Wegloper af

769 26 5
                                    

'Genoeg', mompel ik, voor ik mijn richtingaanwijzer aantik en de afslag neem. Terug naar Maastricht. Terug naar De Ponti. Terug naar Eva. De afgelopen weken spelen als een film in mijn hoofd terwijl de afstand tussen ons steeds kleiner wordt. Een, in het eerste opzicht, makkelijke zaak is volledig uit de hand gelopen. Bijna was ik haar kwijt. Alleen maar omdat we zo hardnekkig bleven proberen werk en privé gescheiden te houden. Omdat we niet wilden dat anderen merkten dat onze relatie veranderd is. Dat onze collega's zouden ontdekken dat we, sinds kort, niet alleen op het werk, maar ook thuis een geweldig team zijn. Zo bang om betrapt te worden, raakten we elkaar volledig kwijt. Werd onze relatie op de werkvloer koel en afstandelijk. Werd er niet meer gecommuniceerd. Ondernam Eva in haar eentje een of andere cowboyactie die op het nippertje goed afliep. En dat was niet te danken aan mij, maar aan Romeo. Ik adem nog eens diep in als ik na een dik uur onze straat indraai. Na wat getwijfel, loop ik toch de kelder in. Als ik haar zo zie zitten, ineengedoken op een stoel, voel ik een mengeling van liefde en woede. Want wat hou ik ongelooflijk veel van die vrouw, maar wat maakt ze me het soms moeilijk. Onmogelijk bijna. Als ze me opmerkt, ontmoeten onze blikken elkaar kort. Ik schrik van haar opgezwollen rode ogen, maar ben niet van plan meteen te zwichten. Zij zat evengoed fout. 'Wat doe jij nou hier?', 'ja, wat denk je nou?', ik gooi mijn motorsleutel in de fruitschaal. 'Ik dacht dat je...', 'ik moest even afkoelen', zeg ik bot. 'Maar je bent teruggekomen...', fluistert ze ongelovig. Haar onvaste stem doet me opkijken. Als ik haar blik vang, schrik ik me rot. Zoveel pijn in haar mooie kijkers. 'Eef', het allerlaatste stukje afstand tussen ons wordt overbrugd en snel neem ik haar in mijn armen. Net op tijd, want het verdriet dat net nog in haar ogen te zien was, loopt nu over haar wangen. 'Hé, kom eens hier', sussend wieg ik haar heen en weer, 'sssh, meisje toch'. 'Ik... Ik...', ze komt amper uit haar woorden, 'je bent teruggekomen'. 'Natuurlijk ben ik teruggekomen', ik neem haar gezicht in mijn handen zodat ik haar aan kan kijken, 'al schreeuw ik nog zoveel, al schreeuw jij net zo hard terug: ik kom terug, Eva. Ik kom altijd terug bij jou'. 'Maar...', hoofdschuddend bijt ze op haar lip, 'ik snap het niet... Je was zo ontzettend boos'. 'Natuurlijk was ik boos. Ik ben nog nooit zo bang geweest, Eef. Ik wil niet eens denken aan wat er gebeurd zou zijn als Romeo je niet op tijd had gevonden', voorzichtig laat ik mijn duim over haar wang glijden, 'ik wist niet waar je was. Ik was zó bang je te verliezen. Zo bang dat hij je pijn zou doen'. 'Ik kan wel wat hebben...', mompelt ze zachtjes. 'Dat weet ik, maar als het aan mij ligt zou jij niet eens weten wat pijn is. Ik wil niet dat je weet dat pijn überhaupt bestaat', de emoties worden mij nu ook bijna te veel. 'Het spijt me, Floris', schuldbewust slaat ze haar ogen neer, 'het was stom'. 'We zijn allebei stom geweest, lieverd', zachtjes druk ik mijn lippen op de hare, 'we probeerden zo hard om onze gevoelens voor elkaar te verbergen dat we elkaar uit het oog verloren'. 'Ik ben blij dat je terug bent', ze laat haar hoofd tegen mijn borst rusten, 'we moeten nog maar eens goed nadenken over hoe we het op het werk gaan doen'. 'Dat moeten we zeker', ik druk een kus in haar haren, 'maar nu gaan we eerst lekker slapen'. Als we even later samen in bed liggen, kruipt ze dicht tegen me aan. 'Dit is fijn', een gelukzalig gevoel overspoelt me als ik haar lippen op mijn blote schouder voel. 'Ik dacht echt dat je ervandoor was...', fluistert ze even later. 'Daar hoef je echt niet bang voor te zijn, lief', ik trek haar nog iets steviger tegen me aan en begraaf mijn neus in haar haren, 'we doen dit samen, Eef. We hebben een relatie. Ik word boos, maar ik kom bij je terug. Altijd. Want ik hou van je. Zo ontiegelijk veel. En aan het eind van de dag, is dat alles wat telt'.

Ik wist hier écht geen titel voor. Behalve iets van "ik kom altijd terug" ofzoiets, maar dat vond ik te zoetsappig. Dus dan maar Wegloper af, want dat is Wolfs ondertussen wel (hoop ik).

Korte verhaaltjes - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu