in de trein

1.6K 74 6
                                    

-Rosa-

We liepen perron zes op. Op onze tickets stond dat daar onze trein zou vertrekken. En inderdaad. Toen wij aankwamen stond er een grote stoomtrein klaar om naar Treber te vertrekken. De trein was prachtig. Net als het station zelf. Volgensmij kwamen ze uit de zelfde tijd. Ze hadden in iedergeval de zelfde stijl. Steven loodsde me een coupe in. Ik keek rond. Er was een met tapijt bekleede gang. Langs de gang waren eensoort van allemaal kleine kamertjes. Dylan liep voor mij uit en ging zitten in een leeg kamertje aan de rechterkant. Steven en ik volgde hem. Ik hing mijn jas aan een haakje terwijl Dylan de deur sloot. Hij ging zitten en ik plofte langs hem neer. Zo, ik zat. Ik keek uit het raampje. Niet dat er veel te zien was, we stonden nog stil op het station. Ik draaide mijn hoofd naar Dylan. Hij staarde voor zich uit. Ik richtte mijn blik op de gang. Ik keek door de glazen deur naar de mensen die door de gang liepen. Wanhopig om nog snel en plaatsje te vinden. Na een tijdje werd het  drukker op de gang. De mensen schreeuwde nu naar elkaar en duwde anderen aan de kant. Het werd steeds  lawaaieriger. Ik zag Steven geërgerd zitten. Tuurlijk. Hij hoorde alles nog drie keer zo hard. Na een tijdje werd de herrie zelfs mij te veel. Ik liep naar de deur toen. Boven de deur hing een dik gordijn. Dat zou misschien het geluid dempen. En zo niet, dan zag ik de drukte tenminste al niet meer. Ik ging op mijn tenen staan. Ik kon er nét niet bij. Steven had door wat ik probeerde te doen en stond snel op om mij te helpen. Hij kon er natturlijk makkelijk bij. Het gordijn rolde naar beneden. Het leek eigenlijk meer een wandkleed. Ik ging terug op mijn plek zitten. Het was nu inderdaad stiller. Het lawaai was buiten gesloten. En de ruziënde mensen zag ik niet meer. Ik keek weer door het raampje naar buiten. Mijn uitzicht was nog steeds niet veranderd. Dylan? Vroeg ik. Hij draaide zijn hoofd. Hoe laat vertrok de trein? Hij keek op zijn horloge. Nog twee minuten. Antwoorde hij op mijn vraag. Ik knikte en wiebelde zenuwachtig met mijn benen. Ik zou weg gaan. En ik had geen idee wanneer ik terug zou komen. Zou ik eigenlijk wel terug komen. Ik dacht weer aan de halfbloed met de bloed doorlopen ogen. Nee! Daar wilde ik niet aan denken! Ik schudde mijn hoofd. Dylan keek mij aan en trok een wenkbrauw op. Gaat het? Ik wist niet wat ik daar op moest antwoorden. Hij zag het aan me. Hij sloeg zijn grote sterke arm om mijn schouders en trok me tegen hem aan. Zijn arm was warm. Ik sloot mijn ogen. Ik zat zo eigenlijk best comfortabel...

-Dylan-
De trein kwam hortend en stotend in beweging. Rosa, die tegen mij aangeleund zat keek even verbaasd door het raampje naar buiten. Toen ze zag dat de trein in beweging kwam nestelde ze zich weer tegen mij aan. Ik vond het niet erg. Ik had er natuurlijk zelf om gevraagd. Ik had haar tegen me aangetrokken en mijn arm op haar heen geslagen. Dus, Tja? Wat had ik anders moeten verwachtten? Steven die tegenover Rosa en mij zat trok zijn grote reistas opschoot. Ik keek hem aan. Wat was hij nu weer van plan? Hij grijnsde naar me en ritste zijn tas open. Hij viste een zakje boterhammen uit zijn tas en hield ze voor mijn neus. Ook een hapje? Ik schudde mijn hoofd. Nee bedankt! Hij grinnikte en stopte een boterham met een dikke laag pathé in zijn mond. Ik draaide mijn hoofd van hem weg. Hij was gewoon een mafkees. Ik keek door het raampje naar buiten. Het was nog donker. Logisch, het was twee uur 's nachts. Ik strekte mijn arm uit. Ik kon net bij de gordijntjes die voor het raam hingen. Ik maakte ze dicht. Buiten was er toch niet veel te zien. Rosa keek naar me op en glimlachte. Ik glimlachte terug. Haar haren zaten warrig en ze had wallen onder haar ogen. Ben je moe? Vroeg ik haar. Ze schudde van nee. Maar ik wist zeker dat ze moe was. Ga gewoon slapen.  Fluisterde ik. Weer schudde ze van nee. Waarom niet? Vroeg ik haar. Er verscheen een trieste glimlach om haar mond. Omdat ik dan ga nadenken. Over mijn moeder en alle andere dingen die ik achter me heb gelaten. Maar ook waar we naar toe gaan... Of we nog terug komen. Ze snifte. Er verscheen een traan in haar ooghoek. Ik wreef met mijn vinger over haar wang. Sorry, fluisterde ik. Ze schudde hevig met haar hoofd. Nee, fluisterde ze. Het is niet jou schuld Dylan. We moesten weg. Daar had je gelijk in. We waren daar niet veilig... Ik aaide over haar hoofd. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ze had gelijk. We hadden daar echt weg gemoeten. Maar ik voelde me nog steeds een beetje schuldig. Het was tenslotte nog steeds mijn idee. Het deed me zeer om Rosa zo te zien. Maar het was echt het beste. Hier was ze veiliger... Ze rilde.
Ik keek in mijn tas. Na een tijdje zoeken vond ik een fleece deken. Ik legde hem over Rosa heen. Ik wist dat ze een koukleum was. En ik moest toegeven. Het was in de trein niet echt warm...

-Steven-
Ik kijk naar Dylan. Hij haalde uit zijn tas en deken en legde hem over Rosa heen. Ik propte het laatste stuk van mijn boterham in mijn mond. Ik vouwde mijn jas tot een kussen en legde hem onder mijn hoofd. Ik was moe. Of eerder lui. Ik sloot mijn ogen en na vijf minuten was ik in een diepe slaap..

Een meisje en haar (geheime) leven.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu