55) The Elven King

139 17 4
                                    

Erea liet hij hoofd hangen. Haar haren plakten in de tranen. Lena kon ook de hard niet bedwingen.
De stilte die er hing was moordend.

Lena stond recht.
Ze keek de Bos Elfen boos aan.

"Erính!" zei ze op harde toon.
Ze keek hem indringend aan en wees naar hem.

"Kijk wat je gedaan hebt!"
Ze draaide zich om en wees naar Erea en haar vader die onderuitgezakt op haar schoot lag. De jonge Elf hield haar armen om Hem heen.

Erính keek beschaamd weg. Hij had de pees van zijn boog losgelaten toen het felle licht verscheen. En jammer genoeg had die pijl een onschuldig iemand geraakt.

"Steek de schuld niet op mijn zoon! Dat licht kwam er door jou!"
Shit. Ook waar. Maar Lena besluit om scherp te reageren.
"Wie besloot er ook een boog mee te nemen? Ik niet."

Erính keek verslagen naar beneden terwijl koning Anluen hoogst op zijn tenen getrapt was.

Lena keek hem ziedend aan.
"Wie de wapens in de hand draagt kan geen vrede brengen."

Daarmee trok ze de aandacht.

"Jullie mogen niet vechten! Deze strijd kan niet gewonnen worden. Elfen tegen elkaar hoort niet!

Jullie zijn zoals een steen in een stromende beek met water. Het water kan de steen breken maar de steen splijt het water! Het is een strijd die nooit gewonnen kan worden."

Even bleef het stil. Lena wist best dat iedereen naar haar aan het kijken was om deze poëtische en filosofische uitspraak.
Ze was ook de enige die praatte. Alleen het snikken van Erea klonk er af en toe tussen.

De stilte werkte ontwapenend.
En dat werd opgemerkt door koning Anluen.

Hij probeerde arrogant te zijn.
"En wat wil je dan doen? De vrede prediken? Denk je dat iedereen een verrader zal steunen? Iemand die heel deze wereld in elkaar kan laten vallen? Iemand die het lichaam heeft van iemand anders? Iemand die deze tweestrijd veroorzaakt?

Is er iemand die jou nog wil helpen?"

In wat hij zei zit een waarheid.
In alles zat een waarheid. Vooral het feit dat ze het evenbeeld van Arela is. En dat een dubbelganger hier niet bestaat.

"Wie zal ooit jou kant kiezen?"
Maar het bleef angstig stil.
Lena keek om zich heen maar moest uiteindelijk aan zichzelf toegeven dat niemand haar steunde.

Of toch wel?

"Ik kies de kant van de vrede. Dus ook die van haar!"

Lena kon wel schreeuwen. Allene zocht zich een weg tussen de rangen van de Bos Elfen die zich ondertussen toch redelijk hersteld hadden. Ze was blijkbaar voetvolk. Of ze was haar hert kwijtgeraakt in de chaos.

Ze wierp haar zwaard en pijl en boog weg.
"Ik sta aan haar kant!" zei ze nog eens. Het is maar één iemand maar het deed zo een deugd.

"Ik weiger te vechten! Ik doe het voor de vrede en de vrijheid. De Urdún zien geen vijand in jullie beiden!"

Gurdan kwam fier van tussen de Berg Elfen tevoorschijn. Hij was ongewapend en droeg geen harnas of andere bescherming. Enkel een grote tas.

"Hierin zitten geneesmiddelen. Laten we ze sparen voor wanneer we ze echt nodig hebben."
Hij omhelsde de tas alsof het een baby is.

Erea vond ergens de moed en de kracht (vooral de kracht) om haar vader even los te laten en ze stond eveneens recht.
Ze liep naar het zielige groepje van één Elf, één mens en één Urdún.

"Koning Anluen! Ik ben Erea van Connak Aubron. De nieuwe koningin van de Berg Elfen. Het was de wens van mijn vader dat er vrede zou zijn tussen alle volkeren van Onder Aarde."

Ze kalmeerde haar stem.
"Dat is ook mijn wens."
Net als Allene wierp ze haar enkele wapen, een zwaard weg. Maar ze ging verder en trok het borststuk van haar harnas uit.

"Ik wil vrede!'
Dat was de stem van Adaìn.
Ook hij kwam hen tegemoet.

Toen de Bos Elfen zagen dat één van hun belangrijkste ambachtslieden de kant koos van een paar enkelingen en niet van de koning kwamen velen van hen hun steunen. Zeker nadat Aírell en Irính hen steunden. Maar de Berg Elfen kwamen ook. Hun koningin volgend.

"Vrede! Vrede!" werd er gescandeerd.
Erính keek verward om zich heen. Hij had verwacht dat de koning de twee lieden zou opeisen, het tot een korte schermutseling ging komen wegens een verrassingsaanval en dat ze een makkelijke overwinning zouden hebben.
Maar oh wat was ie fout.

Zijn vader ontstak in ziedende woede. Maar de twee Elfen rassen riepen alsmaar luider en alsmaar meer in koor dat er vrede moest komen.

Anluen keek gefrustreerd om zich heen. Wat moet hij doen of zeggen? Waarmee kan hij de aandacht naar zich toe trekken? Magie? Nee te gevaarlijk. De macht van een koning is buiten gewoon groot.

Wat kan hij doen?!

The Elven KingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu