Lena werd langzaam wakker. Ze dacht dat ze was flauwgevallen maar eigenlijk lag ze wel goed. De bladeren onder haar vormden een zachte matras. De geuren van het bos en de bladeren kriebelen in haar neus. Over haar is een mantel gelegd. Als ze haar hoofd opricht ziet ze dat het de mantel van Allene is.
Allene zelf zit tegen de kastanje boom. De speer van de verkenner houdt ze tussen haar knieën in. De punt wijst omhoog, schuin achter haar. In de lucht brandt een klein vuurtje. Alsof het één zwevende vlam is. Het rijdier van de verkenner. De grote, sierlijke en bovenal erg rustige berggeit staat te grazen rond haar. Lena ligt nog op de zelfde plek waar ze zich herinnerde.
De verkenner ligt op de grond nog steeds alsof hij slaapt. Boomwortels houden zijn polsen en enkels samen. Zijn wapens liggen naast Allene. Ze heeft het borststuk van een zilveren harnas dat ze droeg uitgedaan.
Lena richt zich langzaam op. Ze heeft het koud. Ze doet de mantel van Allene over haar beschadigde mantel aan en knoopt die dicht. Het ziet er niet uit maar wat maakt dat ook uit.
Allene begint tegen haar te praten maar kijkt haar niet aan. Ze staart voor haar, over de vijver heen. "Het spijt me dat je dit alles hebt moeten zien."
Lena schudde zachtjes haar hoofd (de duizeling was nog niet helemaal weg) dat het geen kwaad kon. "Je hebt ook maar gedaan wat moest om ons te beschermen. Alleen is wat er gebeurd is voor mij zo onwaarschijnlijk. "
Allene begon voor deze ene keer een hele openbaring te doen zonder dat Lena er zelf ook maar om gevraagd had. "Ja we kunnen magie gebruiken."
Lena was één en al oor.
"Je weet ongetwijfeld nog dat ik zweeg nadat je erachter vroeg? Ik moest, volgens de wet. Alleen in bijzonder hoge nood mag die regel gebroken worden. Nu, denk ik, hoop ik, als ik niet gestraft wil worden. Toveren kan iedereen. Maar niet zomaar uiteraard. Alles leeft, en wat leeft heeft gevoelens. Als je lief bent tegen alles, zullen ze je helpen. Dat kan enkel als je ze toespreekt met de taal van je hart. Dat kunnen veel woorden zijn of heel weinig. De woorden kunnen bestaan of ook helemaal niet. Het staat nergens geschreven en geen spreuk is twee keer de zelfde. Maar als men met een rechtvaardig hart, en met gevoel en liefde en in de taal spreekt die het WIL horen, dan krijg je veel gedaan. Het vergt weinig oefening, het is maar hoe eerlijk men is. Maar omdat magie een unieke daad is en veel gevolgen kan hebben mag het zo weinig mogelijk buiten het Huis van de Elfen gedaan worden en met zo weinig mogelijk anderen over gepraat worden. Ieder levend wezen in deze omgeving voelt nu dat ik magie gebruikt heb.
Voelde je hoe de boom huilde nadat de verkenner een tak afbrak? Natuurlijk, hij heeft de boom pijn gedaan. Maar dat hij zo onbezonnen te werk ging vind ik toch bizar. De natuur hier treurt, maar is niet dood. Ze voelen pijn en lezen onze gedachten. En toen de verkenner probeerde mijn gedachten te blokkeren beschermde de kastanje boom me. Ik heb kastanjebomen altijd al heel lief gevonden." Haar stem brak.
Lena hing aan haar lippen.
"Hij kan nu niets meer doen. Hij draagt mijn zilveren kroon, daar kan zijn brons niet door. Dat is waarschijnlijk wat hij met me geprobeerd heeft. Me uit te schakelen door brons te gebruiken."
"Is hij dood?"
"Het zilver belet hem zijn gaven te gebruiken en daarom is hij in een soort slaap."Lena staat recht en loopt naar de berggeit.
"Dat beest hoort hier niet en toch staat hij hier zo rustig te wachten tot wij iets voor hem beslissen." Ze steekt haar hand uit en laat de berggeit, gezien de hoorns blijkbaar een ram, eraan snuffelen. Hij duwt zijn kop tegen haar aan als een kat die kopjes geeft. Lena wordt er vrolijk van. "Nemen we hem niet mee?"
Allene knikte, "Laat alleen voetstappen achter, neem alleen herinneringen mee. Niets mag deze plaats kenmerken aan dit voorval." Ze staat recht en loopt op de schroefhoorngeit af. Lena was eindelijk op de naam gekomen. Een grote sterke soort die zich thuis voelt in bergachtige gebieden en in kleine hechte groepjes leeft. En ze dragen grote hoorns die ze als wapen gebruiken. Maar dat deze zo groot en sterk en rank en vooral tam is kan Lena niet geloven. Maar als Allene dichterbij komt wordt het beest boos op haar. Lena probeert het beest op zijn gemak te stellen.
"Het lijkt erop dat hij jou leuker vind. Doe me een plezier en begeleid hem mee naar de Hallen". Allene begon opnieuw die prachtige woorden te fluisteren deze keer. De wortels van de statige kastanjeboom komen zachtjes in beweging en leggen de vreemde, in brons gehulde verkenner op zijn rijdier. De schroefhoorngeit laat het allemaal nog best doen. Zolang hij knuffels van Lena krijgt toch. Allene pakt de wapens in met haar mantel die Lena moest terug geven.
"Ik kan geen brons aanraken" mompelt ze "ik zou me eraan verbranden."
Klinkt logisch en toch onwaarschijnlijk, hoe heeft ze hem dan ontwapend?"We gaan terug."
Lena kan het beest meekrijgen door naast hem te lopen en af en toe wat te aaien. "Welke taal spraken jullie onder elkaar? Ik dacht dat die speciale tekens op mijn arm dienden om jullie te verstaan.""Slechts onze taal. Er zijn verschillende. Er is Oud Elfs, de universele taal en dan regionaal Elfs. De tekens die op je arm staan zijn slechts zo gekozen dat ze enkel Anleins vertalen. We hadden het over onze koning, zijn naam is Anluen van het koninklijke geslacht Alsandaìr.
Dit bos heet Anlun. Nu weet je meteen ook wie wat is."
Wat een openbaring. Lena vergat er haar angst voor het bos door.

JE LEEST
The Elven King
FantasyOp een morgen die eigenlijk te perfect is om waar te zijn overvalt een onbekende ziekte de Elfenkoning. Samen met hem kwijnen de planten en dieren van de Bos Elfen weg. Ze vestigen hun hoop op Lena, een jonge vrouw die ze in een grot ontvoeren uit d...