45) The Elven King

158 16 0
                                    

"Mag ik u wel vertellen dat het mijn schuld is dat jullie niet naar het zomerfeest mochten..."
Gurdan keek haar geamuseerd aan, "Ah zo?"
"Ik ben zo een beetje gearresteerd geweest. Anluen moest mij per se van het feest halen omdat zijn zoon me van de cellen bevrijd heeft. En wat daarna gebeurde is pure chaos. Denk ik?"

"Trek het je niet te hard aan. Weinigen hier kennen de weg naar de Bergen. Maar ik wel. Ik zal je persoonlijk vergezellen. Paarden zijn sneller als de Ald. We kunnen hem zo goed als inhalen. Maar dan wel nu."

Lena vloog overeind.
"Ik zou niet liever willen!"
Gurdan loopt naar buiten met Lena erachter. Naar de paarden. Eindelijk iets vertrouwd. Ze heeft niet heel veel rij ervaring. Als kind had ze het eens geprobeerd. Want welk meisje ook niet.
Maar het was lang geleden. Desondanks, een paard.

Gurdan zorgde ervoor dat er twee sterke paarden gezadeld werden. De zadels waren uit hout gesneden en met leder en stof bewerkt om zowel ruiter als paard zo comfortabel mogelijk te laten reizen.
"Ik neem slechts een zwaard mee. We moeten niet rekenen op veel problemen."
Dat hoopt ze toch van harte.

Lena stapt op. Ze zit op een wit paard vol met kleine zwarte vlekjes. Gurdan zit op een crème kleurig paard. Lena merkt aan de bouw van de dieren dat ze doorgaans gebruikt worden voor hard werk op een deeltje van deze eindeloze velden. Maar aangezien het stamhoofd ze gekozen heeft moeten het ook goede lopers zijn.

Ze vertrekken.
"De snelste weg is rechtstreeks door de Velden. Het eerste stuk is ons nog bekend. Wat erachter ligt moeten we nog zien."
"Maar je kent de weg toch?"
"De weg is gekend. Maar Urdún zijn niet bij hen toegelaten. Wij staan immers onder het gezag van Anluen."

"Je lijkt hem niet graag te hebben."
"Niet echt. Ze voelen zich belangrijk. Vinden dat wij hen nodig hebben maar tegelijkertijd kleineren ze ons omdat we hulpeloos zouden zijn. Wij zouden prima alleen verder kunnen. Het enige verschil is dat niet heel ons volk soldaat is. Elfen kunnen niet eens landbouw verrichten. Het zijn verzamelaars. Zo goed als alles wat ze ginder eten komt van hier. Onze wijn bovenaan. Maar van bier blijven ze af om een vreemde reden."
Lena kon er maar een beetje mee lachen.

Hoe moet dat aanvoelen als je volledige gemeenschap slechts een leger is?
Gurdan pikte erop in.
"De Bos Elfen hebben beroepssoldaten. Dat zijn Elfen die al hun dagen in dienst staan van de koning. Wachters en zo. En dan in tijden van oorlog moet heel het volk als soldaat optreden. Als kind beginnen ze al met hun training."

Lena moest aan Lyrr en Allene denken. Dat was dus waarschijnlijk hetgeen waar het kind zo veel mee bezig was op een dag en hetgeen waar Allene telkens zo voor moest zeuren dat ze er aan zou beginnen.

"Het zal wel meevallen. Zo erg waren ze niet. Op de koning na."
"Op de koning na. Dat klopt."

The Elven KingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu