hoofdstuk 32

79 7 0
                                    

Zander had me een jurk laten uitkiezen, maar ik besloot in een spijkerbroek, een shirt en vest aan te doen, met laarzen en een dikke jas. Hij was al gegaan en liet de badkamer voor mij over.

Ik keek naar mezelf terwijl ik wat make-up opdeed. Mijn wangen waren roze van de blush die Zander nog van zijn moeder had. Mijn bleke huid had kleur gekregen door het avondeten dat ik binnen wist te houden. De meid die ik zag was niet dezelfde die ik anderhalve maand was. Deze meid had alles verloren en wist te blijven staan. Ze sprak kracht uit, maar ook onzekerheid. Ze had zorgen in dat mooie hoofdje die niemand wist. Haar hoofd herinnerde haar er telkens aan wat ze allemaal was verloren en hoe alleen ze was. De meid die ze anderhalve maand gelezen was, was heel anders. Die had geen zorgen en leefde voor elk moment.

Mijn maag knoopte zichzelf bij de gedachten dat is zo veranderd was. Ik wou dat ik die oude meid weer kon zijn: geen zorgen en in het moment leven, niet denken aan de toekomst. Maar wie ik nu was had macht. Ik had een welp in mijn buik, ik was de alfa van de maanlozeroedel en luna van de schaduwroedel - nog niet officieel.

Vim klopte op de deur van de badkamer. 'Bent u klaar mevrouw Z... Haile.' Ik draaide me weg van de spiegel en zuchtte. 'Ik kom,' beantwoordde ik. Ik blies mijn stress van me af en kon het niet laten om met mijn hand over mijn buik te glijden. Daarna liet ik mezelf de badkamer uit en volgde Vim de kamer uit, de trap af en - voor het eerst - de voordeur uit. De frisse winterse lucht verkoelde mijn gezicht. Mijn ogen moesten even wennen aan de donkere lucht.

Vim liep voor me uit naar het grote vuur op een plein. Ik kon het niet laten om een klein gebouw op te vallen die werd bewaakt. Ik kon me niet bedenken wat er in het gebouw kon bevinden. En het leek me niet te boeien nu. Mijn voeten volgde Vim.

Voor me kwam de warmte van de vlammen steeds dichterbij. De stemmen en geuren van de wolven die zich op het plein bij het meer bevonden begroette me. Ik wou Vim bedanken, maar kon hem niet meer zien. Er ging even een vlaag paniek door me heen. Mijn hand was gaan trillen.

Chaos.

Paniek.

Een paar handen hadden zich om mijn hand geslagen. Ik schrok er even van, maar de geur kalmeerde mijn zenuwen. Ik liet mezelf tegen Zander aanleunen terwijl hij kusjes in mijn nek gaf. Dit voelde heerlijk.

Mate.

'Je bent gekomen,' fluisterde hij tegen mijn huid. Ik knikte omdat mijn stem zich leek te verstoppen. Zander draaide me om en legde zijn handen om mijn middel en keek me verwonderd aan. 'Je ziet er prachtig uit.' Ik voelde mijn wangen warmer woorden door zijn compliment. Ik trok de jas die ik aan had dicht om mijn outfit te verbergen. Zander grinnikte en pakte mijn handen vast waardoor de jas weer openviel. 'Die jas gaat al snel te worden. De vlammen zijn warm en hoog genoeg om je warm te houden op dit plein.' Hij begeleidde mijn handen met het uittrekken van de jas. Zander had gelijk. Zelfs in de sneeuw en midden winter waren de vlammen op meer dan tien meter afstand warm genoeg.

Hij liet mijn handen los en nam de jas aan. Zander sprak iemand aan en gaf de jas aan degene. De aangesproken jongen keek even verbaasd op naar mij, maar baande zijn weg met mijn jas. Ik keek hem even na, maar Zander nam mijn aandacht door me mee te nemen naar een tafel met allemaal papiertjes en pennen. Hij gaf me een papiertje en een pen.

'Schrijf je de dingen waar je spijt van hebt en/of foute acties,' legde hij uit. Zelf pakte hij ook een papiertje en begon te schrijven. Ik wist niet waarom ik weg keek om hem privacy te geven.

Ik staarde naar het papiertje in mijn hand, niet wetend wat ik op moest schrijven.

Uiteindelijk wist ik het. Met grote letters schreef ik het op het papiertje en vouwde hem dubbel. En herhaalde de tekst in mijn hoofd.

Spijt voor het ontvluchten van Zander.

Al was ik niet zeker of ik zijn daden had vergeven, ik had wel spijt voor het vluchten. Als ik gewoon naar mijn innerlijke wolf had geluisterd was ik al eerder bij Zander. Dan leefde mijn familie nog en mijn roedel.

Spijt.

Zander zijn ogen haalde me uit mijn gedachten. Hij had het papiertje opgevouwen en hield het tussen zijn vingers. 'Wanneer de klok twaalfuur slaat gooien we ze in het vuur.' Ik glimlachte.

Om de tijd tot middernacht te overbruggen had Zander genoeg drinken geregeld voor ons. Hij had gezorgd dat we niet werden gestoord. Ik nam de beker aan die hij had gebracht. Hij hief zijn beker tussen ons. 'Op het nieuwe jaar en nieuwe kansen.' Ik hief mijn beker tegen die van hem en kon een glimlach niet onderdrukken.

Hoe snel was ik zijn fouten vergeten?

Was dit doordat hij mijn mate was? Of omdat hij geen kwaad in zin had.

Bij de tijd dat het middernacht was waren Zander en ik constant aan het giechelen door nergens opslaande grappen. We merkten dat het bijna tijd was door de onrust om het vuur. Zander keek me met grote ogen aan toen hij in zijn zakken voelde voor zijn papiertje. 'Hij zit niet in mijn zakken,' zei hij in een onderdrukte paniek. Ik legde mijn handen op zijn zoekende handen. Hij versteende even. 'Ik denk dat het idee om te zien hoe je roedel dit viert al genoeg moet zijn,' probeerde ik hem gerust te stellen. Zander schudde zijn hoofd. 'Het is belangrijk om die fout te verbanden.' Ik stond op en nam hem daarmee mee. 'Je fouten zullen vast vergeven worden. Misschien is je fout al vergeven - dat hij daarom weg is.' Zanders schouders ontspande. Hij knikte en nam me mee naar een veilige afstand van het vuur.

Hij werd begroet door meerdere mannen en jongens. En het verbaasde me - raar genoeg - om een paar meiden tussen de wolven te zien. Het kalmeerde een stemmetje in mijn hoofd die Zander stilletjes ongelijk had gegeven bij zijn verhaal vanmorgen. Deze meiden/vrouwen waren hier om lol te hebben en het nieuwe jaar te vieren.

Zander klom op de tafel waar de papiertjes eerst lagen en hief een opgeraapt bekertje in de lucht. Al snel had hij de aandacht van de groep van zijn roedel.

'Wolven van de schaduwroedel!' schreeuwde hij over het gepraat heen. Daardoor werd het stil en had hij de volle aandacht. 'We zijn hier opnieuw het nieuwe jaar in te gaan met z'n allen! En over een paar uur zullen jullie niet alleen onder mijn gezag vallen,' Zander keek even neer op mij, 'maar ook onder die van jullie luna.' Hij huilde naar de lucht. De rest deed mee. En mijn innerlijke wolf was zo opgewekt dat ik mee deed. Het was niet als huilen als wolven, maar de menselijke klanken ertussen voelde warm genoeg.

'We proosten op een nieuw jaar zonder de zorgen van het verleden!' riep Zander voordat hij van de tafel af sprong en voor mij landde. Ik stapte een stap naar achter. Hij glunderde helemaal. Dit was de alfa van de schaduwroedel, mijn mate. Er was geen spoortje van de verhalen te bekennen.

De wolven gooiden allemaal op hun tijd de papiertjes in het vuur. Zander had me naar het vuur geleid toen het wat rustiger werd. 'Vertel me wat je wilt verbranden,' fluisterde hij in mijn nek. Hij had zijn armen om mijn middel geslagen. Ik trok mijn mondhoeken op. 'Misschien zal ik het je ooit vertellen.' Ik gooide het papiertje met mijn fout het vuur in. Hij knisperde in de vlammen en viel uiteen.

Het voelde alsof er een last van mijn schouder was gevallen.


Schaduw van de wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu