Aangenaam (1)

980 28 5
                                    

'Nou, je valt wel met je neus in de boter', de man die mijn partner moet worden slaat me lachend op de schouder. 'Ja...', wat ongemakkelijk lach ik met hem mee. Hij heeft wel gelijk: dat heb ik weer. Mijn eerste werkdag valt toevallig samen met het personeelsfeest. Dus hier sta ik dan naast een of andere Limburger die het nodig vindt om zelfs tijdens het plassen door te praten. Gelukkig wordt zijn aandacht al snel afgeleid door iets anders. 'Oi!', met z'n rits nog open draait hij zich om, 'dit is de mannen, Van Dongen!'. De vrouw die naar binnen komt gesneld trekt zich echter niets aan van zijn woorden en stuift het enige hokje met een afsluitbare deur binnen. 'Dat is me er een, hoor', grinnikend knoopt hij zijn broek dicht, 'prachtig gezichtje, heerlijk lichaam, maar wat een ijskonijn'. 'Moeten we niet...', 'nee, joh', hij slaat zijn arm om mijn schouder, 'die redt zich wel. Doet altijd alles alleen'. Wat ongemakkelijk draai ik me om naar het wc-hokje waarvan de deur op een kier staat. Het is duidelijk te horen dat het niet helemaal lekker gaat met de jongedame waarvan ik net maar een flits heb gezien. 'Kom, Wolfs', Michael loopt al naar buiten maar ik zie de kans onder zijn arm uit te glippen om mijn handen te wassen. Als ik klaar ben, zijn de kokhals geluiden nog steeds niet in frequentie afgenomen. 'Gaat het wel?', ik leg mijn hand op de deur die wat verder opengaat. 'Ja', is het enige wat ze uit kan brengen voor ze weer over moet geven. 'Moet ik iemand halen?', ik doe de deur wat verder open en kniel naast haar neer. Als ze over haar schouder kijkt en ik haar ogen ontmoet, bevries ik. Wauw. Wat een pracht van een vrouw. 'Nee hoor', ze veegt haar mond met haar mouw af, 'ik red me wel'. 'Weet je het zeker?', ik leg voorzichtig mijn hand op haar schouder, 'zal ik anders wat water voor je halen'. Weer draait ze zich om. Heel even staat haar blik ijskoud, maar al snel verzachten haar gelaatstrekken, 'als je dat wilt doen, graag'. Ik knik en sta op, 'ik ben zo terug, eh...'. 'Eva', mompelt ze, 'Eva van Dongen'. 'Ik ben zo terug, Eva', wat rolt die naam heerlijk van mijn tong. In gedachten verzonken loop ik naar de bar. De vrouw in het toilethokje lijkt me wel betoverd te hebben. Op het moment dat ze omkeek, had ze me. Die ogen. Ongelooflijk. Zoiets moois heb ik nog nooit gezien. Het feit dat ze schijnbaar straalbezopen boven de wc-pot hing deed niets af aan haar schoonheid. Het liefst had ik haar in mijn armen genomen om haar vervolgens nooit meer los te laten. 'Hallo?', 'oh', wat ongemakkelijk grijns ik naar de barman, 'mag ik een glas water, alsjeblieft'. Terwijl ik mij een weg door de dansende menigte probeer te banen, voel ik een hand op mijn schouder. 'Ha, Wolfs, daar ben je', 'nu even niet, Michael', ik schud zijn hand van mij af en loop terug het toilet in. De deur van het hokje zit inmiddels dicht. Op slot zelfs merk ik als ik de klink indruk. 'Eva?', zachtjes klop ik op de deur, 'gaat het?'. Langzaam gaat de deur open en het betraande gezicht van mijn, naar wat ik aanneem, collega verschijnt. 'Dank je wel', ze glimlacht kleintjes als ik haar het glas water aangeef. Gulzig slaat ze het achterover, waarna ze het weer aan mij overhandigt, 'ik heb iets te veel gehad, denk ik'. 'Dat denk ik ook', grinnikend zet ik het glas op de wc-rolhouder. Heel even zijn onze ogen met elkaar versleuteld, maar al snel wendt ze haar blik af. 'Ik ga maar eens naar huis', mompelt ze verlegen. 'Gaat dat lukken', bezorgd kijk ik haar aan, 'zal ik je brengen?'. 'Alsof je de weg weet', grinnikt ze. Vragend kijk ik haar aan. 'Je bent nieuw, toch?', ik knik bevestigend. 'Floris Wolfs', ik steek mijn hand naar haar uit. Of nou ja, ik houd hem net voor mijn buik. Het hokje is niet groot en we staan dus heel dicht op elkaar. 'Eva van Dongen', ze bijt even op haar lip, 'dit eh... Normaal ben ik niet zo, hoor'. 'Niemand van ons, toch', met een knipoog probeer ik het allemaal wat luchtiger te maken. 'Nee... Niemand van ons', haar glasheldere ogen staan ineens onwijs treurig en ik voel hoe ze zich opeens volledig afsluit. Maar zo snel als haar humeur tot het nulpunt leek te dalen, zo snel lijkt hij weer 180 graden te draaien. 'Welkom bij het korps', glimlacht ze wat schaapachtig. 'Dank je wel', ik probeer stoer terug te lachen, maar het zal me niets verbazen als ik er uitzie als een verliefde puber. 'Nou, dan ga ik maar eens', ze zet een stapje naar voren om langs mij heen het hokje te verlaten. Ietwat verrast door de snelle omschakeling blijf ik even staan, waardoor we nu wel héél dicht op elkaar staan. 'Weet je zeker dat je het in je eentje redt?', mijn stem klinkt vreemd. Hees. 'Ik denk het wel', ze wil haar hand op de deurknop leggen, maar ik ben haar voor waardoor ze hem op de mijne legt. Heel even kijken we elkaar aan en op het moment dat ik denk dat ze dichter naar me toe leunt, schiet ze onder mijn arm door, naar buiten. 'Ik zie je nog wel', met een stevige tred loopt ze het toilethokje uit, 'dag, Floris Wolfs'. Verbouwereerd kijk ik haar na, 'dag, Eva van Dongen...'.

Brainfart! Wordt vervolgd? Denk ik? 🤷‍♀️

Korte verhaaltjes - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu