54) The Elven king

166 17 6
                                    

De Bos Elfen stonden geharnast tussen het graan. Het veld geurde buitengewoon hard naar graan dat klaar is om geoogst te worden. Kleine korrels die ontsnapt waren vlogen mee met de wind tot ze ergens neerkomen en een nieuwe graan stengel voortbrengen.

De oogstmaand. Augustus in Boven Aarde.

Koning Anluen van het geslacht Alsandaìr, gezeten op zijn gigantische witte edelhert, de zilveten staf met smaragd in de hand overzag de bergen.
Maar bovenal de Berg Elfen die eruit tevoorschijn kwamen.

Ze waren te voet. Hun leider voorop.
Amrynn van Connak Aubron.
Ze waren gewapend, maar niet zwaar, ze waren geharnast maar niet zwaar.

"Heer Anluen!"
De koning van de Berg Elfen nam het initiatief. Hij riep uit volle borst. Of toch voor zover hij dat kon op zijn leeftijd.

"Amrynn. Je leeftijd verbaasd me nog steeds. Op die leeftijd kan je niet vechten. Luister daarom naar wat ik te zeggen heb."

De Berg koning begon te lachen.
"Ik luister!"

"Ik weet dat Lena bij jullie is. Een soldaat van jullie heeft haar naar jullie volk ontvoerd! Ik eis dat jullie haar weer overhandigingen samen met de soldaat!"

Amrynn onderbrak hem.
"En wat ben je met hen van plan? Ik heb Lena haar veiligheid beloofd en ik wil de veiligheid van mijn volk zeker stellen. Je krijgt ze niet koning Anluen. Niet voordat ik weet wat je met ze wil doen."

Anluen grijnsde.
"Lena blijft bij ons. Jouw soldaat gaat terug waar hij vandaan is gehaald. Mijn gevangenis."

"En wat is het kwaad dat hij heeft aangericht?"

"Hij heeft Lena en een Hoge Elf beledigd en hij heeft hen aangevallen."
Amrynn laat zijn blik naar Aësar glijden.

"Kniel voor de koning!"
Aësar trok een paniekerige blik.
"Ik zei kniel!" de harde stem van Amrynn liet merken dat het menens was.

Beledigd kwam de soldaat uit de horde Berg Elfen en trad naar voor.
Hij liep zo dicht als hij wou en durfde.
Daarna zakte hij door zijn knieën en hield zijn armen open naast zich.
Hij voelde zich beledigd maar de koning schepte er genoegen uit.

"Nu Lena!"

Amrynn schudde zijn hoofd.
"Ze is hier niet. Laat ons stoppen met deze machtsvertoning. Dit schept wantrouwen en haat. Niemand wenst dit. Ik nodig U uit en aanhoor al Uw wensen, of Uw eisen. Zo U verkiest."

Erính reed zijn damhert tot naast dat van zijn vader. Zijn boog hield hij in een hand.
"Hij probeert zich er uit te praten" grijnst hij tegen Anluen.
De koning kan zijn opmerking echter niet smaken.

Erính merkt het op en wil indruk maken.
Hij trekt een pijl en spant zijn boog.
Aan de andere zijde komt Erea achter haar vader staan. Ze legt haar hand op zijn schouder.

Maar terwijl Erính mikt klinkt er een schreeuw.

"Stop!"

Verbaasd kijkt iedereen naar een uitloop van de bergen. Iedereen kijkt naar Lena die op de Ald naar beneden loopt.

"Lena!" roept Amrynn. Hij had gehoopt dat zijn zoon haar zou tegen houden. Zoals afgesproken.
Aësar van zijn kant schrikt vooral van het feit dat Danle niet langer volledig zijn kant kiest maar ook die van een mens.

Lena wil zo snel mogelijk tussen beide partijen in staan. Wacht. Dat was dus net wat ze eigenlijk niet wou doen.

Maar de afdaling gaat te snel.
Met grote snelheid loopt Danle tussen de twee partijen in. Maar de berggeit die geen velden gewoon is en zeker niet op deze snelheid verliest controle en gaat al snel onderuit.

Lena tuimeld van de Ald af en rold over de grond. In haar onzachte landing laat ze haar licht bol en houweel los.
De licht bol stuiterde over de grond heen.
Een hels verblindend licht straalt uit de bol en iedereen grijpt naar het gezicht om de ogen te beschermen.

Er is chaos. Aësar was in een blinde paniek opgestaan en liep zonder te weten waar naartoe weg. Het licht zorgde ervoor dat alles hels wit gelig gekleurd was.

Lena merkte dat ze op haar buik was neergekomen. Het graan onder haar prikte maar dat voelde ze niet. Ze lag met haar hoofd schuin en haar ogen toe. Het eerste dat ze deed was knijpen met haar hand. Alsof ze op deze manier wou nakijken of alles wel oké was. Graan stengels breken tussen haar vingers.

Traag probeert ze overeind te komen maar dat kost bijzonder veel pijnlijke moeite.
Ondertussen is al het licht in de bol op aan het raken. Langzaam wordt het zachter.

Enkele Elfen (vooral bij de Berg Elfen) waren gebukt tussen het graan alsof het een schuilplaats was en hielden de handen voor het gezicht. Aan de andere kant leunden ze onhandig op hun dieren. De gekwelde herten liepen allemaal door elkaar. Behalve het witte edelhert dat er beter uitzag maar diep van binnen zwaar ziek is. Alsof het zelfs geen moeite meer KAN doen. Danle lag wild hijgend plat in het graan te bekomen van het licht en de val terwijl graan in haar horens en vacht hangt.

Een kreet van Erea bracht als eerste Lena en vervolgens heel wat anderen terug naar de realiteit.

Amrynn stond als blind met opengesperde ogen voor zich uit te staren. De handen om de zilveren pijl die Erính in een reflex gelost had en boven zijn linker heup terecht gekomen was. Hij zag erg bleek zijn ogen waren dof.

Al snel zakte hij door een knie.
"Nee" huilde en schreeuwde Erea tegelijk. De Berg koning ging ook door de andere knie. Lena probeerde op te staan maar haar benen voelden als verlamd.
Ze kroop onhandig naar hen toe. De afstand was niet eens zo groot maar het duurde een eeuwigheid voor ze er was.

De losgeraakte haren van de koning wapperden met de wind.
Erea sloeg haar armen om hem heen.
"Nee niet heen gaan. Wij hebben je nog nodig. Ik heb je nog nodig!"

De koning zakte nu nog verder neer en belande op zijn linker zij. De kant met de pijl naar beneden gericht.
"Jij hebt mij niet meer nodig mijn dochter. Je kent mijn wens van vrede. Laat deze je gids zijn in een wereld zonder mij."

Hij liet zijn hoofd hangen. Lena probeerde net als Erea om hem overeind te krijgen. Maar het moment dat zijn hoofd op de schoot lag van Erea sprak hij zijn laatste woorden.

"Het gaat je goed mijn kind."

De hand die Lena in de hare hield zakte weg en viel op de grond. Zijn hoofd kantelde opzij, tussen de benen van Erea. Hij had zijn ogen gesloten en op zijn gelaat was een kleine glimlach verschenen. Zijn reis door Onder Aarde is afgelopen. De tijd voor rust in aangebroken. Lena en Erea zitten verslagen rond zijn lichaam dat op een bed van graan lag.

"Het gaat je goed mijn kind."

The Elven KingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu