54.

92 7 0
                                    

Evelien

Het was een lange tijd stil tussen Pieter en mij. We hadden ons geïnstalleerd in een klein kamertje, op de eerste verdieping van het weeshuis. Er lagen nog een paar oude matrassen en kussens. Meer hadden we niet nodig om de nacht door te komen. Een nadeel was echter dat de deur van de kamer niet dicht kon en bleef daarom dus op een kiertje staan. Pieter en ik hadden elk een matras genomen en ons tegenover elkaar genesteld. Ik prutste nerveus aan mijn nagels en hij bleef me de hele tijd aankijken met zijn sluwe, onheilspellende blik.

'Wat ga je doen als Con straks voor je neus staat?' Vroeg hij na een stilte die wel eeuwen leek te duren. Ik haalde mijn schouders op.

'Ik weet het niet. Wensen dat hij me niet vermoord?'

Hij grinnikt. 'Begrijpelijk.'

Als ik geeuw moet hij lachen. 'Dat nachtelijke ritme is toch niets voor jou? Zou je niet beter wat proberen te slapen?'

'Ik kan niet slapen nu,' zuchtte ik,'Ik moet waakzaam blijven. Ik wil niet dat Con-'

Ik zweeg meteen toen ik een deur beneden hoorde dichtslaan. De harde knal werd gevolgd door luid gebrom. Pieter en ik spitsten onze oren. Het was Con. Hij mompelde iets onverstaanbaars, kreunde daarna en riep: 'die verdomde Bosmans maak ik kapot!' Waarschijnlijk had hij nog steeds wat last van de schotwonden die ik hem bezorgde. Oeps.

'Dat is Con,' zei Pieter nerveus, alsof ik dat zelf nog niet doorhad,'wat nu?'

'We kunnen hem aanvallen... Hij verwacht ons niet. Wij zijn met twee. Hij is alleen. Kan dit misgaan? Dit kan toch niet misgaan, hé?' vroeg ik onzeker.

'De kans is zeer groot dat dit misgaat.' zei Pieter.

'We moeten iets doen.'

'Oké. Doe maar.'

'Je moet me helpen. Ik kan het niet alleen.'

'Goed, ik zal helpen. Jij valt aan. Jij gaat dood. Ik begraaf je en vertel Jonas en Jocke dat je dood bent. Goede samenwerking, toch?'

'Ga je nu nog écht helpen of-'

Meteen hield ik mijn adem in toen ik het gekraak van de trappen hoorde. Con kwam naar boven. Ik vroeg me af of hij ons gehoord had. We hadden misschien iets te luid gepraat.

'Is daar iemand?' riep hij.

Ik duwde me net als Pieter strak tegen de muur aan. We probeerden geen geluid te maken, maar makkelijk was dat niet. Mijn borstkas ging hevig op-en-neer. Ik had mijn ademhaling niet onder controle. Ik was doodsbang. Als Con me zou vinden zou het ongetwijfeld fout voor me aflopen. Ik had geen plan. Geen wapen. Geen technieken om mezelf te verdedigen. Ik was compleet machteloos. 'Kalmeer,' siste Pieter stil die mijn nerveuze houding opmerkte,'straks verraad je ons nog.' Ik kon het niet tegen houden. Ik ademde door mijn mond in plaats van door mijn neus, op die manier kon ik meer zuurstof binnenkrijgen in de hoop mijn ademhaling zo onder controle te krijgen, maar het maakte het alleen maar erger. Ik hyperventileerde. 'Wat krijg jij?' gromde hij. Ik kon niet antwoorden. Ik kon gewoonweg niet spreken.

Het was mijn angststoornis die weer naar bovenkwam. Ik dacht dat ik die psychologische aandoening overwonnen had, maar dat bleek dus nog niet het geval te zijn. Ik zag alleen nog maar flitsen van de lijken van de meisjes die Con op had gehangen. Ik zag hun lijkbleke blik. Hun ogen volg angst. Hun afgehakte ledematen. Hun botten. Ingewanden. Lien. Ik zag Lien. Haar onschuldig gezichtje dat zo op dat van mama leek... Ik werd misselijk. Ik wilde kotsen, maar hield het in. Ik kon niet helder zien. Alles werd wazig en mijn hoofd tolde. Het was alsof ik dronken was. De muren kwamen op me af en de kamer draaide. Op het moment dat ik bewusteloos dreigde te vallen, greep Pieter me vast bij mijn pols. Hij kneep er stevig in. 'Niet nu, Bosmans.' siste hij.

Locked by you 2 [herschrijving]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu