Er ging een week voorbij zonder Zander te zien. Ik had me in mijn kamer opgesloten en had mijn maaltijden er ook gegeten. Hij had me niet opgeroepen na die dag.
Vim had me naar de badkamer geleid toen Zander de villa uit was. Het bad was al gevuld met warm water. Ik had een tijd staan staren naar het water voordat ik erin ging. Het kalmeerde mijn zenuwen. De badkamer rook naar Zander. Dit was zijn badkamer zei Vim. Zander had hem gezegd dat ik hier kon wassen inplaats van de gedeelde.
Ik liet mijn gezicht onderwater zakken en voelde de lucht tussen mijn lippen ontsnappen. De lucht werd mijn longen uitgeperst. Ik bleef onderwater tot ik bijna stikte. Met een vaart kwam ik weer boven. Daarna bleef ik een uur lang voor me uit staren, genietend van het warme water.
Toen mijn huid was geweekt stapte ik het bad uit en droogde mezelf af.
Vandaag voelde ik me kalmer. Tot rust. Ik draaide de handdoek om mijn haar en trok mijn uitgekozen kleren aan.
Ik opende de deuren en begroette Vim die geduldig had gewacht. Hij knikte dankbaar en zei: 'Vandaag is een prachtige dag. Misschien zou je een frisse neus kunnen halen in de tuin.' Ik keek naar links door het grote raam dat de hele muur omvatte. De lucht was helder blauw met de zon en de sneeuw was mooi wit. Een mooie winterse dag. Ik keek naar Vim. 'Ik zal erover nadenken,' zei ik, 'vraag het me over een uur opnieuw.' Vim knikte en opende de deur naar mijn kamer.
Hij liet me alleen zoals ik wou.
Ik was in stilte een boek gaan gelezen die Vim me had gebracht gister - names Zander. Mijn gedachten waren zo bij het boek dat ik even schrok toen er op mijn deur werd geklopt. 'Binnen,' riep ik. Vim kwam binnen. 'U vroeg me terug te komen naar een uur mevrouw,' verklaarde hij zijn bezoek. 'Wilt u nog steeds naar buiten?' Ik legde een papiertje tussen mijn bladzijdes en sloeg het boek dicht. Mijn voeten brachten me naar de kast met kleding. Daaruit pakte ik een warme jas en stevige laarzen. Nadat ik sokken had aangetrokken had ik mijn laarzen aangedaan en tijdens het lopen naar buiten trok ik mijn jas aan.
Vim leidde me de trap af en ging een hal door naast de trap.
We kwamen uit in een grote ruimte waar ik stemmen hoorde. Het leek een gezamenlijke ruimte. Er bevonden jongens in de ruimte en Zander zat erbij. Zijn ogen vonden die van mij, maar ik sloeg mijn ogen neer en liep stil achter Vim aan. Voorbij het gezelschap bevond zich een grote deur. Vim opende hem met moeite.
De frisse lucht blies zich naar binnen en begroette me. Ik stapte de deur door de sneeuw in. Vim sloot de deur achter me. Ik zag uit mijn ooghoeken twee mannen bij de deur staan. Ze stonden als steen voor zich uit te kijken. Ik schonk ze geen aandacht en liep over het pad dat sneeuwvrij was en kwam uit bij een verharde cirkel met bankjes. Ik nam er plek en keek over het meer uit. De villa was omringt met water met daarachter het drop. Ik keek toe hoe de golven bewogen met de bries die zich voortbewoog.
Ik bleef buiten zitten tot ik mijn lichaam niet meer voelde door de kou. Daarna besloot ik naar binnen te gaan.
De dagen daarop ging ik elke dag een frisse neus halen, maar at mijn maaltijden nog steeds in mijn kamer.
Ik keek naar mezelf in de spiegel in de badkamer van Zander. Vanmorgen was ik onrustig wakker geworden voor het eerste in drie weken tijd. De hele nacht had ik zitten draaien. Ik had vreselijk buikpijn.
Toen Vim aankondigde dat de badkamer vrij was, was ik meteen de badkamer ingegaan.
Ik was lijkbleek en voelde me misselijk. Mijn spiegelbeeld staarde terug naar me en zag er net zo beroerd uit als ik me voelde. Mijn maag leek zich wel om te keren. Ik sloeg een hand voor mijn mond toen ik braakneigingen had. Ik snelde me naar de wc en gaf mijn ontbijt over erin. Mijn handen knepen in de wcbril. Ik spuugde de resten mijn mond uit en veegde mijn hand met een handdoek af. Duizelig trok ik de wc door. Ik bleef op de grond zitten. Mijn lichaam voelde vermoeid aan. Ik zou drie dagen geleden ongesteld moeten worden, maar er was niks. En nu ik moest overgeven had ik zo'n gevoel dat mijn dienst hier was begonnen.
Ik trok mezelf van de vloer. En waste mijn gezicht.
Toen ik de badkamer uit kwam zei ik niks tegen Vim en kleedde me weer om voor het koude weer.
We liepen samen naar beneden, langs de drukke gezamenlijke ruimte. Het viel me op dat Zander er niet was.
Vim opende de deur voor me. Ik liep deze keer niet naar het bankje, maar naar de vlonder bij het meer. Er stond een simpel bankje waar ik op ging zitten. Nu kon ik het hele meer zien.
Ik ademde de frisse lucht mijn neus in en mijn mond uit. Het gaf me rust. Mijn zenuwen waren gekalmeerd nu ik mijn ruimte had van Zander. En ergens miste ik zijn gezelschap, maar ik wou hem niet onder ogen komen. Hij was de moordenaar van mijn roedel.
Monster.
Ik rilde. Ik dacht van de kou, maar toen rook ik hem. Zander. Zijn voetstappen kwamen dichterbij tot ze naast me stopte. Zander nam plek naast me op het bankje. We bleven stil en staarde over het water heen. Ik luisterde naar zijn ademhaling. Hij probeerde hem rustig te houden, maar het haperen verraadde dat hij gespannen was.
Uiteindelijk blies ik mijn adem rustig uit en sprak. 'Wat kom je hier doen?' Zander haalde opgelucht adem. 'Ik dacht dat je misschien wel gezelschap kon gebruiken,' zei hij. Ik draaide mijn gezicht naar hem. 'Waarom zou ik dat willen?' Zander haalde zijn schouders op. 'Je ziet er zo alleen uit,' hij keek me aan en direct was zijn gespannen gezicht overgeslagen naar bezorgdheid. 'Je bent helemaal bleek,' zei hij bezorgd. Hij hief zijn handen om mijn gezicht aan te raken, maar ik schoof verder van hem weg terwijl alles in me riep naar hem toe te gaan. 'Wat is er aan de hand?' Hij klonk oprecht bezorgd. Ik voelde mijn eten weer omhoog komen. Ik sloeg snel mijn hand voor mijn mond om het binnen te houden, maar Zander wist al genoeg.
JE LEEST
Schaduw van de wolf
WerewolfDalina had nooit het plan om haar mate te gaan zoeken, zelfs na haar 18e verjaardag besteed ze er geen tijd aan. Ze rent liever vrij door de bossen om alle drukte te ontlopen. Maar aan rust die ze vindt komt al snel een einde wanneer haar roedel wo...