Lena werd meegenomen naar een soort kleine leefkamer. Ze zou het als een soort lounge kunnen beschrijven.
Er zijn slechts enkele zetels, een gigantische kast met boeken en een tafeltje in het midden waar een krans van gevlochten kruiden op ligt.De koning gaat op de mooiste stoel zitten. De wachten zijn buiten blijven staan.
De koning leunt tegen de armleuning van de stoel en keek haar indringend aan."Ontsnappen uit de cellen van een Elf. Je bent de eerste die daar in slaagt mens."
"Ik ben niet ontsnapt majesteit."
De koning laat zijn hoofd wat schuin zakken."Ah? Je bent dus vrijgelaten. Interessant. Iemand is een verrader."
Dat gaat fout.
"En wie was je verlosser dan? Iemand moet wel erg veel waarde aan je hechten dat hij tegen zijn koning in gaat."
Lena moest slikken."Ik ga het U niet vertellen majesteit. Niet uit eigenbelang maar uit dat van iemand anders."
"Is dat wat ze empathie noemen? Een eigenschap die ik nu al aan je haat mens. Je irriteert me."Lena was het beu.
"Wilt u weten wat mij irriteert? Dat iedereen van mij verwacht dat ik u moet genezen op een manier waarvan Joost weet hoe en dat ik door iedereen prinses wordt omdat de prins me die kleren gegeven heeft en...!"
Lena had te veel gezegd.De koning was ontzettend snel opgestaan in woede. En rilling liep over haar ruggengraat en ze kreeg het koud.
"Het is zo al erg genoeg dat jij hier bent mens. Hoe je het hier uit houdt is me een raadsel.""Ik voel me vooral verraden. Ik ben niet naar hier gehaald om koningen te genezen. Ik ben hier gewoon om een ander te vervangen. Ik weet al veel majesteit. Ook van mijn gelijkenis met een prinses die niemand bij naam noemt. Als u mij met rust laat, laat ik U heersen over uw koninkrijk, uw zoon zal me met rust laten en ik wordt nooit zo oud als jullie zullen worden. Ik zal snel voorgoed verdwenen zijn majesteit. Ik weet dat U me niet terug naar boven zal laten gaan. Ik zal dat van niemand mogen want iedereen zal bang zijn dat ik jullie zal verraden. Nee majesteit, maar U kan me op z'n minst op mijn woord van eer geloven dat ik u nooit met zal lastig vallen."
De koning keek verward naar haar.
"Een open hart en een rechtvaardige taal. Je lijkt harder op haar dan ik had gedacht."
Hij draait zijn gezicht naar de grond en sluit zijn ogen.
Gaf hij haar nu net gelijk?"U bedoeld dat mijn karakter het zelfde is als dat van die prinses? Straks ga ik zelf nog geloven dat ik haar plaats moet innemen."
Wat toen gebeurde ging voor Lena allemaal in slow motion. De koning had haar met onmenselijke kracht een harde klap gegeven. In haar wanhoop had ze in de lucht gegrepen naar hou vast. Per ongeluk (daar kan ze op zweren) had ze de broche van de koning vast en trok hem stuk toen ze tegen de boekenkast aan viel. Een regen aan boeken en geschriften viel naar beneden.
Half bewusteloos leunde ze tegen de kast met hele stapels boeken rondom haar op de grond. Allemaal geschreven in karakters en tekens die ze niet kent.
Buiten hoort ze de wind huilen en de kruiden krans verschrompeld in elkaar. Op slag is het heel wat donkerder.De koning zit ineengedoken op de grond.
Hij mompelde iets dat moet lijken op 'wat heb ik gedaan.'
Lena kon onmogelijk boos zijn. Voor haar zit een wrak. Een gebroken iemand. Een iemand met pijn.Lena stond voorzichtig recht en liep naar de koning toe. Ze knielde langs hem neer. Wat ze doet weet ze niet en lijkt ze ook niet goed te beseffen.
"Het spijt me" fluistert ze.
Voorzichtig legt ze haar hand op zijn schouder. Haar instinct zegt haar te vluchten maar haar hart zegt iets anders.Plots dringt er een scherpe geur door de kamer. Lena kijkt op. De koning legt zonder op te kijken zijn hand op de hare. De krans kruiden op tafel bloeit in alle pracht.
Kan ze dan toch de koning genezen?

JE LEEST
The Elven King
FantasyOp een morgen die eigenlijk te perfect is om waar te zijn overvalt een onbekende ziekte de Elfenkoning. Samen met hem kwijnen de planten en dieren van de Bos Elfen weg. Ze vestigen hun hoop op Lena, een jonge vrouw die ze in een grot ontvoeren uit d...