De winterse wind danste door mijn vacht tijdens het rennen. De sneeuw onder mijn poten verzachtte de klappen tegen de grond. Dit voelde als vrijheid.
Mijn mate die naast me rende, de wind door mijn vacht en alle zorgen lagen ver achter me. Ik had nooit gedacht me ooit nog zo te voelen na de dood van mijn roedel. Misschien was het allemaal met een rede. En die rede was Zander.
We gingen niet te ver het territorium in omdat mijn poten het al begaven na een uur. De bevroren poten deden me denken aan het harde trainen. Zander leek te merken dat ik me anders voelde dan net. Hij stopte met rennen en keek me bezorgd aan. Ik voelde zijn bezorgdheid.
Wist hij dat ik me nog kut voelde van zijn aanval?
Kon hij mijn emoties in zich voelen net zoals ik die van hem kon voelen?
De knoop in mijn maag vlocht zich weer in elkaar. Ik kneep mijn ogen dicht om het zicht van bloed te verdrijven. Ze borrelde op in mijn hoofd. De meid die in mijn armen haar laatste adem uitblies. Haar moeder die ik in veiligheid dacht te hadden gebracht, maar zij eindigde net als iedereen - en mijn familie - dood.
Paniek.
Zander drukte zijn neus bezorgd tegen mijn neus. Zijn bezorgde emoties voegde zich tussen mijn angst en paniek. Ze brachten gek genoeg rust in de chaos. Voorzichtig opende ik mijn ogen en keek Zander aan.
We besloten terug te gaan naar de villa. Zander leidde de weg naar de plek waar onze behoren lagen. Hij draaide zich toen ik als eerste terug wisselde naar mijn mens gedaante. Zander ging daarna toen ik me aankleedde. Mijn handen trilden. Niet van kou, maar angst.
Dood.
Iedereen was dood. En degene die het had veroorzaakt was mijn mate.
Ik probeerde het stemmetje in mijn hoofd te negeren. Vandaag wou ik geen zorgen.
Gideon.
O god. Ik was hem helemaal vergeten. Zander had hem opgesloten omdat hij boos op hem was. Mijn hand ging automatisch naar mijn nek, naar de plek waar Zander me had gebeten. Hij had Gideon toe laten kijken.
Ik sloot mijn ogen en probeerde de gedachten uit mijn hoofd te schudden. Ga weg.
Zanders warme handen lagen op mijn wang. Geschrokken opende ik mijn ogen en keek hem recht in zijn donkerbruine ogen aan. Ze stonden vol met dood. Hoevaak had hij toe gekeken terwijl hij iemand het leven ontnam?
'Wat is er?' Zijn stem bracht me vlinders in mijn buik zoals altijd. Maar deze keer kon zijn stem niet mijn gedachten wegjagen. Ik legde mijn handen op de rand van mijn haarlijn. Mijn ademhaling was nog zo kalm, terwijl alles binnen me te keer leek te gaan. 'Dalina?' Ik duwde me van hem weg. Ik had afstand nodig. Toen ik mijn ogen naar hem bracht stonden die van hem vol pijn. Hij moest wel mijn emoties voelen. 'Praat tegen me,' smeekte hij zacht, 'alsjeblieft.' Het ene moment was alles in orde. En het andere moment was het chaos. Zander stapte naar me toe, maar in stapte verder van hem weg. Ik zocht mijn stem.
'Ik...ik...' Zanders bezorgde en gekwetste emoties verwarde mijn emoties. 'Je hebt mijn familie vermoord en doet alsof er niks aan de hand is.' Ik werd gek van zijn emoties door me heen. Het liefst gaf ik ze aan hem terug. Ze bemoeiden zich met die van mij. Ik hoefde hem daarom niet aan te kijken om te weten hoe hard dat aankwam. 'Het spijt me daarvoor...,' fluisterde hij. Een sorry was niet genoeg, nee.
Er ging een gevecht in me te keer. Mijn menselijk gedachten tegen mijn wolfgedachten.
Mate.
Moordenaar.
'Ik wil terug.' Ik liep weg van Zander richting de villa. De weg die wolven ontliep kende ik als enige.
Uiteindelijk kwamen Zanders voetstappen achter me aan. In stilte liepen we terug naar de villa. We werden bij de poort die toegang gaf aan het terrein van de villa aangestaard. Misschien was het omdat Zander ongeveer vijf meter achter me liep. Misschien roken ze mijn paniek.
In de villa schonk ik Zander geen aandacht toen ik de trap op wou lopen. Maar Zander greep mijn pols vast. Mijn voeten stopten abrupt.
'Ik dacht dat je je er al overheen gezet had,' zei hij. Ik draaide me om en ontmoette zijn ogen. Er ging woedde doorheen vermengt met pijn. 'Dat probeer ik.' Hij schudde zijn hoofd. 'Hoe kan je er nog zo mee zitten,' hij gebaarde om zich heen met zijn vrije hand, 'je leven is alleen maar beter geworden.' Ik trok mijn pols uit zijn greep. 'Dit is niet over wat beter is of niet. Dit gaat om je daden Zander. Je hebt iets vreselijks gedaan omdat je wanhopig was. Zulke acties zullen niet zomaar worden vergeten.' Ik draaide me om en zette mijn eerste stap op de trap tot Zander weer sprak. 'Wat kan ik doen om je te helpen het te vergeten?' Een gefrustreerde zucht ontglipte me. Hij was zo blind om te zien dat omkopen niet een uitweg was.
'Je kan niet zomaar iets doen om je daden te verbergen. Ze hebben littekens achtergelaten. Die genezen niet.' Zijn woedde en frustratie gingen door me heen. Ze maakte boos in plaats van angstig. 'Als je iets wilt doen,' begon ik, 'begin met Gideon vrijlaten en vergeven.' Het duurde niet lang tot Zander zijn antwoord. 'Nee.' Luid en duidelijk. Ik draaide me onhandig om op de trap, maar kon mijn balans nog houden. 'Ik probeer zo hard je te helpen. Probeer je beter te laten voelen, maar je blijft jezelf maar terug brengen naar je haat voor mij. Hoe kan ik daar tegen op?!' Hij sloeg zijn armen in de lucht en kreunde uit frustratie. 'Alsof jij niks ergs gedaan heb omdat je wanhopig was.' Ik schudde mijn hoofd. Ik kon meniet herinneren dat ik iets ergs had gedaan uit wanhoop. Dat was nooit nodig. 'Dan snap je ook niet hoe het is om tot wanhoop gedreven te worden. Het maakt je blind. Het zorgt ervoor dat je alles doet om die wanhoop te verdrijven.'
'Zoals een hele roedel laten uitmoorden omdat je je mate wilt?!' Mijn stem galmde door de hal heen. Zander wreef met de muizen van zijn handen in zijn ogen, haalde ze eruit en keek me strak aan. 'Ik heb nog maar een jaar te leven! Sorry als ik wil dat mijn dood geen chaos brengt!' viel hij aan. Ik snoof. 'Misschien kon je maar beter alleen sterven dan een hele roedel er in mee te nemen.' Het was eruit voor ik het wist. Ik had hem de dood toegewenst. Dat was niet mijn bedoeling.
Leugenaar.
Nee ik loog niet.
Moordenaar.
Zelfs mijn mate en moordenaar van mijn roedel wenste ik niet de dood toe. Hoe erg ik hem haatte, zelfs hij verdiende niet om de dood toegewenst te kregen. Zeker als zijn ziekte niet zijn fout was. Dit was allemaal door zijn ziekte. Als hij niet ziek was geweest had hij nooit in wanhoop gehandeld.
Ik sloeg mijn handen voor mijn mond om de woorden terug te willen nemen, maar Zander had ze al gehoord. Zijn gezicht vertrok. Hij draaide zich om en liep weg. 'Zander. Wacht!' Ik wou achter hem aangaan, maar alles aan hem maakte duidelijk dat hij het niet wou.
Hoe kon ik dat gezegd hebben?
Dit was niet zijn fout. Die stomme ziekte van hem was de oorzaak.
Een snik ging mijn keel uit toen ik op de trap in elkaar stortte.
Waarom moest dit allemaal gebeuren? Waarom kon Zander niet gewoon gezond zijn, dan had ik hem waarschijnlijk nooit ontmoet. Dan was dit allemaal nooit gebeurt. Dan was mijn roedel nog in leven en mijn familie. Iedereen zou nog leven als hij niet ziek was. Dit was niet zijn schuld.
Ik probeerde lucht mijn longen in te brengen, maar ze leken wel dicht geklapt.
Paniek.
Mijn hele lichaam was in paniek.
JE LEEST
Schaduw van de wolf
Про оборотнейDalina had nooit het plan om haar mate te gaan zoeken, zelfs na haar 18e verjaardag besteed ze er geen tijd aan. Ze rent liever vrij door de bossen om alle drukte te ontlopen. Maar aan rust die ze vindt komt al snel een einde wanneer haar roedel wo...