Lena moest zich inhouden om niet gefrustreerd te worden maar hoe meer ze vroeg hoe minder de vrouw sprak.
Uiteindelijk vloog de deur van het huisje open.Lena draaide zich om.
"Erính?"
De vrouw liet beschaamd haar hoofd zakken.
"Kom mee Lena, we gaan terug. Ik zocht je."
Hij probeerde vriendelijk te blijven maar zijn stem verried boosheid. Hij nam haar hand en nam haar mee naar buiten. Waarschijnlijk had hij staan luisteren aan de deur. Stil en bedachtzaam."Deed ze iets fout?"
De prins knikte "genoeg om boos van te worden. Niet genoeg om haar te straffen."
"Niet doen edele prins. Ik vroeg haar om erover te vertellen. Ik wilde weten waarom iedereen me een elfen prinses noemde."
"Omdat je de kleren van een prinses draagt. Daarom. Dat had je mij ook kunnen vragen."
Lena trok haar arm los.
"Je had het me ook kunnen zeggen. Of durf je niet toegeven dat je beschaamd bent om met mij rond te lopen en dat ik daarom met een kap over m'n hoofd moet lopen."
Ze deed de mantel uit en gooide hem naar Erính.
"Daar doe ik niet aan mee. Hier is je mantel. Ik loop zo wel rond. Ze moeten maar aan me wennen als ik hier toch tot het einde van mijn dagen vast zit."Er viel stilte en ze keken elkaar aan.
"We gaan."
Dat was alles wat hij nog zij.
Hij liep op de herten af.
Hij stapte op.
"Ik loop wel naast het hert. Ik wordt zeeziek op hun rug."
"Doe wat je wil."
Zijn irritatie irriteerde Lena. Dit kan niet goed gaan.Het hert volgde bereidwillig het andere hert waar Irính op zat. Zij liep ernaast. Ze had zich dit bezoek wel wat anders ingebeeld. Het diner was wel gezellig maar ze kende niemand en de mysterieuze verhalen rondom de kleren die ze aanhad hadden haar verward.
"Ik weet dat je aan de deur geluisterd hebt. Die prins waar het over gaat, is dat een voorvader van je?"
De prins gromde.
"Dat beschouw ik als een ja."
Geen antwoord.
"Er zijn dus nog meer Elfen dan enkel jullie."
"Over De Velden zijn er nog en Nimfen zijn ook een soort elfen."
"Wat is dat Over De Velden eigenlijk?"
"Aan de andere kant van deze eindeloze velden wonen nog Elfen. We spreken niet meer over hen. We spreken enkel nog van Over De Velden. Ooit kwamen we goed met elkaar overeen maar de grote afstand deed het contact verwateren.""Dat zei die oude vrouw. Een meisje van daar is met een prins van jullie getrouwt."
"Ja en dat had ze niet mogen zeggen!"
Lena schrok van de woede van de prins.
Wat is er zo fout aan twee Elfen die verliefd werden en trouwden? Los van het feit dat ze tragisch omgekomen is. Dat is pijnlijk, maar om daarvoor zo boos te worden op een oude vrouw..."Stil" fluisterde Erính plots.
"Ik zei n..."
"Shhh."
Traag en zo geruisloos dat het onrealistisch werd trok de prins een pijl uit zijn pijlen koker. Hij legde zo stil aan dat Lena niet eens kon horen dat de pees gespannen werd.
De prins keek met zijn blauwe ogen naar een bosje struiken. Hij luisterde.
Toen er plots een zacht krakend takje klonk liet hij de pees los en trillend zocht de pijl zich een weg tussen de takken in een onbekend dier.Er klonk gejank.
Onmiddellijk kwamen er drie gruwelijke wolfachtige dieren de struiken uit gesprongen. Ze waren zwart met een ruwe vacht. Hun ogen waren glimmend rood. Ze hadden korte manen en waren uitzonderlijk groot. Lena gilde het uit. De prins schoot snel als de wind een nieuwe pijl af. Daarna trok hij zijn zwaard voor de twee overblijvende. Hij sprong van zijn hert af."Lena. Spring nu op je rijdier. Het vind zelf zijn weg. Blijf niet hier!"
Maar ze durfde niet en ze verschool zich tussen de twee herten in de ijdele wanhoop dat ze haar daar niet konden raken. De prins had een prachtig zwaard. Hij kon de vreselijke dieren rake klappen geven. Niet veel later, ook al leek het een eeuwigheid stortte de eerste neer. De tweede gromde en besloot toen om het -zwaargewond- op een lopen te zetten."Erính!"
De prins draaide zich om met zijn boog op haar gericht. Zijn ogen waren donker geworden en hadden een agressieve indruk. Lena werd er bang van. Toen de prins besefte dat Lena niet in gevaar was werden ze ogen terug schitterend blauw en liet hij zijn boog zakken. Lena stond recht en liep op de prins af.Ze wist niet goed of ze hem moest omhelzen of feliciteren dat hij goed gevochten had of hem moest negeren.
"Je ogen veranderen van kleur" flapte ze eruit.
"Ik heb dit al eerder meegemaakt."Al eerder? Wanneer dan, en met wie?
"Op je hert Lena. Er komen er nog meer, je bent niet veilig. Je hebt geen ervaring in deze bossen."Dat had ze nóg ergens gehoord...

JE LEEST
The Elven King
FantasyOp een morgen die eigenlijk te perfect is om waar te zijn overvalt een onbekende ziekte de Elfenkoning. Samen met hem kwijnen de planten en dieren van de Bos Elfen weg. Ze vestigen hun hoop op Lena, een jonge vrouw die ze in een grot ontvoeren uit d...