hoofdstuk 21

99 8 0
                                    

We kwamen aan bij het huis waar een onheilspellende sfeer hing.

Zale had het ook al snel door en liep voorop de woonkamer in, daarna volgde ik.

Ik sloeg mijn handen voor mijn mond bij de zicht dat Erica Gideon bij de nek tegen de muur drukte. De ruimte was een bende. 'Wat is hier gaande?' Riep ik tussen mijn handen door.
Erica stopte in haar beweging om een klap uit te delen. Zonder blikken of blozen liet ze Gideon los die als een hoopje op de grond zakte. Zijn ogen stonden wazig en zijn linker oog begon al dik te worden. Gelukkig waren zijn blauwe plekken van Zanders gevecht al bijna geheeld.

Was ik nou opgelucht dat Gideon niet meer pijn leed? Ik schudde de gedachte van me af. Zale stond als een steen naast me.

'Hoe durft je zomaar een lid van mijn roedel aan te vallen?' Het kwam er bedreigender dan ik bedoelde, maar het boeide me niet. Erica gunde het hoopje dat Gideon was een blik en haalde nonchalant haar schouders op. 'Je moest eens weten wie hij was. Dan zou je blij zijn dat ik dit gedaan heb,' zei ze voordat ze de kamer uit wou lopen. Zale greep haar bij de arm. 'Dit kun je niet zomaar flikken Erica.' Hij had zijn ogen streng op haar gericht. Ze rolde haar ogen. 'Aan wier kant sta je?' snoof ze. Hij liet haar los, waarna ze haar weg vervolgde. Ik keek niet hoe ze de trap op ging en keerde me tot Zale. 'Wat bezielde haar?!' Ik tikte op mijn hoofd. 'Rowan had gezegd dat we veilig zouden zijn - niet dat we van binnenuit werden aangevallen.' Zale leek geraakt door mijn woorden. 'Vertel volgende keer dat als ze een probleem met hem heeft, ze dat bij mij meld...-.' 'Ken je Gideon eigenlijk wel?' onderbrak hij me. Ik fronste beledigd. Maar voordat Zale verder kon stond Gideon op. Ik liep naar hem toe om hem te ondersteunen.

Wie is Gideon?

Ik probeerde mijn gedachten van me af te zetten. Hoe zeer ik Gideon niet vertrouwde, hij verdiende geen klappen - niet van een vreemdeling. Als hij ze zou krijgen, zouden ze van mij komen. 'Gaat het?' Gideon gaf me een blik en knikte voorzichtig. 'Prima.' Zijn stem was gevuld met schuld. Er ging een rilling door mijn ruggengraat. Ik ondersteunde Gideon op weg naar zijn kamer. We lieten Zale in de woonkamer achter. Toen we buiten zijn zicht waren hoorde ik hem de trap op rennen.

Ik opende Gideons kamerdeur. De kamer was donker omdat de gordijnen gesloten waren. Gideon duwde zich van me af en liep zelf naar zijn bed. Hij liet zich er voorzichtig op vallen en ging plat liggen. Zijn ogen sloten al snel. Ik bleef nog even in de kamer om zeker te zijn dat hij niet dood was. En toen ik zeker was dat hij sliep en ik de kamer uit wou lopen zei hij: 'Het spijt me.' Weer dat schuldgevoel dat door zijn stem klonk. 'Voor wat? vroeg ik. Het was weer even stil. 'Voor alles.' Zijn stem klonk ver weg. Alsof hij al in dromenland was, maar persé zijn excuses moest aanbieden. Mijn mondhoek ging een stukje omhoog. 'Ik vergeef je.' Als was ik er niet zeker van. Maar ik vergaf hem zijn daden. De geheimen en leugens waren niet vergeven.

Ik sloot de deur achter me en maakte mijn weg naar de woonkamer waar Zale en Erica een extreme ruzie hadden. 'Iemand moet het haar vertellen-,' ze kapte haar zin af toen haar ogen mij ontmoette. Ze stonden furieus. 'Jij doet het of ik!' Ze keek Zale recht in zijn ogen. Zale perste zijn kaken strak op elkaar. Erica snoof. 'Best!' Ze sloeg haar handen in de lucht en ging op de bank zitten. 'Misschien kunnen we maar beter wachten tot iemand het haar verteld als Gideon het haar zelf niet verteld.'

Wat niet verteld?

Leugens.

Zander.

Ik drukte mijn nagels in mijn palm om kalm te blijven. Erica haar ogen stonden op mij gericht.

Het bleef een minuut lang stil. Erica klakte afkeurend met haar tong toen niemand aanstalten maakte om te praten. Ze maakte zich gemakkelijk op de bank. 'Jouw reisgenoot-.' 'Mond dicht Erica.' Erica snoof en herhaalde Zales zin geluidloos en met een vies gezicht.

Ik wist niet naar ik moest kijken. 'Wat weet ik niet over Gideon?' Ik had eindelijk mijn stem gevonden. Erica begon te lachen. 'Je weet het echt niet he?' Ze keek me zo verwonderd aan dat ik me stom voelde. Zo klein gemaakt.

En jij was een alfa?

Ik herpakte me en antwoordde Erica's blik met een boze gezichtsuitdrukking. 'Je kent niet eens het enige lid van je roedel.' Erica stopte niet met lachen. Mijn maag trok samen.

Dood.

Iedereen was dood.

Ik stapte naar Erica toe. Zale kwam er tussen staan. 'Aan de kant Zale,' gromde ik zonder mijn ogen van Erica af te halen - die ondertussen was gaan staan. Ik gaf hem even een blik, maar hij ging niet opzij. 'Aan de kant!' Ik duwde hard tegen hem aan. Hij deed een paar stappen achteruit om zichzelf op te vangen. Erica begon te grommen. 'Ga je nu echt een gevecht beginnen?' Haar spottende stem maakte me duidelijk dat ze het niet erg zou vinden.

Misschien zou ze me vermoorden. Dat zou een gunst zijn. Dan was ik bij mijn familie.

Erica duwde Zale uit haar weg en vloog me in de haren. Ze trapte in mijn maag waardoor ik mijn balans moest vinden. Doordat ik was afgeleid gaf ze een opstoot tegen mijn kin. Ik verloor mijn balans. Ik viel op de grond, maar trok Erica daar in mee. Ze viel naast me. Ik rolde opzij om als eerste op te staan. Voor ze iets kon doen had ik mijn voet op haar hals gedrukt. Haar ogen waren groot. Ik duwde harder en hoorde haar happen voor lucht. 'Dalina. Stop hiermee voor het uit de hand loopt,' kwam Zale er tussen. Ik draaide mijn hoofd even om om hem te zien. Er ging een grom tussen mijn tanden door.

Erica probeerde mijn voet van zich af te krijgen - zonder succes. Dus veranderde ze in haar wolf. Als wolf was ze sterker dan een mens, dus kwam ze zonder enige moeite onder mijn voet vandaan. Ze sprong op me. Ik hield mijn handen tegen haar nek aan op haar mond van me af te houden.

'GENOEG!'

Rowans stem galmde door de ruimte. Het dramde door mijn botten door. Erica kwam meteen van me af. Ik haalde opgelucht adem.

Schaduw van de wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu