hoofdstuk 39

65 5 0
                                    

Ik had mezelf drie dagen lang opgesloten in de kamer, omdat ik niet in staat was te bewegen. Vim had me elke dag gevraagd om de deur te openen en iets te eten, maar er kwamen geen woorden of acties uit me. Het idee dat ik alles kwijt was verdween langzaam. Er was nog geen besef dat ik niet alleen was. Thalia leefde nog. Mijn zus en alfa. Een deel van de roedel leefde nog. En alles wat gebeurd was, was door Zander. Mijn mate had me het leven zuur gemaakt zonder besef. Hij was zo verblind. Zander handelde uit wanhoop. En Abel had het gebruik van gemaakt. Wat zou Abel doen als Zander overleed? Zou hij zich neerleggen bij het feit dat ik de luna van de roedel was tot de welp in mijn buik oud genoeg was? Of zou hij mijn roedel op Zander afsturen om zelf de macht te nemen?

Na drie dagen had ik eindelijk de moed om op te staan. Mijn maag knorde van honger. Ik voelde me licht in mijn hoofd en steunde tegen de muur.

De geluiden die ik maakte waren blijkbaar meteen opgevallen, want er werd al snel op de deur geklopt. 'Mevrouw Hailer?' Het was Vim - Zanders bediende. 'Ja?' Mijn keel was droog daardoor voelde mijn stem als schuurpapier aan. 'Wilt u dat ik u eten breng?' Ik verging van de honger. 'Graag,' antwoordde ik. De voetstappen achter de deur verdwenen in het huis. Ik liep alvast naar de deur toe en leunde er met mijn hoofd tegenaan. Staan kostte me al veel energie. Gelukkig kwam Vim al snel terug. Ik draaide het slot om en opende voorzichtig de deur.

Vim stond met een dienblad in zijn handen voor de deur. Hij glimlachte lief naar me en gaf het dienblad aan. Gelukkig snapte hij dat ik geen zin had in meer contact, dus ging hij al weer snel weg. Ik sloot de deur en draaide het slot weer om. Met het dienblad liep ik naar het bankje in de hoek die nog stond. Het dienblad legde ik naast me neer. Er lagen stukken vers vlees, fruit en een glas water op. Mijn handen namen de tijd om in actie te komen. Ze trilden nog steeds toen ik een stukje vlees in mijn mond stopte. Mijn maag was tevreden met de vulling die ik at. De happen gingen er achter elkaar in. Het fruit gaf een zoete smaak in mijn mond. En om mijn keel zachter te maken dronk ik het water.

Dit gaf me al energie om helder te denken.

Abel had mijn roedel en verhongerde ze. Hayes - de beta van Zander - moest wel weten waar ze waren. Hij was ontsnapt. Ik moest mijn roedel redden. Als Abel ze los zou laten op Zander zullen er wolven sneuvelen. Zander was sterk, maar er zouden wolven met hem vechten tegen ze. En mijn roedel zou afgeslacht worden voor en door Zander. De gedachten dat mijn roedel verhongerd werd en misbruikt zou worden gaf me een nare rilling. Wat zou Abel met Thalia doen? Wat doet hij nu met Thalia om haar wolven in bedwang te houden?

Thalia.

Hayes zei tegen Zander dat ze nog leefde. Mijn buik kriebelde bij de gedachte mijn zus te zien. Ik was niet meer alleen. Ze was dan misschien buiten zicht en gevangen, ze leefde. Net als ik leefde ze.

Er ging zoveel door me heen. Het idee dat Thalia ergens was. De bekenning van Zander. Hij had Lucia vermoord. Zijn wanhoop had mijn roedel verwoest. Ergens was ik blij dat Abel wolven had gevangen van mijn roedel. Geluk dat Thalia niet vermoord was. Ze leefden. Niet in luxe, maar ze leefde.

Ik leunde achterover op het bankje. Ik moest Hayes vinden en vragen naar de plek. En dan zou ik mijn roedel redden. Hoe wist ik niet. Maar ik zou ze niet laten rotten. En als Zander Abel voor wou zijn, zou hij ook helpen.

Er brandde een hoop in me op. We zouden mijn roedel redden en daarna zou ik met ze meegaan. En wanneer ik zou bevallen van zijn welp zou ik hem of haar naar hem brengen. Zander zou moeten beslissen hoe zijn welp zou leven. Het was niet mijn keuze geweest om zwanger te worden. En al gaf het een fijn gevoel om de welp te voelen, zou ik geen moeder willen zijn. Dit was een gunst naar Zander. Niets meer.

Mijn welp zou alfa zijn van de schaduwroedel wanneer hij of zij op leeftijd kwam. Het zou rust brengen bij Zanders wolven. En het zou in Thalia's voordeel kunnen werken dat de alfa van de schaduwroedel mijn welp was.

Zander zou hem of haar kunnen vertellen over mij, maar ik zou niet terug komen. Niet terug naar de roedel die mijn leven verwoest had. Niet naar Zander die mijn zus had vermoord.

Nu moest ik sterk blijven. Als ik zou instorten zou de toekomst weg zijn. Dan zou Zander te vroeg dood zijn. Dan zou er chaos zijn en mijn roedel zou verdwenen zijn. En waarschijnlijk zou ik ook dood zijn.

Zander en ik moesten samenwerken nu. Hoe erg ik hem nu afkeer, mijn hormonen bleven gek worden van het idee hem aan te raken, hem te horen, te zien. Ik haatte het hoe ik me voelde over hem.

Hoe erg ik hem wou ook haten, ik kon het niet. Dat stomme mateverbond hing tussen ons in. Het gaf me geweldige ideeën over hem. Het verlangde elk moment naar Zander. En nu voelde ik me rot dat ik hem wil haten.

Alsof het mijn fout was.

Mate.

Mensen- en wolvengedachten waren zo verschillend in liefde.

De mensengedachten wilden hem haten, hem verafschuwen. Maar de wolf in me bleef maar met de hoofd in de wolken als ik aan hem dacht. Hoe zijn handen over me gleden. Die stem van hem die elk bot in me liet trillen van verwondering.

Zander.

Mate.

Er ontging me een gefrustreerde kreun. Ik was zo in de war. Mijn emoties en gedachten waren een bende.

Ik kon mezelf wel wurgen door alle gedachten in mijn hoofd.

Hoe ik dacht aan Zander op me.

Hoe Thalia nog leefde met de roedel.

Hoe mijn welp in mijn buik was.

Ze gingen als een tornado door mijn hoofd. Het vloog door elkaar.

Schaduw van de wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu