Ik was naar het dorpshuis gelopen, de plek van de promotie. Ik had bevestiging nodig dat ik inderdaad de enige van mijn familie was. Er moest een kans zijn dan iemand was ontvlucht of zich als dood voor deed.
De deuren waren weggeblazen dus een weg naar binnen vinden was niet moeilijk. Eenmaal binnen drong de stank van dood mijn neus in. Mijn maag wou zich omkeren. Toch dwong ik mezelf tussen de lichamen te kijken. Er lagen wolven, vrouwen en welpen door elkaar. Dit was vreselijk. Het ergste was dat er mannen minsten die hier de wacht hadden. Ik rook ze niet. Hoe kon iemand dit laten gebeuren?
De lichamen lagen over en onder elkaar. Het was een bloedbad. Verslonden lichamen, overal. Bloed, overal.
Mijn voeten stopten. Ik herkende drie lichamen. Een jonge meid met zwart haar dat bijna hetzelfde was als de vrouw die naast haar lag. En iets verderop lag een man. Verslonden, er was amper iets van hem open. De schaduwroedel had zich te goed gedaan aan de alfa, mijn vader. Hetzelfde lot als zijn leden. Net als zijn vrouw en dochters. Behalve ik. Ik moest nog leven.
Er viel me iets op. Azura, Vanya, Jasper. Waar was Thalia? 'Thalia?' ik fluisterde het bijna, zo ver was mijn stem te zoeken. Geen antwoord. 'Thalia?!' herhaalde ik. Het vonkje hoop doofde toen ik geen antwoord kreeg. Alleen een stilte. Een vreselijk stilte.
Dit wou ik niet. Ik wou rust, maar niet dat er niemand meer was. Er was niemand. Niemand. Enkel Gideon. Een verbannen omega. De mate van mijn dode zus.
Mijn knieën knikten en begaven het. Ik viel op de grond.
Ik hield de tranen niet tegen. Ze brachten het geschreeuw, gesnik, het verdriet mee. Ik wou verdrinken in de tranen. Waarom moest ik nog leven? Waarom kon ik ook niet dood zijn? Ik had niemand. Ik kende niemand naast mijn roedel. Wat moest ik nu? Ik wou gerechtigheid voor mijn familie, mijn roedel. Ik was de laatste van de Haile bloedlijn. Dat maakte mij alfa van de maanroedel.
Welke roedel?
Ik liet me mee voeren met de zee tranen. Het bleef maar komen. Wanneer ik genoeg adem had schreeuwde ik alles er weer uit.
'WAT HEB IK MISDAAN?!'
'DIT VERDIENT NIEMAND.'
'WAAROM?! WAAROM?!'
Ik stopte niet. Het nam me voor altijd mee. Een eindeloze zee aan tranen. Tranen van verlies. Ik krees tot ik me licht in mijn hoofd voelde. Voor me lagen de lichamen van mijn ouders en oudere zus. In het huis lag Lucia. En Thalia was nergens te bekennen. Wat hadden ze met haar gedaan?
Welk lot was haar einde?
Mijn adem stokte toen twee armen om mee heen werden geslagen. Ik had niet gemerkt dat Gideon was gekomen.
Ik wou zijn armen niet om me heen.
Verrader.
Inderdaad. Hij was een verrader. Ik kende hem amper.
Hoe wist hij van de aanval?
Hoe?
Wat had hij gestolen?
Misschien was hij de oorzaak dat de schaduwroedel hier kwam. Misschien had dit niks te betekenen met een mate. Puur wraak. Wie was die Zander? Hij moest wel belangrijk zijn als de hele roedel dit voor hem deed. Misschien was Gideon wel uit de schaduwroedel.
Verrader.
Hij had ons alleen maar gewaarschuwd voor Lucia. Misschien was hij ook verbannen uit zijn roedel.
Een stemmetje in me vertelde dat ik mijn moet moest vinden en door moest gaan. Dat ik me als een alfa moest gedragen. Opstaan en weglopen. Met je hoofd hoog. Geen tranen, geen verdriet.
Vergeet ze.
Vergeet mijn leven en begin opnieuw.
Ik duwde Gideon van me af. Nu keek ik hem recht in zijn ogen aan. Zijn gezicht was dichtbij. Ik zag zijn kaakspieren trillen. Hij zag er vreselijk uit. Alsof hij net als mij alles had uitgeschreeuwd. Alles had laten gaan. Ik kwam overeind op mijn trillende benen, keek neer op de verslonden lichamen.
Bloed, zo veel bloed.
Ik ademde mijn moet in en blies mijn onzekerheid uit. Ik was de alfa van de maanroedel. De enige overlever van de aanval. Mijn roedel was weg, verdwenen. En het was aan mij om het opnieuw op te richten. Ik moest andere roedels inlichten en om hulp vragen. Dat zou Thalia gedaan hebben. Ze zou wraak nemen. Ze zou stil alles opbouwen om uiteindelijk de schaduwroedel uit te moorden. Ze zou de alfa doden en zijn roedel laten boeten voor zijn fouten. Wraak.
Wraak. Neem wraak.
Ik verzamelde de moed bij elkaar en liep weg. Weg van deze hel. Weg van deze dood.
Een nieuwe start. Eentje om wraak te nemen. Ik zou wraak nemen. Monsterlijk. Geen medelijden. Hij zou boeten. De alfa van de schaduwroedel. En als ik erachter kwam wie deze Zander was en wat zijn rol erin was, vermoordde ik hem ook. Zou ze laten stikken in hun bloed.
JE LEEST
Schaduw van de wolf
Lupi mannariDalina had nooit het plan om haar mate te gaan zoeken, zelfs na haar 18e verjaardag besteed ze er geen tijd aan. Ze rent liever vrij door de bossen om alle drukte te ontlopen. Maar aan rust die ze vindt komt al snel een einde wanneer haar roedel wo...