hoofdstuk 19

100 8 0
                                    

Het duurde niet lang voordat Zale naar ons toe kwam. Hij begroette ons met een zwaai en een vriendelijk glimlach. Ik begroette hem terug, maar Gideon bleef stil. Sinds we hier waren had hij amper gesproken en leek hij zich erg ongemakkelijk te voelen. Naast Zale liep Erica die ons geen blik waardig leek te vinden.

'Ik hoop dat je nog tijd over heb om Rowan te spreken,' zei Zale als wijze van begroeting. Ik voelde mijn wangen warm worden door zijn glimlach. 'Ach. Waarschijnlijk heb ik na ons gesprek nog wel tijd,' ik liet mijn ogen verder over Zale glijden, 'en waarschijnlijk heb ik een perfecte gids.' Zale lachte oprecht. 'Misschien kan Gideon je wat dingen vertellen als Erica heb heeft rondgeleid,' zijn mondhoek ging omhoog, 'zo niet. Dan kan je me altijd opzoeken.' Erica rolde haar ogen. Zale leek zich ineens te realiseren dat we niet alleen waren. 'Maar... laten we Rowan niet te lang wachten,' zei hij vlug. Ik knikte en liep achter hem aan toen hij begon te lopen. Ik wierp mijn blik nog even over mijn schouder om Gideon ongemakkelijk te zien staan naast Erica. Het was fijn om even van hem af te zijn. Hij deed me telkens denken aan Lucia en wat er is gebeurt. Vooral aan wat er gebeurt was.

Dood.

Zander.

Ik keek hoe Zale voor me uitliep in warme kleren. Misschien kon ik Rowan maar beter niet vertellen over wie mijn mate was.

'Dus hoe bevalt de nachtroedel je tot nu toe?' Zale keek over zijn schouder heen naar mij. Ik haalde mijn schouders op. 'Ik zou niet weten. Iedereen lijkt me vriendelijk, maar ik heb te weinig gezien om te oordelen,' antwoordde ik. Zale glimlachte en kwam naast me lopen. 'Hopelijk zal je lang genoeg blijven om een goed oordeel achter te kunnen laten.' Hij kwam zo rustig en zelfverzekerd over dat het me op mijn gemak liet voelen. 'Ik vind in ieder geval dat de nachtroedel klein maar fijn is.'

Dat was waar. De nachtroedel was de kleinste roedel in het Verduisterde bos. 'Leef je je hele leven al hier?' vroeg ik. Zale knikte en sloeg zijn handen achter zijn hoofd. 'Geboren en getogen.'

'Ben je wel eens buiten jouw territorium geweest?' Ik schrok even van de vraag, maar veegde de zorgen van me af. 'Een paar keer, maar het werd verboden door mijn vader.' Zale merkte hoe zwaar het was om vader uit te spreken was. Hij knikte medelevend.

'Hoe was de maanroedel? Ik hoorde er veel verhalen van.' Hij haalde zijn handen uit zijn nek en stak ze in zijn zakken. 'Welke verhalen?' vroeg ik nieuwsgierig. Zale haalde zijn schouders op. 'Bijvoorbeeld dat de alfa vier knappe dochters heeft,' hij gaf me een knipoog. 'Er is nu bewijs dat hij geen lelijke dochter heeft. Vertel me eens over de anderen.' Ik beet op de binnenkant van mijn wang om tegen de tranen te vechten.

Thalia, Azura en Lucia.

Verdomme, ik miste Azura zelfs. Haar gezeik en onredelijke ruzies. Ik blies mijn adem zorgvuldig uit. 'Thalia was de oudste, ze zou alfa worden. En ja ze was zeker knap, ze leek het meeste op onze vader, alleen wou ze er vaak voor iedereen zijn dat ze zichzelf soms achterliet.' Zale schopte wat sneeuw aan de kant. 'Azura was een kreng,' Zale begon te proesten, waardoor ik niet kon laten om te glimlachen. 'Ze wou haar eigen plannen maken en niet haar leven uitgestippeld krijgen. Azura leek net als ik meer op onze moeder. Zwart haar, alleen heb ik grijs er door heen en Azura bruin/blond.' Zale liet zijn ogen over mijn gezicht gaan. 'Dan moest ze vast erg knap zijn.' Ik probeerde mijn lach in te houden. 'Ze was een hand vol. Als je dacht rust te hebben kwam ze je storen met hoe onredelijk onze vader was. En Lucia leek op onze vader, alleen kwa uiterlijk. Wat haar karakter betrof, ze was net als ik een vrije vogel, besteedde haar tijd aan Gideon en rondhangen of het mensendorp bezoeken.' Zale keek verrast. 'Gideon?' Hij klonk oprecht verbaast alsof hij net in het gezicht was geslagen en hij een uitleg wou. 'Gideon was de mate van Lucia. Daarom was hij deel geworden van onze roedel.' Zale keek weer voor zich uit. 'En wat vind je van hem? Je sprak zijn naam zo minachting uit.' Hij was scherp. Ik had zelf niet eens door dat ik Gideons naam uitsprak alsof het vuil in mijn mond was.

'Hij is hier door zijn belofte aan mijn zus. En hij heeft me bovendien beschermd op de weg naar hier.'

Leugens.

Mijn buik trok samen. Ik wou Gideon niet zwart maken. Wat er voor viel was tussen hem en mij, de rest hoefde er niet van te weten.

'Kende je hem voordat hij bij de roedel kwam?' Ik schudde mijn hoofd. Zale bleef stil tot we bij het huis terug kwamen.

Hij opende de deur en liet me voor. In de hal wachtte ik tot hij de deur weer sloot en zijn jas uit trok. Mijn jas liet ik aan omdat ik nog steeds bevroor. Zale liep voor me uit door de woonkamer naar een kamer. Voordat hij hem open deed klopte hij. Na een bevestiging dat we naar binnen mochten liet hij me naar binnen.

Het was een kantoortje. Op de stoel achter het bureau zat Rowan. Hij stond op en gebaarde me te gaan zitten op de stoel aan mijn kant. Zale bleef bij de deur staan.

Ik nam plek op de stoel en trok toch maar mijn jas uit beleefdheid uit.

'U wou me spreken?' Rowan knikte en ging ook zitten. 'Dat klopt,' bevestigde hij, 'ik wou je spreken over de aanval op je roedel.' Op mijn roedel...

Welke roedel?

Ik vouwde mijn handen in elkaar om niet te tonen dat ik trilde. 'Wat wilt u weten?' Hij leunde tegen zijn leuning. 'Begin bij het begin - zou ik zeggen.' Ik knikte. Haalde een keer goed adem voordat ik hem vertelde over hoe ik de pootsporen had gevonden niet kort voor de aanval. En over hoe ik in het huis moest blijven terwijl de rest hun leven riskeerde bij de promotie. Over hoe eigenwijs ik was om toch naar buiten te gaan en hoe ik iedereen levenloos zag. Maar niks over Gideons brieven van Zander, dat vertelde ik niet tegen Rowan - daarvoor kende ik hem niet goed genoeg.

Rowan luisterde aandachtig tot ik klaar was. Hij kwam rechter op zitten.

'Dus de schaduwroedel heeft aangevallen omdat de alfa zijn mate zoekt?' vroeg Rowan aan het einde. Ik knikte twijfelend. 'Dat dacht Thalia.' Rowan knikte.

Het bleef even stil.

'Wat weet je over Gideon?' Ik had veel vragen verwacht, maar niet over Gideon. Ik haalde mijn schouders op. 'Weinig. Alleen dat hij de mate van mijn zus was en zijn belofte aan haar mijn bescherming is.' Rowan fronste.

'Weet je iets over zijn verleden?' Ik schudde mijn hoofd. 'Hij sprak er niet veel over. Lucia zou vast veel weten, maar die hield alles voor zich.' Leugens. Hij had Lucia ook niks verteld.

Leugenaar.

'Waarom vertrouw je hem dan? Je zei dat hij verbannen was door je vader.' Ik vertrouwde hem niet. Voor geen ene cent. 'Omdat ik vertrouw op zijn trouw naar mijn zus. De belofte.' Mijn handen hielden niet op met trillen. Ik legde ze onder mijn benen om ze te verbergen.


Schaduw van de wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu