hoofdstuk 18

92 8 0
                                    

Rowan had inderdaad iemand gestuurd om ons wakker te maken voor het ontbijt. Het gebonk op de deur maakte me al snel wakker. Ik hoorde de voetstappen van mijn kamer weg gaan en weer bonken bij de kamer naast mij.

Vermoeid haalde in een hand door mijn gezicht. Een gaap ontglipte me. We hadden de hele avond gelopen zonder pauze te nemen en toen we eindelijk rust hadden, was ik direct in slaap gevallen. Ik knipperde om mijn zicht helder te maken en stond op uit het bed. Uit de tas haalde ik een shirt met korte mouwen en een dik vest en een zwarte broek. Ik trok de kleren uit die ik gister was vergeten uit te doen en trok de andere aan. En snoof de geur in. Lucia's geur waardeerde ik nu meer dan ooit. Het deed me denken aan onze zusterlijke vriendschap. De ruzies probeerde ik te vergeten, die zouden me toch niet helpen.

Ik liep over de krakende vloer en legde mijn hand op de deurklink. Ik ademde diep in en uit en opende de deur. Al snel vonden mijn ogen Gideon. Hij stond tegen de muur aangeleund, wachtend op mij. Ik fronste, maar liep hem voorbij om de route te volgen die Erica had verteld. We kwamen in een woonkamer met in de hoek een lange tafel voor ongeveer acht personen.

We werden begroet door Gaia die een boord pannenkoeken op tafel zette. 'Goedemorgen,' begroette ze. Mijn zenuwen werden al minder. 'Goedemorgen,' zei ik vriendelijk terug. Gaia glimlachte en wees naar de tafel. 'Neem plek, de rest komt zo.' Alsof ze mijn twijfels kon horen zei ze: 'De beta's komen nog. En geen zorgen, we hebben geen vaste plekken aan de tafel.' Ik knikte.

Gideon liep voor mij uit om aan de tafel te zitten. Ik besloot om naast hem te gaan zitten.

Gaia was bezig allemaal eten op tafel te zetten tot Erica en een jongen kwamen. Toen ze binnen kwamen en ons zagen vielen ze stil. De jongen grijnsde. 'Ah, ze zijn wakker.' Hij kwam tegenover mij zitten en stak een hand uit. 'Ik ben Zale. Maar je zal vast wel van mij gehoord hebben.' Ik schudde zijn hand. 'Ik ben Dalina, aangenaam kennis te maken,' reageerde ik, niet ingaand op zijn bevinding. Erica nam plek naast Zale, met haar ogen strak op Gideon. Gideon ontweek haar ogen. Hij zag er erg ongemakkelijk uit. 'Dus jullie zijn de beta's van Rowan?' vroeg ik om de stilte tegen te gaan. Zale knikte trots. 'Sinds... ik denk... vijf jaar nu. Ik ben net als Erica begonnen op mijn achttiende.' Erica haalde eindelijk haar ogen van Gideon - die ongemakkelijk naar zijn handen keek. 'Hoe zijn jullie dan uitgekozen?' Ik was oprecht nieuwsgierig. Elke roedel deed het anders. Bij ons was het vaak de familie die beta's werden of bewezen wolven.

Zale haalde nonchalant zijn schouders op. 'Vanaf kleins af aan werd ik al getraind om beta te worden. Toen mijn opleiding voorbij was, was er plek omdat de vorige beta helaas gesneuveld was...' Zale leek nu wel ongemakkelijk in plaats van imposant. Erica nam het woord: 'En door mezelf te bewijzen tijdens een...-' ze keek even naar Gideon, 'voorval. Werd ik gevraagd om de tweede beta te worden.' Ze keek weer naar mij. 'En jij bent dus nu de alfa van de maanroedel?' Er werd hard tegen mijn borst geduwd, ik moest goed ademhalen. Erica gluurde weer naar Gideon op een onvriendelijke manier. Uiteindelijk knikte ik. 'Dat klopt...' Voordat ze door kon vragen kwamen Rowan en Gaia eindelijk zitten aan de tafel.

'Hebben jullie nog goed kunnen slapen na zo'n lange wandeling?' vroeg Rowan die voor zichzelf opschepte. Ik knikte. 'Heerlijk geslapen.' Ik schepte een pannenkoek op. Rowan glimlachte.

Het was stil tijdens het eten, alsof ze niet wilden spreken met ons in de buurt. Erica bleef maar op Gideon letten en Zale sprak zo nu en dan met Rowan over zijn beta zaken. Ik bleef maar gewoon stil, net als Gideon.

Rowan was eindelijk klaar met Zale spreken en richtte zich tot mij. 'Zou ik je rond de middag kunnen spreken. Alleen,' voegde hij er aan toe. Ik keek op van mijn boord en wisselde even een blik met Gideon. Hij verstijfde even, maar probeerde het te verbergen. 'Erica kan je reisgenoot vergezellen tijdens je afwezigheid.' Ik keek naar Erica en toen naar Gideon die bijna wit weg trok. Ik moest er bijna van lachen. Er ging een naar gevoel door mijn buik.

Kende ze elkaar?

Voorval?

Ik keek weer naar Rowan die op een antwoord wachtte. 'Natuurlijk. Waar kan ik u vinden?' Rowan nam een slok van zijn drinken.

'Ik stuur Zale wel om je te halen. Zo lang je in de buurt van het huis blijft zal hij je vast wel vinden.' Ik knikte en gunde Zale een blik. Hij glimlachte vriendelijk naar me. 'En Erica zal je reisgenoot wel rondleiden.' Zijn stem was minder vriendelijk. Alsof er een waarschuwing in schuilde. Gideon bleef nog stil en at ongemakkelijk van zijn bord.

Iedereen ging weer verder met eten. Rowan sprak zijn vrouw, Zale vroeg hoe de wacht vannacht was gegaan aan Erica. En Gideon en ik bleven stil.

Gelukkig was het ontbijt al snel genoeg klaar. Rowan zei dat we wat rond konden kijken in het dorp, maar niet te ver gaan.

Dus gingen Gideon en ik al snel naar het dorp van de nachtroedel. Het was er nog rustig zo in de ochtend. Aan de zon gokte ik dat het 8 uur s'ochtends was.

Schaduw van de wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu