Redders in nood

2K 100 2
                                    

Hoofdstuk 17

Rosa zag Dylan met een woeste blik op zijn gezicht vastberaden stond hij tussen de vampier en mij in. Achter zijn grote gesperde rug voelde ik me op een of andere vreemde manier veilig. Ik liet me langs de boom naar beleden glijden in ging zitten. Dylan en de vampier draaide nu rondjes om elkaar heen. Toen Dylan en de vampier schuin stonden kon ik verder kijken. Daar. Achter vocht een grote wolf met de volgers van de vampier. Dylans grote rug versperdd mijn zicht weer. Ik probeerde op te staan. Het lukte niet. Mijn benen voelde als pudding. Ik wilde iets doen. Ik wilde Dylan helpen met wat dan ook. Maar ik wist dat dat onmogelijk was. Dylan maakte een uithaal naar de vampier en raakte. De vampier vloog drie meter achteruit. Wacht! Drie meter! Dat was niet menselijk. Dylan snelde achter de vampier aan en sloeg hem tegen de grond. Daar bleef hij liggen. Ik twijfelde even of hij nog leefde. Vervolgens schoot Dylan op de wolf en de volger af. Ook de volger raakte hij hard en schakelde hem uit. Tot mijn verbazing liet hij de wolf net rust. Alhoewel. De wolf had de volgers uitgeschakeld. Dus hij stond aan onze kant, toch? Dylan en de wolf kwamen naar mij toe. Dylan hurkte en keek me aan. Even schrok ik. Dylans ogen hadden ook een rode gloed. Alleen zat hier prachtig paars doorheen. Waarom had ik dat nog nooit gezien? Dylan.. Fluisterde ik. Dat was het enigste wat ik op dat moment zei. Ik draaide mijn hoofd en keek naar de wolf. Hij had zijn grote blauwe ogen op mij gericht. Het deed me denken aan steven. Wacht! Ik keek nog een keer. Hij leek echt op Steven. Ik keek weer naar Dylan. Steven? Hij knikte. Ik draaide weer naar Steven en stak mijn hand uit. Steven boog zijn hoofd en ik aaide hem. Dylan rolde met zijn ogen. Slijmbal. Dylen vroeg of ik kon staan. Nogmaals probeerde ik het. Nee het lukte echt niet. Dylan zag dat het me niet ging lukken en tilde me op. Hé, riep ik. Hij lachte. Ik zag zijn scherpe hoektanden. Ze waren mooi. Niet angstaanjagend zoals die van de zwartharige vampier. Steven wandelde aan en Dylan met mij in zijn armen volgde hem. Na een tijdje waren we weer bij mijn huis. Dylan zette me op de veranda en trok het briefje van de deur. Hé, riep ik. Wat doe je nou?! Hij grijnsde. Het briefje herschrijven. Antwoorde hij. Hij viste een pen uit zijn broekzak en krabbelde wat op het blaadje. Daarna plakte hij het terug op de deur. Vervolgens tilde hij mij weer op en begon te rennen. Hij rende sneller en soepeler als ik dqcht dat mogelijk was. De wind blies door mijn haren. Tot mijn verbazing hield Steven ons gemakkelijk bij. Waar gaan we heen?! Vroeg ik. Grijnzend gaf hij me antwoord. Naar mijn huis. Zei hij.

Een meisje en haar (geheime) leven.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu