De Ponti, 9 februari 2020, 10.01
'Kom', ze legt een hand op zijn gespannen schouder, 'wij gaan even naar buiten. Uitwaaien'. 'Doe normaal, Eef', hij schudt met zijn rug om het contact tussen hen te verbreken, 'het stormt. Het KNMI heeft Code Oranje afgegeven'. 'Nou en', ze haalt haar schouders op, 'als jij zo doorgaat is het straks Code Rood hierbinnen en daar heb ik geen zin in'. 'Code Rood?', 'ja, je gedraagt je als een hork, Floris Wolfs', woest kijkt hij om. Maar als hij haar blik ontmoet, kijkt hij beschaamd weg. Hij weet ook wel dat hij niet te genieten is sinds ze terug zijn van de arrestatie deze morgen. En het ergste is nog wel dat hij in haar ogen alleen maar begrip en medelijden kan ontdekken. Want ze begrijpt het. Ze begrijpt dat hij moeite heeft met deze zaak. Dat hij niet kan begrijpen wat de man, die ze gisteren hebben gelokaliseerd en vanmorgen in alle vroegte van zijn bed hebben gelicht, gedaan heeft. Dat hij zijn 17-jarige dochter zo zwaar heeft mishandeld dat ze, kort nadat ze door hen gevonden is, aan haar verwondingen kwam te overlijden. Dat iemand zijn kind zoiets aan kan doen, dat gaat er bij Floris Wolfs niet in. Hij die zijn dochter moet missen. Hij die een geweldige vrouw aan zijn zijde mag hebben die vroeger hetzelfde heeft mee moeten maken. Het maakt hem woest. Het maakt hem emotioneel. Het maakt hem bloedlink. En Eva begrijpt het. Natuurlijk begrijpt ze het. Maar ze ziet ook dat dit hem kapot maakt. Dat het aan hem vreet. Dat het hem enorm dwarszit. Hij moet er even uit. Even aan iets anders denken. Zijn frustratie kwijt. En wat is er beter dan tijdens een storm als deze naar de Maas te gaan? Van het natuurgeweld genieten? 'Kom op', ze gooit hem zijn jas toe, 'even uitrazen in de storm'.
De Maas, 9 februari 2020, 11.34
Ineens begint het keihard te regenen. Wolfs zucht diep en loopt stug door. Als hij zich omdraait om te kijken waar zijn partner blijft, ziet hij dat ze een stukje terug stil is blijven staan. Met haar armen wijd gespreid, haar hoofd in haar nek en haar ogen stijf dichtgeknepen. Hij kan een glimlach niet onderdrukken. Ze geniet zo van de losgebarsten plensbui dat ze niet eens merkt dat hij op haar af komt lopen. 'Dus dit is wat jij bedoelt met uitwaaien?', hij staat ineens heel dichtbij haar en legt zijn handen om haar middel als ze van schrik een stap achteruitzet. Ze herpakt zich snel en kijkt hem grijnzend aan. 'Dit is precies wat ik daarmee bedoel', ze port hem speels tegen zijn borst en pakt zijn hand vast. 'Kom, Wolfs. NK-tegenwindrennen!', hij lacht en laat zich door haar mee slepen. Ze had weer eens gelijk. Dit had hij echt even nodig. Hand in hand rennen ze tegen de wind in over de Maasboulevard. Verder is er niemand zo gek om met dit weer naar buiten te gaan. Alleen zij twee. Floris en Eva tegen de wind in. Iets wat niets nieuws is. Want tegendraads zijn ze altijd al geweest. Zij werken niet volgens het boekje. Doen niet als al die anderen. Alleen die ene stap. Die ene stap waardoor ze écht in zouden gaan tegen alle bestaande regels van hun partnerschap. Die stap, die hebben ze tot nu toe nog niet durven zetten. Ze hebben al verschillende stormen overleefd. Misschien is dit wel de laatste die ze moeten overwinnen. Het gezegde luidt niet voor niets dat, om de kracht van het anker te voelen, men de storm trotseren. En dat is precies wat Wolfs van plan is. Hij pakt haar hand nog iets steviger vast en is niet van plan haar ooit nog los te laten. Ze horen bij elkaar als donder en bliksem. Dat weet zij, dat weet hij. Tijd om een prachtig onweer los te laten barsten.
De Ponti, 9 februari 2020, 12.59
'Oh', wat ongemakkelijk richt ze haar blik op haar tenen, 'sorry'. Met een handdoek strak om haar net gedouchte lichaam geslagen is ze tegen hem opgelopen. En dat terwijl hij ook enkel een handdoek draagt. Ze waren beide doorweekt na hun uitstapje naar de Maas. En nu Eva gedoucht is, is het zijn beurt. Hij glimlacht en tilt haar kin een stukje op zodat hij haar aan kan kijken, 'dank je wel, Eef'. Haar ogen ontmoeten onzeker de zijne, maar als ze merkt dat zijn ogen afdwalen naar haar lippen, voelt ze haar wangen zo mogelijk nog roder kleuren. 'Ik, ehm...', stamelt ze. 'Eef', plots kijkt hij haar weer recht in de ogen, 'alsjeblieft'. Ze bijt op haar lip, maar knikt dan bijna onzichtbaar. Teder drukt hij zijn lippen op de hare. De handdoek die ze net nog zo stevig vasthield, wordt al snel losgelaten. Voor ze het weten staan ze halfnaakt in een innige omhelzing. Gewoon, midden in de gang. 'Kom', als ze even op adem moeten komen trekt Wolfs haar mee de veel warmere badkamer in. Zonder zijn hand van haar los te maken zet hij de douche aan. Al snel neemt hij haar andere hand ook weer in de zijne, 'ik hou van je, Eva'. Doordringend kijkt hij haar aan, 'ik...'. Veel verder komt hij niet. Dit keer ligt het initiatief voor een zoen bij haar. Al snel verdwijnen de inmiddels afgezakte handdoeken van hun tintelende lichamen. Als een tornado razen ze samen door de badkamer, tot ze in het oog van de orkaan terecht komen en zich in alle rust en tederheid met elkaar verenigen.
Maastricht UMC, 1 november 2020, 19.33
'Wat heeft mama dat goed gedaan, hè', zachtjes fluistert hij in het oor van het frummeltje in zijn armen, 'precies op de uitgerekende datum. En wat ben jij ongelooflijk goed gelukt'. Met een glimlach staat ze tegen de deurpost van de badkamer geleund. Om even uit te rusten - want na uren van weeën, puffen en persen is de gang van haar ziekenhuisbed naar het toilet een hele onderneming - maar ook om te genieten van Wolfs die zich alleen met hun pasgeboren zoontje waant. 'Je hebt zo'n geluk', de glimlach op haar gezicht wordt zo mogelijk nog breder als hij een kusje op hun zoontje's hoofd drukt, 'jouw mama is echt de aller, allerliefste'. Ze kan zich niet langer inhouden. Ze moet zich in dit geluk vermengen. 'Wat vertelt papa jou allemaal', ze laat haar hand van zijn nek naar zijn onderrug glijden. Nog steeds geeft haar aanraking hem kippenvel. Het zal niet snel wennen en hij zal het nooit zat worden. Wat is hij blij dat ze eindelijk samen zijn. Dat ze ondanks het gemis van Fleur en Frank toch hun leventje weer hebben opgepakt. Dat ze het beter doen dan ooit gehoopt. Na die ene storm op een zondag in februari, ontwikkelde hun relatie zich als een wervelwind. Toen ze op een zonnige maandag in maart ontdekte dat ze samen een kindje zouden krijgen, konden ze - na de eerste schok - hun geluk niet op. Weer of geen weer, in De Ponti scheen het zonnetje vanaf die dag altijd. Ze kregen een vloedgolf aan verbaasde reacties over zich heen. Van hun baas, van hun collega's en van hun vrienden. Maar dat kon ze niets schelen. Want wat met een simpele storm begon, is nu, precies 38 weken later, geëindigd in het mooiste wat er bestaat: hun prachtig mooie liefdesbaby. Storm. Storm Florian Franciscus Wolfs.
Suikerzoet en heerlijk cliché, maar dat mag met dit weer. Met dank aan Maaike_tje en Ciara voor de inspiratie 🥰
JE LEEST
Korte verhaaltjes - Flikken Maastricht
FanfictionHier ga ik korte verhaaltjes plaatsen (of nou ja, in ieder geval één). Ik heb zoveel inspiratie en ik moet het gewoon ergens kwijt...