35) The Elven King

180 17 0
                                    

Lena liep met een beetje moeite achter het jonge raadslid. De zware rokken hinderde haar. De zware stof bestond uit enkele lagen voor het volume. En daar kon ze wel mee wandelen, dat was ook alles. Trappen gingen wat, zeg maar heel erg moeilijk.

Lena herinnerde zich het ogenblik dat zij hier naartoe gesleept werd. Nu zou ze zelf naar een gevangene komen kijken.

Beneden in de kerkers waren er heel wat Elfen aanwezig. Raadsleden blijkbaar. Dainn was er ook. Allen staren ze in de cel. Naar Dogaun wordt niet gekeken. Als Lena een paar tellen later komt binnenlopen draaien alle hoofden.

Ee wordt gefluisterd en ze kan horen dat het over haar gaat. Dat ze eruit ziet als de prinses (weeral). Als iedereen zijn plek gevonden heeft komt Erính ineens ten tonele. In prinselijke gewaden. Waarschijnlijk heeft hij zijn harnas speciaal voor deze keer aan de kant gehangen. Hij gedraagt zich erg volwassen. Waarschijnlijk wil hij zich bewijzen. En wie weet als regent op treden! (Alhoewel Lena haar eigen idee niet serieus kan nemen en begint te grijnzen).

De blik van een raadslid dwingt haar om terug in de ernst te keren. Lena staat ergens achteraan op een steen om over de Elfen heen te kunnen kijken. Die zijn immers allemaal groter dan haar.

Eindelijk besluit iemand om reactie te ondernemen.
De verkenner ligt geketend aan zilveren kettingen op een snel geïmproviseerd bed. Zijn harnas is uit en wat hij nu draagt is slechts een stoffen nauwe broek met een soort tuniek er op. Hij draagt ook geel maar meer naar de rode tinten neigend terwijl iedereen hier meer naar groen toe draagt. En uiteraard Allene die rebels voor blauw kiest. Marine blauw, koningsblauw (lena's favoriete kleur) en andere donkere tinten. En uiteraard dragen sommigen ook nog andere kleuren maar de mode schijnt hier alle groen tinten te zijn.

Een soldaat in zilveren uitrusting opent het slot en de eerste die naar binnen gaat is Dainn. Lena voelt zich een beetje schuldig dat Irính er niet bij is door haar. Ze kan er niet rechtstreeks iets aan doen maar toch.

Lena gaat op haar tippen staan om alles tot in het detail te volgen. Dainn neemt de kroon van Allene voorzichtig vast en heft hem van het hoofd. Lena had verwacht dat de verkenner nu overeind zou vliegen maar dat deed hij niet.
Dainn ging nu een stap achteruit staan.

Het leek alsof hij wachtte op iets. En inderdaad. Heel langzaam aan leek de verkenner wakker te worden.
Lena stond op scherp.

Dainn begon hem rustig toe te spreken in wat dus blijkbaar Oud Elfs moet zijn. Lena verstond er niets van. Slechts namen. De soldaat bleef aan de opening van de cel staan.

"Gegroet beste. Wij vragen vergeving voor het onzachte ontvangst."
Dainn blijft voorzichtig en terwijl hij praat verliest hij de Elf geen ogenblik uit het oog.

"De bevelen van onze koning waren echter strikt. Geen indringers. En spijtig genoeg bent u onze grenzen over gestoken zonder permissie. Kan u verklaren waarom?"

"Mijn koning heeft mij toestemming gegeven om uw land in te komen jegens een opdracht. Het was niet eens de bedoeling dat ik iemand anders zou tegen komen."
"Akkoord, hebt u bewijzen van uw opdracht? U heeft ten slotte erg veel wapens voor een gewone verkenner."

De Elf ging nu zitten.
"In mijn draagzak. Een opgerold perkament met een blauw lint er om heen."
Dainn gaf bevel en één van de raadsleden kwam met de zak. Blijkbaar hadden ze die klaar gelegd.
Het raadslid opende de zak. Erg veel zat er schijnbaar niet in.
Plots haalde hij de rol er uit en hield het omhoog alsof het een waardevolle schat is.

Hij gaf de rol aan Dainn.
"U kunt Oud Elfs lezen." zei hij daarbij.
Dainn richtte zich naar de verkenner.
"Mag ik?"
Hij knikte.

Dainn las in stilte.
"Goed" mompelde hij. Hij richtte zich naar de raadsleden en begon nu in de taal die Lena wel kan verstaan.

"Zijn koning is ongerust over ons. Op het punt waar de velden de bomen tegenkomen verdorren veel planten. Bij een eerste tocht zijn ze erachter gekomen dat de oorzaak bij ons ligt. Bij de tweede tocht, waar deze verkenner voor uit gekozen was, moest iemand onze bossen observeren en verslag uitbrengen. De wapens nam hij mee op bevel van de koning. Tegen Kuhn maar ook tegen ons. Moesten we hem tegenkomen."

Lena begon te protesteren.
"Hij begon ons uit te dagen. Hij wilde alles van ons weten."
Dainn nam de klacht van Lena ernstig.
"Vertel."
"Hij wilde weten wie Allene is, wie ik ben en waarom ik niet tegen hem wou praten en hij wilde Allene betoveren. Zo vreedzaam vind ik dat niet. En hij deed zomaar bomen pijn."

De verkenner probeerde naar Lena te kijken maar ze was eventjes van de steen af gegaan om gewoon plat op de grond kunnen staan. Haar voeten begonnen pijn te doen. (En misschien was ze ook wel bang dat hij haar zou zien).

"Goed" mompelde Dainn terug.
"Morgen zal de koning u zien."
Nu begon de verkenner wel heel arrogant te worden.
"Naar Withaar? Moet ik bang zijn?"
Erính, die vlak bij Lena stond begon zich erg boos te maken.

"Genoeg!" brulde hij.
Iedereen zweeg en keek naar Erính. Lena zag dat hij zijn schoonheid duidelijk van zijn vader heeft. Ook al is dat het wel erg foute moment om dat te merken.

The Elven KingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu