Aangenaam (2)

781 40 4
                                    

Omdat jullie zo lief zijn en dit een rottijd is, alvast een nieuw stukje! Het heeft in totaal 4 deeltjes :)

'Nee, Eva', mijn collega pakt mijn arm stevig vast, 'nu luister jij even naar mij'. 'Ik ga gewoon naar huis, Marion', ik ruk me los uit haar grip, 'ik heb het wel gehad hier'. 'Je bent dronken', 'ik ben niet dronken', zucht ik, 'ik ben er gewoon niet aan gewend'. 'Dan nog wil ik niet dat je alleen over straat gaat, wacht gewoon even tot Twan ons komt halen', ze probeert enorm streng over te komen, maar de bezorgdheid klinkt door in haar stem. 'Ik kan prima voor mezelf zorgen', ik leg mijn hand even op haar schouder en kijk haar doordringend aan, 'dat doe ik tenslotte al jaren'. 'Eva...', 'hé', allebei tegelijk kijken we om. Als ik zie dat het die mysterieuze man van daarnet is, voel ik m'n hart een paar keer overslaan. 'Hé', van mijn stoere houding is opeens niets meer over. 'Ik dacht dat jij naar huis ging', hij glimlacht vriendelijk. 'Dat wil ik ook, maar...', 'maar niet alleen', Marion kijkt me streng aan en richt zich dan op Floris. 'Marion Dreesen, aangenaam', 'Wolfs', hij knikt plichtmatig, maar zijn blik rust al snel weer op mij. 'Mijn aanbod geldt nog steeds', 'welk aanbod?', bemoeit onze collega zich ermee. 'Graag', voor ik er verder over na kan denken neem ik zijn hand in de mijne om hem mee richting de uitgang te sleuren. 'Eva!', verontwaardigd roept mijn vriendin me na. 'Ik ga naar huis, Mar', ik rol met mijn ogen, 'en ik ben niet alleen!'. Moeizaam banen we ons een weg door de feestende groep politiemensen. 'Zo, die nieuwe weet ze wel uit te kiezen', 'kijk maar uit, ik hoor dat ze bijt', 'heeft niemand hem gewaarschuwd voor Van Dongen!?', na de zoveelste vervelende opmerking voel ik de tranen achter mijn ogen prikken. Ze moesten eens weten. Zij zien alleen maar een starre, eigengereide, arrogante, jonge rechercheur. En ik weet ook wel dat ik dat aan mezelf te danken heb. Aan mijn eeuwige gesloten houding. Mijn afstandelijkheid. Maar zij weten niet hoe dat komt. Zij weten helemaal niets over mij, over mijn verleden. Al voor we buiten zijn laat ik zijn hand los. Het laatste stukje ren ik. Eenmaal buiten zoek ik snel een stukje groen op. Met mijn handen op mijn knieën sta ik voorovergebogen te kokhalzen. Ik ben enorm misselijk, maar er komt niets meer uit. Mijn maag is leeg. Terwijl ik op mijn benen sta te trillen, voel ik een sterke hand op mijn schouder. 'Gaat het?', ruw veeg ik een traan van mijn wang, voor ik omkijk. Ik begin stoer te knikken, maar zijn ogen doen iets met mij waardoor mijn hoofd uit zichzelf lijkt te schudden. 'Kom', hij neemt mijn hand weer in de zijne en leidt me naar een bankje, 'even zitten'. Hij slaat zijn arm om me heen en even blijf ik stokstijf stil zitten. 'Laat het maar gaan, Eva', als hij zachtjes over mijn rug wrijft, is er geen houden meer aan. De tranen die altijd achter mijn ogen verstopt blijven, komen tevoorschijn. 'Sssh, rustig maar', ik kruip diep weg in zijn troostende armen, 'het is al goed'. Als ik wat gekalmeerd ben, veegt hij de laatste traan van mijn wang. Voor ik het weet, schiet ik naar voren om mijn lippen op de zijne te drukken. Heel even kust hij me terug, maar al snel duwt hij me zachtjes van zich af. 'Kom', hij glimlacht verontschuldigend, 'ik breng je naar huis'. Hij staat op en als ik nog wat verdwaasd blijf zitten, pakt hij mijn hand om me omhoog te trekken, zodat we weer heel dicht bij elkaar staan. 'Sorry', mompelt hij, waarna hij mijn hand loslaat. 'Geeft niet', ik zet een stap achteruit en wend mijn blik van hem af. 'Waar woon je? Moeten we een taxi nemen?', ik schud mijn hoofd, 'ik loop liever'. 'Prima', in stilte beginnen we te lopen. Af en toe raken onze handen elkaar. Het geeft me een heerlijk gevoel vanbinnen. Zoiets heb ik nog nooit gevoeld. Zelfs niet voor mijn vriend die een paar maanden geleden is verongelukt. 'Hier is het', wat ongemakkelijk wijs ik naar de voordeur van mijn huisje. 'Mooi', hij glimlacht vriendelijk, 'dan kan je je vriendin laten weten dat je veilig thuis bent'. Ik glimlach voorzichtig, 'zal ik doen'. 'Slaap lekker, Eva', mijn hart staat even stil als hij naar voren buigt en een kus op mijn wang drukt, 'ik zie je vast wel op het bureau, na het weekend'. 'Ja...', als ik verder niets meer zegt knikt hij vriendelijk, om zich vervolgens om te draaien. Als hij bijna de hoek om gaat, hou ik het niet meer, 'Floris!'. Verbaasd draait hij zich om. Wat verlegen staar ik naar mijn tenen als hij weer naar me toe komt gelopen. 'Sorry', mompel ik, 'dat ik je kuste'. 'Geeft niet', hij streelt een pluk haar achter mijn oor, 'maar je bent verdrietig en in de war, ik wil niet dat je iets doet waar je later spijt van krijgt'. 'Ik denk dat ik meer spijt zou hebben als ik het niet had gedaan', geef ik schoorvoetend toe. 'In dat geval', hij tilt mijn kin een stukje op en onzeker kijk ik hem aan. Zijn zee blauwe ogen stellen me gerust en ik kan niet anders dan erin verdrinken. Zachtjes streelt hij over mijn wang, voordat hij zijn lippen teder op de mijne drukt. Veel te snel komt er een einde aan de hemelse zoen, 'welterusten, Eva van Dongen'. Als hij wegloopt, razen de vlinders door mijn buik, 'welterusten, Floris Wolfs...'.

Korte verhaaltjes - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu