23) The Elven King

187 20 0
                                    

Lena was opgelucht toen ze 's ochtends wakker werd en die vreselijke nachtmerrie slechts één keer gehad had.
Spijtig genoeg was die nachtmerrie gruwelijker dan ooit. De details waren zo echt dat ze er ziek van werd.

In alle stilte en opgesloten in haar eigen ellende stond ze op. Ze keek in de spiegel en het eerste dat ze zag was haar vermoeide hoofd. Ze goot water uit een kan in haar hand en goot dat over haar gezicht. Het volgende dat ze zag was haar haar. Dat leek opnieuw gegroeid te zijn. Een millimeter of drie of zo. En ze kon het zo met haar vingers uit kammen. Het idee dat ze Elfen haar aan het krijgen is vond ze langs de ene kant heel romantisch en langs de andere kant pure indoctrinatie.
Nochtans was het nooit zachter geweest dan nu en had haar haar nooit harder geblonken als nu. Alhoewel ze liever kort haar heeft. Zoals ze altijd had gehad.

Ze deed opnieuw de zilveren jurk aan. Ze zou dringend moeten zeuren voor een andere, een meer alledaagse. Deze zal ze voor de koning bewaren. De juwelen en haar haar interesseerden haar voor het ogenblik niets. Ze kon niet wachten tot Adaìn haar de herstelde broche zou terug geven.

Ze liep naar de ontbijt tafel waar Lyrr al zat te wachten en Allene af en aan liep. Adaìn zag ze niet. Lena ging twijfelend zitten en Allene zette de laatste schotel op tafel.
Lena probeerde om iets over haar droom uit te vissen.

"Allene, beteken dromen iets bij jullie?"
Ze keek vreemd op, "wat zijn dromen?"
Van die reactie schrok Lena.
"Kennen jullie dat niet?"
Allene beet (schijnbaar) op haar lip en knikte van niet.

"Als je slaapt dan heb je soms dromen. Dan zie je werelden of situaties en personen. En bij ons wordt er door sommigen geloofd dat ze iets betekenen, dat ze iets willen vertellen en sommige beweren dat ze er zelfs de toekomst in zien.

Allene keek met een vreemd gezicht naar Lena. "Dat hebben wij niet. Als wij slapen is er niets."
"En visioenen of zo of voorspellingen. Kunnen jullie dat?"
Allene keek nu alsof ze meer begon te snappen van wat Lena zei.

"Visioenen gebeuren onwillekeurig bij iemand. En die iemand moet daar strikt gehoor aan geven want het kan alles beïnvloeden. Gelukkig is dat zeldzaam. En er wordt gezegd dat magiërs voorspellingen kunnen doen."

Magiërs? Stel je voor!
"Zei je nu net magiërs?"
Allene knikte.
"Die kunnen toveren?"
Ze knikte opnieuw.
Lena zakte overdonderd onderuit op de stoel.

"Toveren is niet iets dat men zomaar doet. Toveren zit hier", ze wees naar haar hoofd en keek daarna of ze te veel had gezegd.
"Kunnen Elfen toveren?"
Allene verwierp de vraag.
"Daar mag niet met Urdún over gepraat worden en daarbij gezien ben jij ook Urdún dus moet ik mijn mond houden."

Dat is ook de eerste die dat zegt. Ze trok een pruillip en hield dan op met vragen en stopte een op een pruim lijkende vrucht in haar mond. Ze verwachtte een pit maar die was er niet.

Adaìn kwam eindelijk aan tafel en hij keek niet alsof hij bereid was vrolijk een gesprek te voeren. Hij ging voorzichtig zitten en zodra hij zag dat Lena al had genomen nam hij voor zichzelf ook.

Lena voelde waarom hij niet in zijn spontane doen was.
"Ik heb het zomerfeest verpest, niet?"
Adaìn reageerde er niet op. Allene des te hard.

"Natuurlijk niet Lena! Jij hebt niet gekozen voor dit alles. Het is gewoon een ongelukkig moment geweest."
Dat is het typische excuus dat iemand kan geven als hij iemand wil troosten.
En eigenlijk is het wel zo, het was niet iets dat Lena nu precies wou horen.

"Is het feest doorgegaan?"
Allene verloor nu alle schaamte.
"Nee. De meeste Elfen zijn wel wat blijven drinken maar niemand heeft ook maar wat gefeest. Zelfs de Urdún zijn met hun wijn weggestuurd door de soldaten."

Lena voelde hoe haar maag in een kromp.
'Dat had ik niet gewild' ging in haar hoofd om.
Lyrr speelde met haar eten en leek noteert echt te volgen of te begrijpen waar ze het over hadden. Adaìn staarde in het niets en at wat hij het eerste vast kreeg.

Allene reageerde volwassen.
"Lyrr als je klaar bent ga dan maar van tafel."
De jonge Elf, zowat de jongste van heel de gemeenschap stond beteuterd recht.
"Ik wil niet."
Lyrr had dus blijkbaar iets te doen vandaag en leek daar nog harder geen zin in te hebben.

Allene stond op en met haar handen op de schouders van Lyrr liepen ze het vertrek uit. Adaìn keek op.
Hij stond recht, liep de kamer weer uit en kwam toen weer naar binnen met een pakje in zijn handen.
Lena voelde haar hart springen en haar magen nog verder krimpen.

Hij knoopte de doek open.
En daar lag het. Te schitteren.
De broche was hersteld. Zelfs de plaats waar het gebroken was was niet meer te zien. Adaìn knoopte het voorzichtig weer toe.
"Ik hoop dat je voorzichtig bent. Maar nog harder dat je weet wat je aan het doen bent."

Of het voorbarige euforie was kon Lena niet zeggen maar ze stond op en zei zelfzeker, "Ik ga de koning genezen."

Geschreven in Porto - Portugal ;)

The Elven KingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu