hoofdstuk 37

66 6 0
                                    

Na ons gesprek had ik Zander niet meer gezien.

Vim had me bij de trap gevonden en bracht me naar mijn kamer. Daar vervolgde mijn paniek zich. Ik had uit frustratie de hele kamer overhoop gegooid. Mijn lakens lagen verspreid over de vloer. De veren van de kussens dwarrelde nog als sneeuw door mijn kamer.

Ik wou niks anders dan verdwijnen. Weg van deze problemen. Maar het leven dat in mijn buik schuilde bracht me een rust. Maar bracht me ook verdriet. Het was Lucia's droom om welpen te hebben. Ik wou niet mijn hele leven gebonden zijn aan iemand.

O god, wat miste ik mijn zussen. Kon ik nog maar zeggen dat het me speet tegen Lucia. Det het me speet dat ik Gideon fout had ingeschat. Hij had geen goede reden om de roedel in te komen, maar een goede om te blijven. Hij had me beschermd van Zander, omdat hij dacht dat dat het beste was. En dat was misschien wel beter geweest.

Ik wou Thalia bedanken voor de kansen die ze me gaf. Soms haatte ik haar bezorgdheid, maar ze deed het allemaal uit bescherming. En toch gaf ze me een kans om grenswachter te worden. Iets wat niet zonder gevaar was.

Zelfs Azura miste ik. Haar gezeur en geklaag. De geur van drank dat vaak over haar heen hing. Ze had me voordat ze begon met drinken verteld dat je nooit je dromen moest opgeven. Daarom bleef ze zo doorgaan om alfa te worden. Ze zei dat je geboorterecht niet beslist wat je wordt. Bijvoorbeeld als Thalia geen behoefte had in alfa worden, dan kon het wel haar geboorte recht zijn, maar ze zou het vertikken om iets goeds te doen, dan had Azura de kans gehad. Maar helaas was rangorde op de rechten die je kreeg bij je geboorte.

Een omega zou nooit alfa worden.

En mijn ouders miste ik. Vader liet me mijn gang gaan met af en toe te klagen dat ik niet verantwoordelijk genoeg was om grenswachter te zijn. Maar mam stelde me gerust met dat ik beter nog kon genieten van mijn vrijheid, voordat mij werd opgedrongen om stil te zitten.

Ik keek naar mezelf in de reflectie van het raam. De ogen die in van mijn vader had geërfd staarden terug. Het zwarte/grijze haar dat verwilderd zat had ik van mijn moeder. Niet haar krullen, maar de kleur.

Iedereen was dood.

Alleen.

Nee ik was niet alleen. Ik had de welp in mijn buik en mijn mate. Een mate die wanhopig was geweest. Mijn adem besloeg het raam een stukje.

Iedereen maakte fouten. Ik had de fout gemaakt om Gideon niet te vertrouwen. En Zander had de fout gemaakt door uit wanhoop te handelen.

Paniek maakt blind.


Er klonk geklopt op de deur. Meteen draaide ik me om toen de deur zonder vraag open ging.

Zander keek verward naar de troep op de vloer tot zijn ogen mij vonden. Ik zag hem vechten met zichzelf. Dat voelde ik in me gebeuren.

'Ik... ik kwam om mijn excuses aan te bieden,' begon hij. 'Ik moet je wat vertellen.' Zijn ernstige gezicht maakte de knoop in mijn maag alleen maar erger. Hoe kon dit allemaal gezond zijn voor de welp in mijn buik?

Zander gebaarde naar mijn overhoopgehaalde bed om te zitten. 'Ik denk dat je beter kan gaan zitten...' Ik liet mijn ogen niet van hem af toen ik naar het bed liep en plaats nam. Zander haalde een hand door zijn haar en keek ongemakkelijk weg. Ik kon angst over hem ruiken. Wat maakte hem bang dat hij zo rook?

Hij vond mijn ogen weer en zuchtte. 'Ik ben ergens achter gekomen.' Ik fronste. 'Toen de aanval plaats vond had ik mijn beta opgedragen met Abel jullie dorpshuis te bestormen, terwijl ik jullie huis doorzocht. Mijn beta kwam niet terug die dag. En Abel vertelde me dat hij vermoord was. Maar zijn lichaam was nergens te vinden.' Zander begon te ijsberen door de kamer. 'Abels verhaal bevatte gaten en bracht me argwaan. Doordat ik hem niet geloofde schopte hij chaos onder mijn wolven toen we terug waren. Ik ben toen we terug waren meteen de dood van mijn beta gaan onderzoeken. En sinds vorige week heb ik duidelijkheid gekregen.' Hij stopte met lopen en keek uit het raam. Zander zocht naar woorden om verder te gaan. 'Mijn beta was niet vermoord, maar ontvoerd, samen met een deel van jouw roedel.' Bam. Dat kwam als een klap in mijn gezicht. Hij draaide zich om. 'Abel heeft een deel van mijn wolven overgehaald om hem te vertrouwen.' Ik kon mijn lichaam niet bewegen. Een deel van mijn roedel leefde nog.

Hoop.

'Ze hebben de mannen die sterk waren meegenomen. En toen Hayes - mijn beta - erachter kwam en niet aansloot, hebben ze hem ook meegenomen om samen met mij te doden. Hij verhongerd de wolven om ze uiteindelijk als verhongerde wolven los te laten op mij en de wolven die mij steunen.' Ik vond mijn stem terug en zei: 'Hoe houd hij hongerige wolven in bedwang?' Hij draaide zich om met een serieuze blik op zijn gezicht. 'Hayes wist niet alles. Door verwaarlozing en verhongering kan hij dingen niet goed gehoord of gezien hebben,' probeerde hij. Ik stond op. 'Wat weet hij niet zeker?' Zander schudde zijn hoofd. 'Het kan zijn dat het niet waar is. Ik wou wachten tot ik het zeker wist voordat ik het jou vertelde.'

'Zander. Wat houdt mijn roedel in bedwang?' Ik probeerde zijn ogen vast te houden terwijl hij weg keek. Zijn hartslag ging tekeer. 'Het is niet bevestigd,' ging hij door - meer tegen zichzelf dan mij. 'Zander.' Hij keek op bij mijn strenge toon. 'Wat. Houdt. Mijn. Roedel. In. Bedwang?' Eindelijk bleef hij me aankeken. Hij haalde een hand door zijn haar en zuchtte. Maar er kwam geen ontspanning in hem. Alleen maar meer spanning.

'Hun alfa.' Ik was meer verbaast en verward om iets te voelen. 'Jasper is dood. Ik zag zijn lichaam.' Zander schudde zijn hoofd. 'Thalia.'

Alle lucht leek de kamer uit zijn gezogen.

Schaduw van de wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu