hoofdstuk 31

75 7 0
                                    

Zander had me uitgenodigd om samen te ontbijten. Ik was voor het eerst in vierweken mijn kamer uit geweest.

Vim begeleidde me naar de eetzaal waar Zander geduldig aan het wachten was. Zijn gezicht lichtte op bij mijn aanwezigheid merkte ik op. Mijn plek was weer diagonaal van hem.

'Goedemorgen,' begroette hij. Ik nam plaats en glimlachte. Bij het zien van al het eten draaide mijn maag zich om. Er was geen behoefte aan ontbijt. Zander legde zijn hand over die van mij en trok mijn aandacht daarmee. Ik keek hem in de ogen aan. 'Alles goed?' Ik knikte en haalde een plukje haar uit mijn gezicht. 'Ik ben alleen misselijk,' antwoordde ik. Zander leek niet tevreden. 'Weet je het zeker? We kunnen altijd nog medicatie regelen.' Ik haalde mijn hand voorzichtig onder die van hem vandaan. 'Maak je maar geen zorgen.' Zander beet op zijn lip. De vlinders in mijn buik waren wakker geworden. 'Zeker? Ik wil wel dat je gezond het nieuwe jaar in gaat.' Het nieuwe jaar. O god. Het was meer dan een maand geleden dat mijn roedel werd afgeslacht. De zuurstof in de ruimte leek wel dikker geworden. Het kwam amper mijn longen in.

Alleen.

Dood.

Zander raakte mijn schouder aan. Ik knipperde om de wereld weer te verwerken. 'Is er iets?' Ik keek naar zijn hand op mijn schouder. Zander trok hem weg en vouwde hem ongemakkelijk in zijn andere hand. 'Ik had me niet beseft dat het al oudjaarsdag was,' zei ik. Zander knikte begrijpelijk. 'Heb je tradities met de jaarwisseling?' Ik keek op in zijn ogen. 'Nee.' Jawel. We hadden een traditie. Thalia, Azura, Lucia en ik zouden de hele dag jagen om het avondmaal te verzorgen. Onze ouders deden altijd alsof ze er van genoten, maar in werkelijkheid was het walgelijk. We vochten in de keuken altijd over wie wat deed. Dan had Lucia vrolijk kruiden erbij gedaan zonder het te melden en deed Thalia er andere bij. Of was de kooktijd te lang dat het vlees zwart werd. En soms was Azura te lui om het vlees te ontharen en had je ineens een stuk vacht op je vlees. Het was niks bijzonders, maar het was ons ding.

Zander fronste. 'Wij steken middernacht een groot vuur aan. We gooien er allemaal een briefje in met onze grootste fouten erop geschreven. Daarmee verbranden we onze fouten om een schone lei te hebben voor het nieuwe jaar,' legde hij uit. 'Misschien zou je het met ons kunnen vieren vanavond.' Ik glimlachte en sloeg mijn ogen neer. 'Is dat verstandig?' Zander keek me verbaast aan. 'Ik bedoel met je status en wat je roedel van mijn aanwezigheid zou vinden.' Zander begon te lachen. Daardoor voelde ik mijn wangen rood worden.

'Welke verhalen hebben ze jou verteld?' vroeg hij nadat hij stopte met lachen. Ik haalde mijn schouders op. 'Thalia vertelde me dat je roedel alleen maar aan de mannen dacht. Dat vrouwen enkel werden gebruikt om welpen te kweken en daarna verwaarloost zouden worden. Dat vrouwen geen respect krijgen.' Zander streek over zijn kin met zijn hand en schudde zijn hoofd.

'Het klopt dat vrouwen niet hetzelfde respect als mannen hebben hier,' begon hij. 'Maar ze worden niet misbruikt. En de roedel zal inderdaad niet snel respect hebben naar buitenstaanders, al helemaal een vrouw. Maar door je te laten zien zullen ze respect voor je krijgen. Jij bent bovendien hun luna.' Ik schepte wat bessen op en gesneden vlees. 'Mijn rang is niet officieel hier. Ik ben de alfa van de maanlozeroedel bij naam.' Ik stopte een stuk vlees in mijn mond, maar het proefde bitter op mijn tong. Zanders mondhoek ging omhoog. 'Misschien kun je het nieuwe jaar in gaan met een nieuwe start. Een nieuwe naam, nieuw rang.' Ik kuchte toen het stukje vlees mijn keel inschoot.

Alles weg.

'Het enige wat ik nog heb van mijn familie is de naam. Dat laat ik niet zomaar vallen,' antwoordde ik. Zander nam een slok van zijn drinken. 'Je zal nooit volledig vertrouwd worden door de roedel als je niet één van hen bent.' Ik schudde mijn hoofd. 'Ik zal ook niet één van hen zijn. Ik ben en blijf een Haile en dat laat ik me niet afnemen. Ook niet voor overleving.' Zander zette zijn glas neer en zuchtte. 'Als jij dat zo wilt.' Hij wreef over zijn voorhoofd.

'Kom je vanavond bij het vuur?' Zander keek me weer in mijn ogen. Het was een kans om zijn roedel te zien en te leren kennen. 'Ik zal er zijn.' Zander glimlachte met zijn hele lichaam. Ik nam nog een paar stukjes vlees in mijn mond. 'Ik zal Vim je laten halen en naar het vuur brengen.' Ik knikte. 'Het vindt plaats op het terrein van de villa, dus je hoeft je geen zorgen te maken om gevaar.' Ik knikte opnieuw.

Zander vertelde me van alles over hun nieuwjaarstraditie. Van de ongelukken die zijn gebeurd tot zijn mooiste moment. Ik had meer geluisterd dan dat ik at. Mijn maag had geen behoefte aan eten. Het leek wel ruimte te willen maken voor de welp in mijn buik dat groeide.

Ergens was ik zielsgelukkig over het feit dat ik zwanger was. Iets wat de helft van de wolven nooit zou ervaren omdat hun mate er niet was of ze er nooit naar zochten. En aan de andere kant was ik blij omdat ik een wens kon vervullen. Ik kon Zander in rust heen laten gaan als dat nodig was. Maar het besef dat hij stervende was speelde met de snaren in me, alsof ik hem nu al kon voelen wegvagen. Hoe zou het voelen als hij vredig stierf? Zou ik me net zo voelen zoals Gideon beschreef?

Alleen.

Ik zou alleen gelaten worden. Opnieuw. Eerst mijn familie. Daarna mijn mate. Alles werd me afgenomen.

Mijn ogen kon ik niet van Zander afhouden bij die gedachtes. Ik wou me niet zo voelen. Ik wou hem niet liefhebben. Dan zou het afscheid en de pijn niet zwaar zijn. Dan zou ik minder hard breken. Maar het enige wat ik wou nu was Zander hebben. Mijn lichaam verlangde naar hem en het kreeg mijn gedachten bijna zover om te luisteren. Ik had mezelf moeten inhouden. Zijn geur maakte me al gek, laat staan zijn aanwezigheid en zijn stem. Alles in me verlangde naar hem.

Hij had vreselijke dingen gedaan voor wat hij dacht het juiste was. Maar nu snapte ik hem. Hij probeerde niet aan zichzelf te denken. Zander probeerde een oorlog te voorkomen door een toekomstige alfa te krijgen. En hij was zo wanhopig dat hij er door verblind was.

Een mate kon de ander zijn pijn voelen. Hij had mijn pijn moeten hebben gevoeld. En hij had er spijt van. Dat zag ik aan hem. Hoe hij naar me keek en sprak zei genoeg. Hij had spijt voor zijn blinde angst waarin hij mijn dierbaren van me af nam.

Schaduw van de wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu