelde als een brandnetel op mijn huid. Toen ik klaar was met werken en ik alles opruimde zag ik hem ineens binnen komen. Hij was druk aan de telefoon en ik stond meteen op. Marcel was al weg en ik sloot de boel af op kantoor. Met mijn handtas en laptop tas liep ik naar zijn kantoor en klopte zachtjes op de deur. Ik hoorde een andere stem dan die van Karim en wat gelach. "Binnen". Hoorde ik na dat ik wat harder klopte. Ik deed de deur open en zag een dame met een grijze mantelpakje zitten op zijn bureau. Karim keek ineens serieus en de dame keek me aan. Haar had ik hier nog nooit gezien. "Wil je iets vragen Assia?". Zei hij. Ja dat wilde ik, maar dit was niet het gepaste moment. "Eh ja.. maar dat kan ook een andere keer". Zei ik. "Onzin, je bent er nu." Zei hij terwijl hij op stond. De dame, die overgings bloedmooi oogde stond op en streek met haar handen haar pakje glad. "Ik moet toch gaan, tot straks?". Zei ze. Karim knikte en ze gaf hem een kus op zijn wang. Mij gaf ze een knikje en liep langs mij het kantoor uit. "Sorry voor het storen". Zei ik. "Nee.. nee.. mijn vriendin kwam even langs en.. nou ja doet er niet toe. Wat kan ik voor je doen?". Zei hij. Ik knikte en deed de deur dicht. "Ik... ik wilde je iets vragen. Eigenlijk weet ik niet of jij de geschikte persoon bent, maar.. ik wil het gewoon zeker weten". Zei ik. Karim keek me aan en knikte. "Zeg het maar". Zei hij. "Ma kreeg twee miljoen gulden. Iets met verzekering. Na de dood van papa kreeg zij dit uitgekeerd. Ik weet alleen nergens van." Zei ik. Karim keek op. "Is dit niet een vraag die je juist aan je moeder moet stellen?". Zei hij. Ik werd een beetje rood. Ja, in betere omstandigheden had ik het ma zeker gevraagd, maar hoe het nu gaat..

"Twee miljoen is een flinke bedrag. Maar zoals ik destijds hoorde was het een dronken bestuurder. Ik weet alles nog want pa raakte er niet over uitgepraat. Maar.. waarom verzweeg je moeder dit voor je dan?". Zei Karim terwijl hij verbaast keek. "Dat.. dat is een ander verhaal. Ik.. snap zoveel gewoon niet. Ik ben ook bang dat ik nooit antwoorden op mijn vragen zal krijgen". Zei ik. "Als ik iets geleerd heb is dat je sommige vragen liever onbeantwoord moet laten blijven. Als je nu een antwoord krijgt, ga je weer andere vragen stellen. Het is een vicieuze cirkel." Zei Karim. Ik knikte. "Nu is het tijd om lekker naar huis te gaan." Zei hij. Hij pakte zijn vest en tas en deed het lichtje van zijn tafellamp uit. "Tot morgen Assia". Zei hij. Ik knikte en liep weg naar buiten...

Zonder Jou.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu