2) The Elven King

357 24 0
                                    

Irính blijft naast de deur van de slaapkamer staan. De koning was nog geen enkele keer buiten gekomen in de zeven nachten na die vreemde ochtend.

Irính was twee keer mogen binnenkomen met een plateau met eten. Alles wat de koning at waren kleine broodjes en hij had een enkel glas water gedronken. Verder was niemand erbij geweest, al zag de kaler eruit of er elke van deze zeven dagen een gevecht had plaatsgevonden. Alles van glas lag in scherven op de grond. Ertussen lagen perkamenten rollen en stukken van potten en schalen. Een plant lag op de grond.

Af en toe speelde de koning harp, iets wat hij anders nooit doet. Irính kent de koning nu 150 jaar persoonlijk. En nooit, nooit had de koning harp gespeeld.

Hij fronste diep, schudde zijn hoofd en liep van de deur weg. Er moest iets gebeuren. Iets, iets is goed genoeg. Niemand weet wat er gaande is.

Uiteindelijk besloot hij om de raad in spoed bij elkaar te roepen. Met een zwaar gemoed wandelt hij naar de vergader ruimte. Een mooie open plaats met in het midden een stenen zonnewijzer. De aanwezige raadsleden zitten op hout blokken. Hij loopt naar de bel en luidt deze. Het teken dat er een raad gaat beginnen.

Hij gaat op de grote houten stoel zitten die uit een groot, rechtopstaand houtblok is gesneden. De zoom van zijn tuniek waait wijd over de grond. De tip van zijn laars piept voorzichtig van onder de stof uit.

De raadsleden komen binnen. Allemaal elfen met ervaring in de meest uiteenlopende zaken. Elfen met ervaring in verschillende situaties, droogte, oorlog, magie en andere. Maar niet de onbekende ziekte -als het al een ziekte is- die de koning geveld heeft.

Als iedereen gezeten is en elkaar gegroet heeft staat Irính recht. Dogaun weet waar het over gaat en slaat het hoofd neer.

"Raadsleden. Ik groet u in deze spoed vergadering. Zeven nachten geleden. Op die prachtige lente morgen, is er iets gebeurd met onze koning."
De raadsleden reageerden ontzet.

"Hij eet niet meer, hij praat niet meer, niemand mag bij hem. Zelfs zijn zoon, prins Erính mag niet binnen. Ik ben ongerust. Dokters weten niet wat hem binnen houdt, wat hem kan genezen. Wat moeten we doen?"

"Hij is niet ziek in zijn lichaam?"
Irính knikt nee, "Ik denk eerder in zijn hoofd. Maar hij laat niemand bij zich. Ikzelf ben slechts twee keer binnen gemogen. Hij ziet er elke ochtend slechter uit. Ik weet niet eens of hij slaapt."

De raadsleden begonnen naar elkaar toe te leunen en te fluisteren. Dogaun wisselde een blik van verstandhouding met Irính.
Hij stond recht. "En als we hulp van iemand anders zoeken?"
Met een zuchtje werd alles weer stil. Zelfs de krekels wilden horen wat de jonge Dogaun te zeggen had.

"Als een Elf niet door een Elf genezen kan worden. Is het dan niet beter dat we iemand anders ten hulp vragen?"
De oude Dainn stond op. Hij was de oudste op de koning na. Zijn haar was wat doffer dan dat van de anderen en hij is erg groot. Hij liep met de hulp van een grote, redelijk rechte boomwortel. Zijn stem was zacht van ouderdom.

"Dogaun. Wie zou dat kunnen zijn? De sterren zijn vaal, de bloemknoppen treuren met onze koning. Wie kan dat verhelpen? Wie zou dat kunnen?"

De jonge Elf stond voorzichtig op.
"Een mens misschien?"
De raadsleden waren verontwaardigd.
Dainn ging verder. "En waarom een mens? Een minderwaardige soort dan Elfen! Wat is hun kennis in de onbekende ziekte die onze koning heeft? En als we eentje naar hier halen, hoe weten we dan of het de vertrouwen is? Ze zullen ons verraden!"

Dogaun wilt zich verdedigen.
"Als we het goed organiseren. Een juiste keuze maken, dan kan het toch?"
"Twee middagen Dogaun. En dan moet je ons kunnen vertellen wat je plan bent. En dan kunnen we er opnieuw over beslissen."

En daarmee had Dainn de raad gesloten. Irính leunde tegen de armleuning in zijn stoel. Zijn kin rustend op zijn vuist. Strak voor zich uit starend. De raadsleden vertrokken een voor een. Op Dogaun na, die bleef twijfelend zitten.

"Gewaagde ideeën heb je, Dogaun."
De jonge Elf keek op.
"Begin er vanavond aan. Nadat ik naar de koning ben geweest zal ik je komen helpen."

The Elven KingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu